Subsidieregeling meerjarenprogramma's Gelderland 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen 

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  AsG: de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;

• b.

  partner: een door het bevoegde orgaan aangewezen rechtspersoon aan wie subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 2 Provinciaal programma 

• 1

  Provinciale Staten kunnen een provinciaal programma vaststellen.

• 2

  Het provinciale programma bevat een omschrijving van de doelen die met de uitvoering van het programma worden gediend. Het bevat voorts de beoogde resultaten die ter verwezenlijking van die doelen worden geboekt en ten minste een indicatie van activiteiten die zorgen voor het behalen van die resultaten. Ten slotte wordt ook de financiering vastgelegd, waarbij wordt aangegeven welk deel door de provincie en welk deel door gemeenten / regio's / derden wordt gefinancierd.

• 3

  Het provinciale programma wordt vastgesteld voor een tijdvak van ten hoogste zeven jaren.

• 4

  Provinciale Staten stellen voor elk provinciaal programma vast aan welke partners subsidie wordt verstrekt.

• 5

  Provinciale Staten kunnen aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid overdragen tot het aanwijzen van partners.

• 6

  Provinciale Staten kunnen het tijdvak verlengen indien de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet binnen het oorspronkelijke tijdvak zijn uitgevoerd. Met inbegrip van deze verlenging bedraagt het tijdvak voor de subsidieverlening niet meer dan zeven jaren.

Artikel 3 Bevoegdheid Gedeputeerde Staten 

• 1

  Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot subsidieverstrekking aan partners voor activiteiten ter uitvoering van een provinciaal programma.

• 2

  Subsidie wordt niet verstrekt voor een tijdvak dat de duur van het tijdvak overschrijdt waarvoor het provinciaal programma is vastgesteld.

• 3

  Gedeputeerde Staten geven alleen toepassing aan de bevoegdheid van het tweede lid indien er voldoende zekerheid is dat de activiteiten in het verlengde tijdvak zullen worden uitgevoerd.

• 4

  Gedeputeerde Staten kunnen een tijdvak vaststellen waarbinnen aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend.

• 5

  Gedeputeerde Staten kunnen aan de subsidieverstrekking de verplichting opleggen dat de kosten van de activiteiten gedeeltelijk door de ontvanger worden voldaan.

• 6

  Gedeputeerde Staten kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere regels vaststellen.

Artikel 4 Niet-subsidiabele kosten 

• 1

  Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen, dan wel kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager, waaronder begrepen kosten van onderhoud en herstel.

• 2

  Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van het eerste lid.

• 3

  Artikel 1.6, eerste lid, tweede volzin, van de AsG is niet van toepassing.

• 4

  Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van artikel 1.7, eerste lid, aanhef en onder c, van de AsG.

Artikel 5 Aanvraag 

• 1

  De aanvraag om subsidie bevat een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en een onderbouwing in meetbare termen van de mate waarin die activiteiten bijdragen aan het bereiken van de in het provinciaal programma geformuleerde doelen.

• 2

  Voorts bevat de aanvraag:

  • a.

    een gespecificeerde begroting van de kosten van uitvoering van de activiteiten;

  • b.

    een specificatie van de eigen bijdrage van de aanvrager, in geld of anderszins, aan de uitvoering van de activiteiten;

  • c.

    een specificatie van bijdragen van derden, waaronder andere overheden;

  • d.

    een planning van de uitvoering en van de uitgaven voor de eerstvolgende twaalf maanden en voor de resterende periode van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • e.

    een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager de voortgang van de uitvoering bewaakt.

• 3

  Artikel 2.1, tweede lid, onder a en b van de AsG is niet van toepassing.

Artikel 6 Bevoorschotting 

In afwijking van artikel 7.2, tweede lid, van de AsG bedraagt de bevoorschotting in totaal ten hoogste 95% van de verleende subsidie.

Artikel 7 Verantwoording 

• 1

  De subsidieontvanger brengt eenmaal per jaar schriftelijk verslag uit aan Gedeputeerde Staten over de inhoudelijke en financiële voortgang van de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend. Gedeputeerde Staten kunnen in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat ten hoogste viermaal per jaar schriftelijk verslag over de inhoudelijke en financiële voortgang wordt uitgebracht.

• 2

  De eindverantwoording is voorzien van een accountantsverklaring, waaruit blijkt dat het door Gedeputeerde Staten vastgestelde controleprotocol is toegepast.

• 3

  Gemeenten, waterschappen en openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen kunnen de eindverantwoording als bijlage bij de jaarrekening opnemen onder de voorwaarden dat:

  • a.

    de verklaring van de accountant mede strekt tot de verantwoording in de bijlage;

  • b.

    de gehele jaarrekening en het jaarverslag worden meegezonden;

  • c.

    het verslag van bevindingen voor de raad of Provinciale Staten wordt bijgevoegd, waarin de accountant een verwijzing opgenomen heeft dat de controle is uitgevoerd met inachtneming van het controleprotocol; of

  • d.

    indien een dergelijk verslag niet door de accountant is afgegeven een mededeling van de accountant dat gecontroleerd is met inachtneming van het controleprotocol.

• 4

  Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat ook bij een of meerdere van de in het eerste lid bedoelde verantwoordingen een accountantsverklaring wordt overgelegd. Op deze accountantsverklaringen zijn het tweede en derde lid van overeenkomstige toepassing.

• 5

  Het tweede lid is niet van toepassing op subsidies tot € 125.000,--

Artikel 8 In standhouden resultaten 

• 1

  De subsidieontvanger houdt gedurende ten minste vijf jaren na de uitvoering van de activiteiten ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, of zolang als in de beschikking tot verlening van de subsidie is bepaald, de activiteiten of de resultaten van de activiteiten in stand, voor zover de aard van de activiteiten of de resultaten zich daartegen niet verzet.

• 2

  Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek ontheffing verlenen van het bij of krachtens het eerste lid bepaalde.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 

• 1

  Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zijn wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2012.

• 2

  Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling meerjarenprogramma’s Gelderland 2012.