Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Epe

Nadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEpe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2012
CiteertitelNadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Epe 2010

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-05-201227-05-2016Nieuwe regeling

09-05-2012

Veluws Nieuws, 15-05-2012

Beslisnota B&W 2012-15070

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Epe,

 

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de beleidsdoelen van de gemeente Epe,

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening van de Algemene subsidieverordening Epe 2010

 

besluiten

vast te stellen de Nadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2012

1. Maatschappelijke belangenbehartiging

Sociale Agenda: Leefbaar

In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig, de algemene basisvoorzieningen zijn aanwezig en het zelf organiserend vermogen van mensen is hoog. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk.

 

Doelstelling:

Bevorderen en ondersteunen van een sterke sociale samenhang

 

Resultaatverwachtingen

  • -

    Creëren van randvoorwaarden waardoor de betrokkenheid van bewoners op wijkniveau worden versterkt.

  • -

    Stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk.

  • -

    Voorkomen van uitsluiting van minder initiatiefrijke burgers (bron: nota Maatschappelijke Participatie).

Artikel 1.1 MAATSCHAPPELIJKE ACTIVERING

 

Artikel 1.1.1. Begripsbepaling

Basisbedrag : het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag.

Deelnemers: aantal deelnemers aan activiteiten.

Activiteiten: sociaal-culturele en recreatieve activiteiten voor ouderen (65+), mensen met een beperking (lichamelijk en/of verstandelijk) en jeugd. Een wekelijks/maandelijks zelfde terugkerende activiteit en daaraan gekoppelde gemiddeld aantal deelnemers wordt eenmalig meegenomen.

Artikel 1.1.2. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van vrijwillige ouderenorganisaties, wijkverenigingen en buurtraden.

Artikel 1.1.3. Criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de vier jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal activiteiten en deelnemers aan activiteiten van het voorgaande jaar.

Artikel 1.1.4. Subsidiebedrag

De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal deelnemers en een kwart op het aantal activiteiten.

  • 1.

    Basisbedrag.

  • 2.

    Deelnemers, gecategoriseerd in minder dan 250 deelnemers en gelijk aan of meer dan 250 deelnemers.

  • 3.

    Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van organisaties.

  • 4.

    Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag

Artikel 1.1.5. Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van hetgeen hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.

Artikel 1.2 VRIJWILLIGE HULPDIENSTEN

 

Artikel 1.2.1. Begripsbepaling

Basisbedrag:het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag.

Deelnemers: aantal deelnemers aan activiteiten.

Activiteiten: sociaal-culturele en recreatieve activiteiten voor ouderen (65+), mensen met een beperking (lichamelijk en/of verstandelijk) en jeugd. Een wekelijks/maandelijks zelfde terugkerende activiteit en daaraan gekoppelde gemiddeld aantal deelnemers wordt eenmalig meegenomen.

Artikel 1.2.2. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van vrijwilligersorganisaties gericht op vrijwillige hulpdiensten.

Artikel 1.2.3. Criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de vier jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal activiteiten en deelnemers aan activiteiten van het voorgaande jaar.

Artikel 1.2.4. Subsidiebedrag

De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal deelnemers en een kwart op het aantal activiteiten.

  • 1.

    Basisbedrag.

  • 2.

    Deelnemers, gecategoriseerd in minder dan 250 deelnemers en gelijk aan of meer dan 250 deelnemers.

  • 3.

    Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van organisaties.

  • 4.

    Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag

Artikel 1.2.5. Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van hetgeen hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.

2. Vrijwillig jeugdwerk

Sociale Agenda: Leefbaar

In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig, de algemene basisvoorzieningen zijn aanwezig en het zelf organiserend vermogen van mensen is hoog. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk.

 

Doelstellingen:

Bevorderen en ondersteunen van een sterke sociale samenhang

Verbeteren samenhang voorzieningen 0-19 jaar

 

Resultaatverwachtingen

  • -

    Creëren van randvoorwaarden waardoor de betrokkenheid van bewoners op wijkniveau worden versterkt.

  • -

    Stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk.

  • -

    Voorkomen van uitsluiting van minder initiatiefrijke burgers (bron: nota Maatschappelijke Participatie).

  • -

    Aandacht voor het ontwikkelen van buitenschoolse activiteiten (bron: Jeugdnota).

Artikel 2.1 JEUGD

 

Artikel 2.1.1. Begripsbepaling

Basisbedrag : het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag.

Deelnemende jeugdige: persoon tot 19 jaar die actief deelneemt aan de activiteiten.

Activiteiten: buitenschoolse activiteiten georganiseerd voor de jeugd.

Artikel 2.1.2. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van scoutingverenigingen, speeltuinverenigingen en de organisatie die zich bezig houdt met het organiseren van het Kinderdorp in de gemeente Epe.

Artikel 2.1.3. Criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de vier jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal buitenschoolse dagactiviteiten voor de jeugd en het aantal deelnemende jeugdigen van het voorgaande jaar.

Artikel 2.1.4. Subsidiebedrag

De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal deelnemende jeugdigen en een kwart op het aantal dagen waarop buitenschoolse activiteiten zijn georganiseerd.

  • 1.

    Basisbedrag.

  • 2.

    Deelnemende jeugdigen, gecategoriseerd in minder dan 2000 deelnemende jeugdigen (aantal dagen maal aantal deelnemers) en gelijk aan of meer dan 2000 deelnemende jeugdigen.

  • 3.

    Buitenschoolse dagactiviteiten, als percentage van het totaal aantal dagen waarop buitenschoolse jeugdactiviteiten worden georganiseerd door de organisaties.

  • 4.

    Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag

Artikel 2.1.5. Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van hetgeen hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.

 

3. Sport

Sociale Agenda: Leefbaar

In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig, de algemene basisvoorzieningen zijn aanwezig en het zelf organiserend vermogen van mensen is hoog. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk.

 

Doelstellingen:

Bevorderen van deelname aan sportieve activiteiten (bron: Sportnota)

Bevorderen van een gezonde levensstijl (bron: Sociale Agenda en Sportnota)

 

Resultaatverwachtingen

  • -

    Inwoners stimuleren om te gaan sporten.

  • -

    Voorkomen van overgewicht (bron: nota Gezondheid).

Artikel 3.1. SPORTVERENIGINGEN

 

Artikel 3.1.1. Begripsbepaling

Basisbedrag : het basisbedrag bestaat uit een percentueel deel.

Jeugdlid: een persoon tot 19 jaar die daadwerkelijk lid is van een sportvereniging uit de gemeente Epe;

Activiteiten: evenementen die voor het publiek toegankelijk zijn voor maatschappelijke doelen: gezondheidsbevordering, versterking van de sociale cohesie en jongerenparticipatie. Het gaat om evenementen georganiseerd buiten het reguliere competitieverband.

Artikel 3.1.2. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van sportverenigingen die zijn aangesloten bij een erkende lokale, regionale of landelijke sportbond of koepelorganisatie.

Artikel 3.1.3. Criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de vier jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal jeugdleden en sportactiviteiten van het voorgaande jaar.

Artikel 3.1.4. Subsidiebedrag

De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal jeugdleden en een kwart op het aantal activiteiten.

  • 1.

    Basisbedrag.

  • 2.

    Jeugdleden, als percentage van het totaal aantal jeugdleden van de verenigingen.

  • 3.

    Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van de verenigingen.

  • 4.

    Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag

Artikel 3.1.5. Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van hetgeen hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.

 

4. Kunst en cultuur

Sociale Agenda: Leefbaar

In de gemeente Epe wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig, de algemene basisvoorzieningen zijn aanwezig en het zelf organiserend vermogen van mensen is hoog. De nadruk ligt op collectieve voorzieningen en burgers regelen het meeste zelf en onderling. De gemeente en maatschappelijke organisaties treden hier vooral faciliterend op. Dit onderdeel richt zich onder andere op het ondersteunen van vrijwilligerswerk.

 

Doelstelling:

Faciliteren van persoonlijke ontplooiing en mogelijkheden voor ontmoeting

Bevorderen van culturele participatie van inwoners (bron: Nota Kunst en Cultuur)

 

Resultaatverwachtingen

  • -

    Ondersteunen van vrijwilligersorganisaties.

  • -

    Faciliteren van een aanbod aan kunst en cultuur.

Artikel 4.1. KUNST EN CULTUUR

 

Artikel 4.1.1. Begripsbepaling

Basisbedrag: Het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening uit het jaar voorafgaande aan indiening van de subsidieaanvraag.

Bezoeker : een bezoeker bij een georganiseerde tentoon- of podiumvoorstelling, Koninginnedag activiteit of festival in de gemeente Epe.

Activiteiten: tentoonstelling, podiumvoorstelling, Koninginnedag activiteit en festival gericht op het vergroten van de culturele participatie en een bijdrage levert aan de Eper leefomgeving met culturele voorzieningen.

Artikel 4.1.2. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten van oranjeverenigingen en culturele vrijwilligersorganisaties. Onder dit onderdeel vallen specifiek niet de amateurkunstverenigingen (zoals koren, muziekverenigingen).

Artikel 4.1.3. Criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie eenmaal in de vier jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal bezoekers en activiteiten van het voorgaande jaar.

Artikel 4.1.4. Subsidiebedrag

De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel. De helft van het beschikbare bedrag is gericht op het basisbedrag, een kwart van dit bedrag op het aantal bezoekers en een kwart op het aantal activiteiten.

1 Basisbedrag.

2 Bezoekers, gecategoriseerd in minder dan 2500 bezoekers en gelijk aan of meer dan 2500 bezoekers.

3 Activiteiten, als percentage van het totaal aantal activiteiten van de organisaties.

4 Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag.

Artikel 4.1.5. Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van hetgeen hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.

Artikel 4.2. AMATEURKUNST: HARMONIE EN FANFARE

 

Artikel 4.2.1. Begripsbepaling

Basisbedrag : Het bedrag bestaat uit een percentueel deel en een evenredig deel op basis van de subsidieverlening 2007.

Jeugdlid: een persoon tot 18 jaar die daadwerkelijk een muziekinstrument bespeelt, dan wel actief deelneemt aan instructie en uitvoeringen van een majorettekorp in de gemeente Epe.

Openbare optredens: Optredens welke in de openbare ruimte plaatsvinden of optredens in het kader van een concert in de gemeente Epe.

Artikel 4.2.2. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen aan activiteiten van verenigingen voor Harmonie, Fanfare, Brassbands en majorettekorpsen uit de gemeente Epe.

Artikel 4.2.3. Criteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de muziekvereniging eenmaal in de vier jaar een aanvraag in te dienen. Hierbij dient zij opgave te doen van het aantal jeugdleden en het aantal openbare optredens van het voorgaande jaar.

Artikel 4.2.4. Subsidiebedrag

De verdeling van het subsidiebedrag is gebaseerd op drie evenredige delen binnen het totaal beschikbare budget voor dit onderdeel.

  • 1.

    Basisbedrag;

  • 2.

    Optredens van een vereniging, gecategoriseerd in meer dan 10 optredens en minder dan 10 optredens;

  • 3.

    Jeugdleden van een vereniging, als percentage van het totaal aantal jeugdleden van de verenigingen.

  • 4.

    Het subsidiebedrag overtreft nooit de subsidieaanvraag.

Artikel 4.2.5. Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien na het toekennen van de subsidies – met inachtneming van hetgeen hierboven is bepaald – blijkt dat het subsidieplafond nog niet is bereikt kan het college besluiten om het resterende bedrag te verdelen over de organisaties die een lager subsidiebedrag hebben ontvangen dan het aangevraagde subsidiebedrag. Het resterende bedrag wordt naar evenredigheid van het aantal organisaties verdeeld, maar kan nooit het aangevraagde bedrag overschrijden.

 

5. Slotbepalingen

 

  • 1.

    De Subsidieregeling Harmonie en Fanfare wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking na publicatie.

De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Vrijwilligersorganisaties.

Epe, 9 mei 2012

 

Burgemeester en wethouders van Epe,

de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA

de secretaris, mevr. C. Kats

Inhoudsopgave

Sociale agenda: Leefbaar 1. Maatschappelijke belangenbehartiging

Artikel 1.1 MAATSCHAPPELIJKE ACTIVERING

Artikel 1.1.1. Begripsbepaling

Artikel 1.1.2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 1.1.3. Criteria

Artikel 1.1.4. Subsidiebedrag

Artikel 1.1.5. Subsidieplafond

Artikel 1.2 VRIJWILLIGE HULPDIENSTEN

Artikel 1.2.1. Begripsbepaling

Artikel 1.2.2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 1.2.3. Criteria

Artikel 1.2.4. Subsidiebedrag

Artikel 1.2.5. Subsidieplafond  2. Vrijwillig Jeugdwerk

Artikel 2.1 JEUGD

Artikel 2.1.1. Begripsbepaling

Artikel 2.1.2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 2.1.3. Criteria

Artikel 2.1.4. Subsidiebedrag

Artikel 2.1.5. Subsidieplafond  3. Sport

Artikel 3.1. SPORTVERENIGINGEN

Artikel 3.1.1. Begripsbepaling

Artikel 3.1.2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 3.1.3. Criteria

Artikel 3.1.4. Subsidiebedrag

Artikel 3.1.5. Subsidieplafond  4. Kunst en cultuur

Artikel 4.1. KUNST EN CULTUUR

Artikel 4.1.1. Begripsbepaling

Artikel 4.1.2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 4.1.3. Criteria

Artikel 4.1.4. Subsidiebedrag

Artikel 4.1.5. Subsidieplafond

Artikel 4.2. AMATEURKUNST: HARMONIE EN FANFARE

Artikel 4.2.1. Begripsbepaling

Artikel 4.2.2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 4.2.3. Criteria

Artikel 4.2.4. Subsidiebedrag

Artikel 4.2.5. Subsidieplafond  5. Slotbepalingen