Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2003 |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2000
Regels graven en asbezorging 2003, in werking getreden op 01-07-2003.
Uitvoeringsbesluit grafdekkingen 2005, in werking getreden op 23-09-2005.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2003 | 23-04-2015 | 23-04-2015 | nieuwe regeling | 27-05-2003 Onbekend | WER/21126 |
BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN WERKENDAM 2003
De raad der gemeente Werkendam,
gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de gemeentewet;
VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen
Deze verordening verstaat onder:
begraafplaatsen: de begraafplaats Borcharenweg te Werkendam
de begraafplaats 't Laantje te Werkendam
de begraafplaats 't Kerkeinde te Sleeuwijk
eigen graf: een graf, kindergraf (t/m 11 jaar), grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
eigen urnengraf: een columbariumelement, een urnennis of een urnengrafkelder, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
columbariumelement: bovengronds op zichzelf staand monument voor het bijzetten van 1 of 2
urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
urn: een voorwerp ter berging van een asbus;
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
strooiveld: een permanent daarvoor bestemd terrein waarop as kan worden verstrooid;
grafbedekking: gedenkteken, columbariumelement of grafbeplanting;
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
uitvoerder: de ambtenaar die belast is met de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden op de begraafplaatsen;
Uitbreiding begrip eigen graf.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "eigen graf" mede verstaan: eigen urnengraf.
Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.
Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.
Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk 2 werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven of bij te zetten moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Gebouwen en muziekinstallatie.
1.Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de desbetreffende beheerder.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn overeenkomstig artikel 15, tweede lid. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Indeling graven en asbezorging.
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Aantal overledenen in algemene graven.
In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.
Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een periode van tien jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Een dergelijk verzoek kan door burgemeester en wethouders worden afgewezen in verband met een toekomstige sluiting van een begraafplaats.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Overschrijving van verleende rechten.
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed-of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de uitvoerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de uitvoerder worden verwijderd.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Onderhoud van de grafbedekking.
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
Ruiming, bezorging van overblijfselen en as.
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hem bekend is. In dat geval maken zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.
De rechthebbende op een eigen urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as elders te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 7 INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
De voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening bestaande rechten en verplichtingen op een eigen graf op de begraafplaatsen blijven ongewijzigd.
Deze verordening treedt in werking, met ingang van 1 mei 2003. Op tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening vervalt bij besluit van de raad op 26 oktober 1999 vastgestelde "Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2000".
Deze verordening kan worden aangehaald als Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2003.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Werkendam van 27 mei 2003.
De raadsgriffier, De voorzitter,
De begripsomschrijvingen uit de beheersverordening en de heffingsverordening zijn grotendeels gelijkluidend.
Voor een eigen graf en eigen urnengraf gelden dezelfde rechten en plichten. De woorden "voor zover van belang" zijn ingevoegd omdat de bepalingen betreffende het ruimen en het wegnemen van een asbus alleen werken bij een eigen graf, respectievelijk eigen urnengraf.
Dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers.
Steenhouwers en bijvoorbeeld hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaartplechtigheden.
De bevoegdheid van de uitvoerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden.
Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Door te eisen dat de mededeling vijf dagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet volgens de wet uiterlijk op de vijfde dag na overlijden geschieden.
Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan kunnen het karakter hebben van een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties (Stb. 1968, 157) en mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen, zoals art. 2.1.2.3..
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn.
De praktijk heeft aangetoond dat er behoefte is aan een wettelijk voorschrift om de toegang hierbij van derden te weren.
Een schriftelijke kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor graf er wordt gevraagd. De as kan worden bijgezet in een urnenkeldergraf dan wel in een columbariumelement.
Indien de nabestaanden alle of bepaalde werkzaamheden zelf willen verrichten zijn niettemin de aanwijzingen en de hulp van de uitvoerder van de begraafplaats nodig, ook om redenen van veiligheid, in het bijzonder bij het openen en sluiten van het graf. De werkzaamheden kunnen door de nabestaanden en de uitvoerder van de begraafplaats samen worden verricht. Vervolgens kan het personeel de handelingen verrichten waar ervaring voor nodig is of die van de nabestaanden te zware lichamelijke inspanning vragen. Het aanbrengen van de grafranden ter stutting van de grond om het geopende graf en het verwijderen van die randen voor het sluiten van het graf zal door de uitvoerder moeten geschieden.
De wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierbij aansluitend is het gewenst om de beheerder van de begraafplaatsen een eigen bevoegdheid te geven medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan.
De bezorging van as omvat het bijzetten van een asbus.
Er mag van worden uitgegaan dat het stoffelijk overschot van de rechthebbende zelf, indien deze is overleden, in het eigen graf mag worden bijgezet.
De wettelijke minimum grafrusttermijn dat een lijk volgens de wet tenminste begraven moet blijven voordat het mag worden geruimd.
Een indeling in categorieën is nodig als burgemeester en wethouders verschillende regels willen vaststellen voor de grafbedekkingen op de graven die liggen op de verschillende delen (kategorieën) van de begraafplaats.
Deze bepaling is opgenomen omdat sommige rechthebbenden in de veronderstelling verkeren dat de uitgiftetermijn pas begint te lopen op het moment van de eerste begraving of bijzetting.
De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn, verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar na het begin van deze periode moeten burgemeester en wethouders de rechthebbende op het graf mededelen dat de graftermijn gaat aflopen, hetzij per brief, hetzij door bekendmaking op de begraafplaats tot aan het einde van de periode dat de rechthebbende om verlenging van de termijn van uitgifte kan vragen.
Zie verder de toelichtingen op de artikelen 22, tweede lid en 25 eerste lid. Het is van belang om de rechthebbende mede te delen dat verlenging van de termijn tijdig moet worden aangevraagd.
Indien er ten tijde van de opheffing van de begraafplaats nog rechten op eigen graven bestaan, zal in overleg met de rechthebbenden op die graven moeten worden bezien welke beslissingen er ten aanzien van die graven zullen worden genomen.
Het derde lid stelt buiten twijfel dat bijvoorbeeld ook een stichting rechthebbende kan zijn indien daarvoor gewichtige redenen bestaan (artikel 17, eerste en tweede lid).
Artikel 17, tweede en vierde lid
Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. Tot aanwijzing van een nieuwe rechthebbende kunnen alleen de personen bevoegd worden geacht die belang hebben bij het graf.
Dit zijn in de eerste plaats de bloed- en aanverwanten, genoemd in het eerste lid van dit artikel. De ervaring heeft geleerd dat het gewenst is om slechts één persoon als rechthebbende te doen aanwijzen.
Deze bepaling stelt de termijn op één jaar. Het vierde lid brengt tot uitdrukking dat de termijn met de nodige soepelheid zal worden gehanteerd.
Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.
Er zijn burgers die behoefte hebben aan een graf voor zeer lange tijd, bijvoorbeeld voor de tijd dat de begraafplaats zal bestaan. Zij kunnen een graf voor gesloten verklaren. Bij het sluiten van een graf worden in een individuele overeenkomst met de aanvrager de prijs en de rechten en plichten tussen de aanvrager en de gemeente geregeld. Uit het gestorte bedrag en de opbrengst daarvan zullen op den lange duur de kosten van instandhouding van graf en grafbedekking betaald worden. De prijs zal zodanig vastgesteld moeten worden dat de gemeente in de toekomst geen geldelijk risico ondervindt.
De vergunningseis geldt voor de grafbedekkingen op algemene en eigen graven. De grafbedekking zal op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in de nadere regels van burgemeester en wethouders. Zij zijn ruim geformuleerd zodat zelden een verzoek om ontheffing zal worden ingediend.
De bordjes bij de graven met een mededeling voor de grafbezoekers dienen alleen aan de grafbezoekers op te vallen. Op enkele begraafplaatsen zijn goede ervaringen opgedaan met bordjes van 15 x 10 cm in onopvallende kleur.
De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de grafbedekking te verwijderen wordt ten minste een jaar van tevoren gedaan, zowel aan de rechthebbende op een eigen graf als aan degene die koos voor een plaats in een algemeen graf en daarop een grafbedekking aanbracht. De mededeling aan de rechthebbende op een eigen graf dat de grafbedekking zal worden verwijderd kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededelingen dat de graftermijn verstrijkt en dat het graf zal worden geruimd (zie ook
artikel 15, tweede lid met de toelichting en artikel 25, eerste lid).
De grafbedekking kan ook worden verwijderd nadat burgemeester en wethouders het grafrecht vervallen hebben verklaard omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen (artikel 17, derde lid). In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief of door het plaatsen van een bordje bij het graf gedurende minstens een jaar.
De grafbedekking blijft nadat zij is verwijderd gedurende drie maanden ter beschikking van de nabestaanden als daarom tijdig tevoren is verzocht.
De aard en de afmetingen van de grafbedekkingen op eigen graven en de termijn van uitgifte van deze graven met het recht om deze termijn telkenmale te verlengen maken dat de rechthebbenden op eigen graven verplicht zijn de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen.
Het onderhoud door de gemeente is een minimale zorg met de bedoeling dat de begraafplaats als geheel een verzorgd aanzien heeft t.a.v. verhardingen en van beplantingen behoudens grafbeplantingen en grafbedekking.
Het ruimen van graven wordt overeenkomstig de bepalingen in de Wet op de Lijkbezorging uitgevoerd.
De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de graven te ruimen wordt gedaan zowel aan de rechthebbenden op eigen graven als aan degenen die kozen voor een plaats in een algemeen graf.
Zie verder hetgeen is vermeld in de toelichting op artikel 22, tweede lid.
UITVOERINGSBESLUIT GRAVEN EN ASBEZORGINGPLAATSEN 2003
Burgemeester en wethouders van Werkendam,
gelet op de Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2003;
Deze nadere regels verstaan onder:
eigen graf: een graf, kindergraf (t/m 11 jaar), grafkelder daaronder begrepen,waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
eigen urnengraf: urnengrafkelder, urnennis of een columbariumelement, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
columbariumelement: bovengronds op zichzelf staand monument voor het bijzetten van 1 of
urnennis: Een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
strooiveld: Een permanent daarvoor bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.
Burgemeester en wethouders van Werkendam.
De secretaris, De burgemeester,
UITVOERINGSBESLUIT VOOR DE GRAFBEDEKKINGEN 2003
Burgemeester en wethouders van Werkendam,
gelet op de Beheersverordening begraafplaatsen Werkendam 2003;
besluiten vast te stellen de volgende:
NADERE REGELS voor grafbedekkingen op de algemene begraafplaats;
de begraafplaats Borcharenweg te Werkendam
Afmetingen (lxbxh) van gedenkteken op eigen graf: 2.00 x 1.00 x 1.00 m
afmetingen van gedenkteken op algemeen graf: 0.90 x 1.00 x 1.00 m
afmetingen van gedenkteken op eigen kindergraf: 1.60 x 0.90 x 1.00 m
afmetingen van gedenkteken op algemeen kindergraf 0.70 x 0.90 x 1.00 m
afmetingen van een columbariumelement: 0.60 x 0.60 x 1.00 m
Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen gewassen worden geplant.
De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijven of moeten door snoei binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. Bij de keuze van de beplanting dient men tevens rekening te houden met de hoogte ervan, die bij volle wasdom niet meer dan circa 1 meter mag zijn.