| Organisatie | Almere |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Nadere regels subsidies Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Algemeen 2008 |
| Citeertitel | Nadere regels subsidies Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Algemeen 2008 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen.
Algemene subsidieverordening 2008, art. 3, lid 1, aanhef en onder b, d, e, h, n en o
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 28-12-2008 | 23-07-2011 | nieuwe regeling | 02-12-2008 Almere Vandaag, 2008-12-27 | Geen |
NADERE REGELS SUBSIDIES DIENST MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING, ALGEMEEN 2008
Burgemeester en wethouders van Almere;
Gelet op het bepaalde in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, d, e, h, n en o van de Algemene subsidieverordening 2008;
Vast te stellen de nadere regels subsidies Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Algemeen 2008, luidende als volgt:
De onderhavige nadere subsidieregels gelden voor alle subsidieverstrekkingen betrekking hebbend op het werkveld van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, indien en voorzover andere nadere regels daarvan niet afwijken, behoudens voor subsidieverstrekkingen terzake waarvan in regelgeving voorgeschreven is dat deze gerelateerd zijn aan schooljaren.
In situaties waarin noodzakelijkerwijs een andere subsidiesystematiek dan kalenderjaren wordt gehanteerd, alsmede in soortgelijke situaties, kan worden afgeweken van het gestelde in artikel 9, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening.
Indien er geen subsidieplafond is, zal de gemeente vanuit de beleidsvrijheid die zij heeft binnen de begrotingbudgetten blijven bij het verlenen van subsidies.
In afwijking van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening, Almere 2008, kan het college, in de gevallen waarin het moment van beschikbaarheid van het gemeentelijk budget en/of de hoogte daarvan (mede) van derden afhankelijk is, buiten de genoemde termijn, maar voor 1 juni van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, een verleningsbeschikking afgeven. Tot het moment van afgifte van de verleningsbeschikking kunnen zij een voorwaardelijke (voorschot)beschikking afgeven, op basis waarvan bevoorschotting kan plaatsvinden.
Of en in hoeverre subsidie wordt verleend is onder andere afhankelijk van c.q. kan onder andere afhankelijk worden gesteld van de volgende aspecten in willekeurige volgorde:
Tevens kan het college de subsidieverstrekking spreiden over verschillende aanvragers, of juist een speerpuntenbeleid voeren.
Een subsidie kan, naast de gronden genoemd in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht, lager worden vastgesteld, indien de termijnen voor het indienen van de relevante stukken worden overschreden en/of indien er anderszins niet voldaan wordt aan het verstrekken van relevante informatie.
Subsidie die betrekking heeft op loon- en prijscompensatie kan op basis van historische gegevens zowel hoger of lager worden vastgesteld dan bij de subsidieverlening als maximum is aangegeven. Deze vaststelling kan op een later tijdstip plaatsvinden dan de vaststelling van de hoofdsubsidie.
Overige informatieverstrekking
Het college kan modellen, aanvraagformulieren vaststellen, en inhoudelijke richtlijnen geven voor de te overleggen bescheiden, en kunnen aanvullende stukken, rapportages en informatie ook tussentijds opvragen.
De subsidieontvanger brengt, onverminderd het bepaalde in artikel 17 van de Algemene subsidieverordening Almere 2008, ook uit eigen beweging relevante informatie, voornemens en dergelijke onverwijld ter kennis van college.
De administratie van de subsidieontvanger dient zodanig te zijn ingericht, dat te alle tijde aan het college desgevraagd een overzicht kan worden verstrekt van de activiteiten, de prestaties, de bestedingen, de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen, cofinanciering en de financiële resultaten.
Door het college aangewezen ambtenaren en/of derden c.q deskundigen hebben desgevraagd door de gemeente inzage in de boeken en bescheiden, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen en ontvangen alle inlichtingen, die voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordeling van het verrichten van de activiteiten of van de levering van de prestaties in het bijzonder nodig zijn.
Indien de aanvrager beschikt over een egalisatiereserve, vermeldt de aanvraag de omvang daarvan.
Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, komt ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve. De egalisatiereserve bedraagt niet meer dan 20% van de verleende subsidie per boekjaar. Indien de egalisatiereserve boven de 20% van de verleende subsidie per boekjaar uitkomt wordt het meerdere teruggevorderd.