Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inspraakverordening Zutphen |
Citeertitel | Inspraakverordening Zutphen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Algemeen; inrichting en werkwijze |
Regeling geldt ingevolge het besluit van 28 februari 2005 met ingang van 10 maart 2005 ook voor het grondgebied van de voormalige gemeente Warnsveld
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-03-2005 | Geldend verklaard | 28-02-2005 Zutphense Koerier, 09-03-2005 | 433 | ||
17-03-2004 | nieuwe regeling | 26-01-2004 Zutphense Koerier, 5 februari 2004 | 14.722 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Inspraak: Bij de formulering is aangesloten bij de tekst van artikel 150
Beleidsvoornemen: Het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het gaat hierbij niet om de vaststelling van concrete besluiten of maatregelen, maar om de vorming van het beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
Het eerste lid bepaalt dat elk bestuursorgaan (raad, college of burgemeester) van de gemeente zijn eigen beleidsvoornemens aan inspraak kan onderwerpen.
In het tweede lid is bepaald dat inspraak altijd wordt verleend indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht. De wettelijke verplichtingen zijn uit praktische overwegingen niet opgenomen in de tekst van het artikel zelf, omdat in dat geval bij een nieuwe wettelijke verplichting de verordening direct moet worden aangepast.
Wettelijke verplichtingen tot het bieden van inspraak bestaan thans bij:
de plannen en beleidsverslagen gericht op de realisatie en de vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de Algemene bijstandswet (artikel 118), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (artikel 42, eerste lid, onder d) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (artikel 42, eerste lid, onder d);
In het derde lid is opgenomen wanneer geen inspraak wordt verleend.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
De omschrijving van inspraakgerechtigden vloeit rechtstreeks voort uit de tekst van artikel 150 van de Gemeentewet. In de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb zijn de woorden 'in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen' vervangen door: belanghebbenden.
Ter uniformering en deregulering is in het eerste lid afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. In artikel 3:11 tot en met 3:17 (tot de inwerkingtreding van de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb: artikel 3:11 tot en met 3:13) Awb is de inspraakprocedure te vinden. Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken (tot de inwerkingtreding van de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb: vier weken) schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de procedure worden gewijzigd. Tevens kan op grond van het derde lid een andere inspraakprocedure worden vastgesteld.
Onder het in het tweede lid, onderdeel a, genoemde verslag van de gevolgde inspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 Awb onverkort toegepast? Wanneer is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd enz.?
Onderdeel b betekent dat de eindrapportage een volledig overzicht dient te bevatten van zowel de mondelinge als de schriftelijke inspraakreacties. De schriftelijke inspraakreacties kunnen aan het verslag worden gehecht.
Onderdeel c wordt als het sluitstuk van inspraak voorgeschreven dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de zienswijzen wordt gedaan.
In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Het ligt voor de hand om degenen die hebben ingesproken een exemplaar van het eindverslag te sturen. Daarnaast kan het eindverslag algemeen worden gepubliceerd in de krant en op de gemeentelijke website. Als het aantal insprekers omvangrijk is, kan worden gekozen voor het volstaan met een algemene bekendmaking.
In het vierde lid wordt de burgemeester verplicht om het eindverslag te vermelden in zijn burgerjaarverslag overeenkomstig artikel 170, tweede lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
Met deze bepaling wordt de Inspraakverordening Zutphen 1995 ingetrokken. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de verordening in werking treedt (zie artikel 7).
De Tijdelijke referendumwet (Trw) is van toepassing op de vaststelling, wijziging of intrekking van een inspraakverordening. Verordeningen waarover op grond van de Trw een referendum kan worden gehouden, treden in afwijking van artikel 142 van de Gemeentewet niet eerder in werking dan zes weken na de bekendmaking van de verordening (artikel 22 Trw).
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Zutphen.