Organisatie | Aa en Hunze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Meedoenpremies gemeente Aa en Hunze 2012 |
Citeertitel | Verordening Meedoenpremies gemeente Aa en Hunze 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 11-04-2012 De Schakel, 28-04-2012 | 2012/24h |
De raad der gemeente Aa en Hunze;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,
d.d. 27 maart 2012, nummer 24h;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het noodzakelijk is de wijze van uitvoering van de meedoenpremies bij verordening te regelen;
Verordening Meedoenpremies gemeente Aa en Hunze vastgesteld d.d. 15 december 2010
In deze verordening wordt verstaan onder:
c. Bijstandsnorm: de voor de aanvrager op het moment van de aanvraag geldende landelijke bijstandsnorm vermeerderd of verminderd met de van toepassing zijnde gemeentelijke toeslag(en) en/of verlaging(en) op grond van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand;
Inkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 31 en 32 WWB
Vermogen: het voor aanvrager geldende vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 WWB
De inwoner: elke op grond van artikel 11 WWB leden 1, 2, en 3 rechtmatig in Nederland verblijvende inwoner van de gemeente Aa en Hunze;
De alleenstaande: de alleenstaande als bedoeld in artikel 4 WWB
Alleenstaande ouder: de alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 WWB
De gehuwde: de gehuwde als bedoeld in artikel 4 WWB
Kind: het ten laste komende kind als bedoeld in artikel 4 WWB
Tot de doelgroep voor een meedoenpremie behoort de inwoner die een inkomen heeft dat niet hoger is dan 110% van de bijstandsnorm en/of een vermogen bezit dat niet hoger is dan het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand en die:
De ISD kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien zij van mening is dat de aanvrager in bijzondere omstandigheden verkeert waardoor toepassing van deze verordening niet tot het beoogde of gewenste doel leidt, te weten het voorkomen van of doorbreken van een sociaal isolement.