Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Damoclesbeleid Sittard-Geleen |
Citeertitel | Damoclesbeleid Sittard-Geleen |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
art 13b Opiumwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-05-2012 | 07-06-2012 | nieuwe regelgeving | 25-04-2012 Trompetter, 2 mei 2012 | n.b. |
De burgemeester van Sittard-Geleen:
dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
dat bij besluit van 18 september 2002 beleid inzake Damocles, artikel 13b Opiumwet is vastgesteld waarin is aangegeven hoe deze bevoegdheid zal worden toegepast;
dat per 1 november 2007 het gewijzigde artikel 13b Opiumwet in werking is getreden, wat het mogelijk maakte om met bestuursdwang op te treden tegen niet voor het publiek toegankelijke lokalen, zoals woningen, loodsen en bedrijfsruimten, van waaruit drugs worden verhandeld of daartoe aanwezig zijn zonder dat daarbij sprake is van overlast en dat door deze wetswijziging actualisatie van beleid gewenst is;
dat per 1 juli 2009 de vierde tranche Algemene wet Bestuursrecht in werking is getreden, waardoor op basis van artikel 13b van de Opiumwet de burgemeester bevoegd is tot oplegging van een last onder bestuursdwang;
dat per 7 april 2010 nader beleid is vastgesteld inzake de toepassing van artikel 13b Opiumwet (bekendgemaakt 14 april 2010, inwerking getreden 15 april 2010);
dat voor de toepassing van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b van de Opiumwet ten aanzien van de gedoogcriteria voor coffeeshops aansluiting wordt gezocht bij het gestelde in de Aanwijzing Opiumwet;
dat er met de wijziging van de Aanwijzing Opiumwet per 1 januari 2012 sprake is van een substantiële wijziging in het landelijke gedoogbeleid, hetgeen aanleiding vormt voor aanpassing van het Damoclesbeleid Sittard-Geleen;
dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:
B: een besloten club: dit houdt in dat uitsluitend toegang kan worden verleend en verkocht mag worden aan leden van de coffeeshop, waarbij bepaald is dat de coffeeshop in één kalenderjaar maximaal tweeduizend lidmaatschappen mag uitgeven en dit documenteert in de vorm van een controleerbare ledenlijst. Een coffeeshop heeft maximaal 2000 leden. Het lidmaatschap is beperkt tot één coffeeshop;
dat de Sittard-Geleense lokale driehoek de maximaal gedoogde handelsvoorraad van coffeeshops heeft vastgesteld op 500 gram.
dat deze voorschriften (AHOJG-BI-criteria en maximale handelshoeveelheid van 500 gram) in de voor deze inrichtingen verleende horeca-exploitatievergunningen staan.
dat deze vergunningen het voorschrift bevatten dat vanuit de coffeeshop geen paddo's of andersoortige smartproducten (incl. ecodrugs) verkocht mogen worden.
dat voor de motivering van deze beleidswijziging verwezen zij naar de toelichting bij de Aanwijzing Opiumwet en de daarin genoemde brieven van de Minister van Veiligheid en Justitie (kamerstukken 24 077 nrs. 259 en 267);
gelet op het bepaalde in artikel 13b van de Opiumwet:
het “Damoclesbeleid Sittard-Geleen”, vastgesteld d.d. 7 april 2010 in te trekken;
Ter uitvoering van artikel 13b Opiumwet nader herzien beleid vast te stellen als “Damoclesbeleid Sittard-Geleen”
Als beleidsuitgangspunt wordt als regel gekozen voor oplegging van een last onder bestuursdwang en niet voor oplegging van een last onder dwangsom. De last onder bestuursdwang is een directer middel dat in tegenstelling tot de last onder dwangsom op termijn tot feitelijke beëindiging van de overtreding zal leiden. Uiteindelijk is het doel om de ernstige gevolgen van de drugshandel, namelijk de inbreuk op de rechtsorde en de risico’s van de volksgezondheid, teniet te doen.
Bij oplegging van een last onder bestuursdwang wordt de eigenaar en/of huurder van de woning of de eigenaar en/of exploitant van het lokaal gelast de woning of het lokaal te sluiten en gesloten te houden voor een bepaalde periode. Indien niet wordt voldaan aan de last, wordt bestuursdwang toegepast, waarbij in principe wordt gekozen voor sluiting van de woning/het lokaal. Dit moet als de meest effectieve maatregel worden beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Bij wijze van uitzondering kan in concrete gevallen, waar het middel van sluiting niet adequaat of niet evenredig is, bekeken worden welke andere bestuursrechtelijke maatregel dient te worden toegepast. Indien het bijvoorbeeld gaat om affichering in een coffeeshop zal de maatregel kunnen bestaan uit het verwijderen van de reclame-uitingen. In dit soort gevallen blijft ook de toepassing van een last onder dwangsom een optie.
Met betrekking tot de omschrijving van het “verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben” van verdovende middelen volgt uit het woord “daartoe” dat de enkele aanwezigheid van verdovende middelen – waaronder hennep in al zijn verschijningsvormen - ten behoeve van verkoop, aflevering of verstrekking de bevoegdheid verschaft tot sluiting. Teneinde een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen is het niet vereist dat de verdovende middelen daadwerkelijk zijn verhandeld.
Bij toepassing van de bevoegdheid voortvloeiende uit 13b Opiumwet wordt aansluiting gezocht bij de artikelen 2, 3, 10 en 11 Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet. Concreet betekent dit dat sprake is van een overtreding in de zin van dit beleid bij een hoeveelheid softdrugs van meer dan 5 gram, of bij een hoeveelheid harddrugs van meer dan 0,5 gram.
Een wijziging in de huursituatie wordt als niet terzake doende beschouwd indien deze wordt aangebracht nadat het voornemen tot oplegging van een last onder bestuursdwang is uitgegaan. De ratio hierachter is dat de verhuurder niet met het plaatsen van andere huurders onder de oplegging van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk de ernstige gevolgen van de drugshandel teniet te doen door onder meer de loop van een dergelijk pand te halen. Het enkel plaatsen van nieuwe huurders leidt niet tot het voorkomen van herhaling van een met de wet strijdige situatie.
Indien ondanks de waarschuwing binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van zes maanden. Wordt een overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan wordt het lokaal zonder waarschuwing gesloten voor de duur van twaalf maanden.
Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van soft- of harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Indien binnen 3 jaar nadat sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van harddrugs een 2e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Indien binnen 3 jaar nadat sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van harddrugs een 2e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van zes maanden. Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van zes maanden. Wordt een overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van twaalf maanden.
Indien hierna binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van zes maanden. Wordt een overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van twaalf maanden.
Specifiek ten aanzien van (gedoogde) coffeeshops met een exploitatievergunning:
Er zal bestuursrechtelijk worden opgetreden indien een gedoogde coffeeshop zich niet houdt aan de landelijk door het Openbaar Ministerie vastgestelde AHOJG-BI-criteria, zoals hierna aangegeven.
Het ingezetenschap wordt aangetoond door middel van een uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie van de woonplaats, dat bij het aangaan van het lidmaatschap niet ouder is dan 4 weken. In de ledenadministratie dient derhalve per lidmaatschap een uittreksel te zijn bijgevoegd uit de Gemeentelijke Basisadministratie van de woonplaats van het betreffende lid, welk uittreksel gedateerd is maximaal 4 weken vóór de aanvangsdatum van het lidmaatschap. Op dit uittreksel dienen zichtbaar te zijn de volledige naam en woonplaats van het lid.
Bij een lidmaatschap dat is aangegaan voor een periode langer dan één jaar is de coffeeshophouder verplicht na het aflopen van (telkens) een jaar lidmaatschap een nieuw uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie te verlangen van het lid, met als afgiftedatum maximaal 4 weken vóór het overleggen daarvan aan de coffeeshophouder. Op dit uittreksel dienen zichtbaar te zijn de volledige naam en woonplaats van het lid.
Indien er sprake is van Affichering (A) wordt bij een eerste constatering van een overtreding een waarschuwing gegeven dat de affichering onmiddellijk dient te worden verwijderd. Indien daaraan geen gevolg wordt gegeven wordt een last onder bestuursdwang opgelegd gericht op het (laten) verwijderen van de reclame-uitingen of zal een last onder dwangsom worden opgelegd, zulks afhankelijk van de concrete situatie. Indien binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd wordt de inrichting gesloten voor de duur van één maand. Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor drie maanden.
Indien er sprake is van verkoop, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van Harddrugs (H) zal bij de eerste constatering van een overtreding zonder waarschuwing direct worden overgegaan tot sluiting van de inrichting voor de duur van twaalf maanden. In spoedeisende gevallen kan worden besloten dat op basis van artikel 5:31, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Indien binnen 3 jaar na een eerste constatering van een overtreding een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor onbepaalde tijd en wordt de vergunning ingetrokken.
Indien er sprake is van Overlast (O) wordt bij de eerste constatering van een overtreding een waarschuwing gegeven dat de geconstateerde overtreding onmiddellijk gestaakt dient te worden. Indien ondanks de waarschuwing binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor zes maanden. Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor twaalf maanden. Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor onbepaalde tijd en wordt de vergunning ingetrokken.
Indien sprake is van toelating van of verkoop aan Jeugdigen (J) wordt bij de eerste constatering van een overtreding een waarschuwing gegeven dat de geconstateerde overtreding onmiddellijk gestaakt dient te worden. Indien ondanks de waarschuwing binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor zes maanden. Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor twaalf maanden. Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor onbepaalde tijd en wordt de vergunning ingetrokken.
Indien sprake is van verkoop van Grote hoeveelheden (meer dan 5 gram per transactie) (G) wordt bij de eerste constatering van een overtreding een waarschuwing gegeven dat de geconstateerde overtreding onmiddellijk gestaakt dient te worden. Indien ondanks de waarschuwing binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor zes maanden. Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor twaalf maanden. Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor onbepaalde tijd en wordt de vergunning ingetrokken.
Indien er in de inrichting een te grote handelsvoorraad wordt aangetroffen wordt bij de eerste constatering van een overtreding een waarschuwing gegeven dat de geconstateerde overtreding onmiddellijk gestaakt dient te worden. Indien ondanks de waarschuwing binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor zes maanden. Indien binnen 3 jaar na de 2e overtreding een 3e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor twaalf maanden. Indien binnen 3 jaar na de 3e overtreding een 4e overtreding wordt geconstateerd, wordt de inrichting gesloten voor onbepaalde tijd en wordt de vergunning ingetrokken.
Dit beleid is overeengekomen in het lokale driehoeksoverleg van 25 april 2012