Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening 2005 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Aanvragen om een vergunning als bedoeld in de artikelen B.1.11, tweede lid, en D.4.1, tweede lid, die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 worden afgehandeld volgens het recht zoals dat gold voor het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking is getreden.
Gemeentewet, art. 149
Nadere regels stoepborden en speeltoestellen in het Centrum van Almere Stad
Nadere regels uitstallingen in het Centrum van Almere Stad
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | A1 ond n, A2, lid 1 en 4, B.1.2, lid 3, B.1.11, lid 1 en 2, D.4.1, lid 1 | 23-09-2010 Almere Vandaag, 25-09-2010 | RV-68/2010 | ||
28-12-2008 | Hoofdstuk C.A. | 11-12-2008 Almere Vandaag, 2008-12-20 | RV-82/2008 | ||
29-09-2007 | art. B.1.14 | 06-09-2007 Almere Vandaag, 2007-09-28 | RV-66/2007 | ||
29-09-2007 | art. B.1.5 | 06-09-2007 Almere Vandaag, 2007-09-28 | RV-65/2007 | ||
21-01-2006 | 30-01-2011 | Nieuwe regeling | 12-01-2006 Almere Vandaag, 2006-01-20 | RV-130 |
HOOFDSTUK A – ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel A1 - Begripsomschrijvingen
Voor zover elders in deze verordening niet uitdrukkelijk anderszins is aangegeven, wordt voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde verstaan onder:
Artikel A3 - Te late indiening aanvraag
Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Artikel A5 - Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel A6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan onder meer worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel A7 Ter inzage afgeven van een vergunning of ontheffing
De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op de eerste aanvraag ter inzage af te geven aan degenen die belast zijn met het toezicht op de naleving dan wel de opsporing van overtredingen van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.
Afdeling 1 Orde en veiligheid op de weg
Artikel B.1.2 Samenscholing en ongeregeldheden
Het is verboden zonder ontheffing van de burgemeester zich te begeven of te bevinden op terreinen, wegen of weggedeelten, wanneer deze door of vanwege het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van wanordelijkheden zijn afgezet.
Het in de voorgaande leden bepaalde geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
Artikel B.1.3 - Verblijfsontzegging
Het is degenen aan wie dit door of namens de burgemeester in het belang van de openbare orde is bekendgemaakt, verboden zich gedurende een in de bekendmaking genoemd tijdvak van ten hoogste acht weken te bevinden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen en plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd.
Artikel B.1.4 – Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan een gebied, met inbegrip van de van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel B.1.5 – Cameratoezicht
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
Artikel B.1.6 – Zoeken van contact, verrichten van handelingen van seksuele aard
Het is verboden op of aan de weg:
Artikel B.1.10 Slapen op of aan de weg
Het is verboden zonder ontheffing van het college de weg als slaapplaats te gebruiken.
Artikel B.1.11 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg
zonneschermen, mits ze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits:
- geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt;
- geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt;
- geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt;
de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is.
reclameborden en speeltoestellen, voor zover deze zo zijn geplaatst dat zij geen gevaar of hinder voor het verkeer kunnen opleveren, en mits deze voldoen aan door het college te stellen nadere regels inhoudende voorschriften die met het plaatsen en geplaatst hebben van reclameborden en speeltoestellen in acht dienen te worden genomen.
Artikel B.1.12 Aanbrengen of onderhouden van beplanting
Het is verboden een boom, heg, struik, heester of enig andere aanplanting aan te brengen, te plaatsen of te hebben, die voor het verkeer de vrije doorgang belemmert en daardoor de verkeersveiligheid in gevaar kan brengen, dan wel de bediening, bereikbaarheid of zichtbaarheid belemmert van brandkranen of afsluiters.
Afdeling 2 Toezicht op evenementen
Het bepaalde in het eerste lid geldt voorts niet voor ééndaagse evenementen mits het bezoekers-, dan wel deelnemeraantal niet meer bedraagt dan vijftig personen, het wordt gehouden tussen 07.00 en 22.00 uur en het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan van een doorgaande weg en voorts het evenement ten minste één week voor aanvang door de aanvrager bij de burgemeester is gemeld op een daartoe door deze vastgesteld formulier.
Artikel B.3.1 - Meldingsplicht
Artikel B.3.2 - Verboden voetbalwedstrijd
Het is de organisator van een voetbalwedstrijd verboden, deze te doen plaatsvinden, indien:
Artikel B.3.4 - Verwijdering supporters
Personen, die zich door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporters, en niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de voetbalwedstrijd dan wel ten aanzien van wie het vermoeden bestaat, dat zij voornemens zijn de orde te verstoren, zijn verplicht zich op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie met inachtneming van diens aanwijzingen, naar een in het bevel aangegeven plaats, dan wel buiten de gemeentegrenzen te begeven.
Afdeling 4 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel B.4.2 Terrasvergunning
In afwijking van het bepaalde in artikel B.1.11 beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die betrekking heeft op één of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras. In afwijking van het bepaalde in artikel A5 is de te verlenen vergunning objectgebonden.
Artikel B.4.3 Sluitingstijden horecabedrijven
Het is de houder van een horecabedrijf verboden zonder vergunning van de burgemeester de inrichting voor het publiek geopend te hebben of daarin te laten verblijven tussen 00.00 en 06.00 uur.
De burgemeester kan bij openbaar bekend te maken besluit bepalen dat het verbod in het eerste lid niet geldt voor één of meer in dat besluit aangewezen gedeelten van de gemeente.
De burgemeester kan de houder van een horecabedrijf verbieden de inrichting voor het publiek geopend te hebben of het daarin laten verblijven tussen 00.00 en 06.00 uur, in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, of gezondheid.
De burgemeester kan voor één of meerdere horecabedrijven in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, tijdelijke sluitingsuren vaststellen.
Afdeling 5 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel B.5.3 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang op de openbare weg te vervoeren of bij zich te hebben lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel B.5.8 Gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel of op voor anderen hinderlijke wijze op te houden in een portaal, telefooncel, parkeergarage, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen en/of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor deze ruimten zijn bestemd.
Artikel B.5.9 Hinderlijk gedrag op schoolterreinen
Het is verboden zonder redelijk doel of op een voor anderen hinderlijke wijze zich op te houden op schoolterreinen.
Artikel B.5.12 Loslopende honden
Afdeling 6 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel B.6.2 - Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld:
Artikel B.6.3 - Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 437 ter, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar er schriftelijk van in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt, daarbij tevens schriftelijk opgave te doen van zijn woonadres en van het volledig adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen;
de onder a bedoelde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres, alsook van het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijnde lokaliteit;
Artikel B.6.4 - Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.
Artikel B.7.1 - Begripsomschrijving
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk:
consumentenvuurwerk, waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
HOOFDSTUK C SEKSINRICHTINGEN,SEKSWINKELS,STRAATPROSTITUTIE E.D.
Afdeling 1 Begripsomschrijvingen en nadere regels
Artikel C.1.1 - Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel C.2.2 - Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van duizend gulden of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant - indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke perso(o)n(en) - of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een inrichting die voor ten minste één maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning als bedoeld in artikel C.2.1. is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel C.2.7 - Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringgronden; nadere regels
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel C.4.1 - Beëindiging exploitatie
De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel C.2.1 op de vergunning vermelde exploitant, de exploitatie van de seksinrichting , escortbedrijf of sekswinkel feitelijk heeft beëindigd.
Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.
Artikel C.4.2 - Wijziging beheer
Indien een beheerder als bedoeld in artikel C.2.1, tweede lid, onder b, het beheer in de seksinrichting of sekswinkel feitelijk heeft beëindigd, geeft de exploitant daarvan binnen een week na de feitelijke beëindiging van het beheer schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.
Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel C.3.2, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
In afwachting van het besluit bedoeld in het tweede lid, kan het beheer worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder zodra de exploitant een aanvraag als bedoeld in het tweede lid heeft ingediend, totdat over de aanvraag is besloten.
Artikel C.A.1 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
inrichting: een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een amvang alsof zij bedrijfsmatig anders was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die in verband houden met dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als een growshop, headshop of smartshop;
1. de natuurlijke persoon of bestuurders van een rechtspersoon of
hun gevolgmachtigden, voor wiens rekening en risico de inrichting wordt geexploiteerd;
2. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan de exploitatie van de inrichting;
3. de natuurlijke persoon, die onmiddelijke leiding geeft aan de exploitatie van de inrichting;
Met het oog op de in artikel C.A.9 derde en vierde lid genoemde belangen, kan de burgemeester over de uitoefening van de bevoegdheden in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een inrichting te exploiteren zoals bedoeld in artikel C.A.1 sub a.
Naast de gesteld eisen in het eerste lid, is de exploitant en de leidinggevende niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter van Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherropelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
- bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;
- de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
- de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen
Een sluiting voor onbepaalde duur kan op aanvraag van belanghebbende(n) door het bevoegd gezag worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Artikel C.A.11 Aanwezigheid leidinggevende
Het is verboden een inrichting voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting geen leidinggevende aanwezig is die vermeld staat op een vergunning met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van deze vergunninghouder.
Artikel C.A. 12 Intrekkinggronden
Onverminderd het bepaalde in artikel A6 kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken, indien:
aannemelijk is, dat een leidinggevende van de inrichting betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de inrichting, die een gevaar opleveren voor de openbare orde/ of een bedreiging vormen voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting;
Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder g, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel van die wet worden gevraagd.
HOOFDSTUK D BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON
Artikel D.1.3 - Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de voorschriften 1.1.1, 1.1.5, 1.1.7 en 1.1.8 uit de bijlage onder B van het Besluit niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste vier weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij het voorschrift 1.5.1 uit de Bijlage onder B van het Besluit niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste vier weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel D.1.4 - Verboden incidentele festiviteiten
Het is verboden een incidentele festiviteit te organiseren, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen indien de burgemeester het organiseren van een incidentele festiviteit verboden heeft wanneer naar zijn oordeel de woon- en leefsituatie in de omgeving van de inrichting en/of openbare orde op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed.
Artikel D.1.5 - Overige geluidhinder
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
Het college, dan wel de burgemeester indien het veroorzaken van geluidhinder verband houdt met een evenement, kan van het in het eerste lid bepaalde ontheffing verlenen.
Het in het eerste lid bepaalde geldt niet, voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, het Vuurwerkbesluit of indien artikel B.2.1 vierde lid van toepassing is, mits wordt voldaan aan de door het college bij nadere regels vast te stellen voorschriften betreffende de aard, situering en maximale geluidsniveaus van de toestellen of geluidsapparaten.
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering, stankoverlast en dergelijke
Het verbod geldt niet voor onverlichte:
opschriften of aankondigingen kleiner dan 0,50 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op:
- een openbare verkoping of een aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijk betekenis hebben
- het beroep, die dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak bestemd is;
opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijk betekenis hebben;
Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:
a indien de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;
b in het belang van de verkeersveiligheid;
c in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van het in de nabijheid gelegen onroerend goed.
a Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de provinciale Landschapsverordening;
b De weigeringgrond van het vijfde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken.
c De weigeringgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
HOOFDSTUK E ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING VAN DE GEMEENTE
Artikel E.1.1 Parkeren van voertuigen van een autobedrijf e.d.
Het is degene die er zijn bedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren, voor het geven van rijlessen te gebruiken of te verhandelen, verboden zonder ontheffing van het college:
Artikel E.1.2 Parkeren van aanhangwagens, caravans en dergelijke
Het is verboden zonder ontheffing van het college een caravan, een kampeerwagen, een aanhangwagen, een keetwagen, een reclamevoertuig of ander dergelijk voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd op de weg binnen de bebouwde kom langer dan drie dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking te parkeren.
Artikel E.1.4 Parkeren van voertuigwrakken en defecte voertuigen
Het is verboden een voertuigwrak op de weg te parkeren. Onder voertuigwrak wordt verstaan een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in kennelijk verwaarloosde toestand verkeert.
Afdeling 2 Collecteren, venten, standplaatsen, markten e.d.
Artikel E.2.1 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld wordt mede verstaan het bij het aanbieden van bonnen, speldjes, stickers, geschreven of gedrukte stukken waaronder ansichtkaarten, snuisterijen en versnaperingen, alsmede van andere dergelijke goederen, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Het is verboden zonder vergunning van het college in de uitoefening van de handel op of aan de weg of een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden.
Artikel E.2.3 Standplaatsen en uitstallingen op de weg
Het in het eerste lid, onder b, gestelde verbod, geldt niet voor uitstallingen, voor zover deze zo zijn geplaatst dat zij geen gevaar of hinder voor het verkeer kunnen opleveren, en mits deze voldoen aan door het college te stellen nadere regels inhoudende voorschriften
die met het plaatsen en geplaatst hebben van uitstallingen in acht dienen te worden genomen.
Het is de rechthebbende op een - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijk gebouw of plaats verboden toe te laten, te bevorderen of ertoe gelegenheid te geven, dat daar zonder vergunning als bedoeld in het eerste lid een markt wordt georganiseerd of gehouden waar ter plaatse aanwezige goederen worden verhandeld.
Artikel E.3.2 Gebruik openbaar water
Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Artikel E.3.5 - Reddingsmiddelen
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel, dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Onder terreinrijden wordt verstaan het besturen van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1 onderdeel z of een bromfiets als bedoeld in artikel 1 onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, uitsluitend of hoofdzakelijk bij wijze van sport of recreatie, buiten een weg als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet
Afdeling 5 Naamgeving en nummering
Artikel E.5.1 - Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.
Artikel E.5.3 -Nummering van objecten
Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.
Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.
Onder toekennen, als bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.
Artikel E.5.5 - Gedoogplicht naamborden
Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
HOOFDSTUK F STRAF, OVERGANGS EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, en van de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan de op grond van deze verordening verleende vergunningen of ontheffingen, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of met hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college dan wel de burgemeester aangewezen personen.
Artikel F3 - Binnentreden van woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel F5 - Overgangsbepaling
Vergunningen en ontheffingen – hoe ook genaamd – verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel F4, tweede lid onder a, blijven – indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken, of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing – hoe ook genaamd – op grond van de verordening als bedoeld in artikel F5, tweede lid onder a, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze aanvraag nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overeenkomstige bepalingen van deze verordening toegepast.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog geen beslissing is genomen op een bezwaarschrift, gericht tegen een besluit op grond van de verordening als bedoeld in artikel F4, tweede lid, onder a, zal de beslissing op het bezwaarschrift worden genomen overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.
De intrekking van de verordening als bedoeld in artikel F4, tweede lid onder a heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de nadere regels, en aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Het college kan in afwijking van het zesde lid besluiten dat de op grond van de in het zesde lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens in Hoofdstuk E, Afdeling 5 van deze verordening gestelde voorschriften.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeenteraad gehouden op 12 januari 2006
De griffier, de voorzitter,
INHOUDSOPGAVE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2005
HOOFDSTUK A ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel A1 Begripsomschrijvingen
Artikel A3 Te late indiening aanvraag
Artikel A4 Voorschriften en beperkingen
Artikel A5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel A6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
Artikel A7 Ter inzage afgeven van een vergunning of ontheffing
Afdeling 1 Orde en veiligheid op de weg
Artikel B.1.1 Verstoring van de openbare orde
Artikel B.1.2 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel B.1.3 Verblijfsontzegging
Artikel B.1.4 Veiligheidsrisicogebieden
Artikel B.1.6 Zoeken van contact, het verrichten van handelingen van
Artikel B.1.7 Kennisgeving betogingen, vergaderingen en
samenkomsten op openbare plaatsen
Artikel B.1.8 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte
Artikel B.1.9 Muziek en vermakelijkheden
Artikel B.1.10 Slapen op of aan de weg
Artikel B.1.11 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg
Artikel B.1.12 Aanbrengen of onderhouden van beplanting
Artikel B.1.14 Messen en andere voorwerpen als steekwapen
Afdeling 2 Toezicht op evenementen
Artikel B.3.2 Verboden voetbalwedstrijd
Artikel B.3.4 Verwijdering supporters
Afdeling 4 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel B.4.1 Begripsomschrijvingen
Artikel B.4.2 Terrasvergunning
Artikel B.4.3 Sluitingstijden horecabedrijven
Artikel B.4.4 Algehele sluiting horecabedrijven
Artikel B.4.5 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Artikel B.4.6 College als bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 5 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel B.5.1 Kladden en plakken
Artikel B.5.2 Vervoer plakgereedschap en dergelijke
Artikel B.5.3 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel B.5.4 Hinderlijk gedrag op of aan de weg
Artikel B.5.5 Hinderlijk drankgebruik
Artikel B.5.6 Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen
Artikel B.5.7 Betreden gesloten lokaal
Artikel B.5.8 Gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Artikel B.5.9 Hinderlijk gedrag op schoolterreinen
Artikel B.5.10 Neerzetten van fietsen, bromfietsen of gelijksoortige
Artikel B.5.11 Bespieden van personen
Artikel B.5.12 Loslopende honden
Artikel B.5.13 Verontreiniging door honden
Artikel B.5.14 Gevaarlijke honden
Artikel B.5.15 Houden van gevaarlijke, schadelijke of hinderlijke dieren
Afdeling 6 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel B.6.1 Begripsomschrijvingen
Artikel B.6.2 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel B.6.3 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van
Artikel B.6.4 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Artikel B.7.1 Begripsomschrijving
Artikel B.7.2 Bezigen van vuurwerk
Artikel B.8.1 Handel in verdovende middelen
HOOFDSTUK C SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS,STRAATPROSTITUTIE E.D.
Afdeling 1 Begripsomschrijvingen en nadere regels
Artikel C.1.1 Begripsomschrijvingen
Artikel C.1.2. Bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel C.2.1 Seksinrichtingen
Artikel C.2.2 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel C.2.4 Tijdelijke afwijking sluitingsuur; (tijdelijke) sluiting
Artikel C.2.5 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel C.2.6 Straatprostitutie
Artikel C.2.7 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Afdeling 3 Beslissingstermijn, weigeringsgronden, nadere regels
Artikel C.3.1 Beslissingstermijn
Artikel C.3.2 Weigeringgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel C.4.1 Beëindiging exploitatie
Artikel C.4.2 Wijziging beheer
HOOFDSTUK C.A. GROW-, HEAD-, EN SMARTSHOPS
HOOFDSTUK D BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON
Artikel D.1.1 Begripsomschrijvingen
Artikel D.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Artikel D.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Artikel D.1.4 Verboden incidentele festiviteiten
Artikel D.1.5 Overige geluidshinder
Artikel D.1.6 Geluidshinder door motorvoertuigen
Afdeling 2Bodem, weg, en milieuverontreiniging
Artikel D.2.1 Verontreiniging weg
Artikel D.2.2 Vervoeren, laden en lossen
Artikel D.2.3 Wegwerpen van reclame-of strooibiljetten
Artikel D.2.5 Natuurlijke behoefte doen
Afdeling 3 Bescherming van groenvoorzieningen
Artikel D.3.1 Bescherming groenvoorzieningen
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel D.4.2 Hinderlijke toestellen
HOOFDSTUK E ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE
Artikel E.1.1 Parkeren van voertuigen van een autobedrijf e.d.
Artikel E.1.2 Parkeren van aanhangwagens, caravans en dergelijke
Artikel E.1.3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel E.1.4 Parkeren van voertuigwrakken en defecte voertuigen
Artikel E.1.5 Parkeren van grote voertuigen
Afdeling 2Collecteren, venten, standplaatsen, markten e.d.
Artikel E.2.1 Inzameling van geld of goederen
Artikel E.2.3 Standplaatsen en uitstallingen op de weg
Artikel E.3.2 Gebruik openbaar water
Artikel E.3.3 Verondiepende en drijvende stoffen
Artikel E.3.5 Reddingsmiddelen
Afdeling 5Naamgeving en nummering
Artikel E.5.1 Begripsomschrijving
Artikel E.5.2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen
Artikel E.5.3 Nummering van objecten
Artikel E.5.4 Namen en nummers aanbrengen
Artikel E.5.6 Gedoogplicht naamborden
Artikel E.5.7 Nummerborden aanbrengen
Artikel E.5.8 Uitvoeringsvoorschriften
Artikel E.5.9 Gedoogplicht aanduidingen
HOOFDSTUK F STRAF, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel F3 Betreden dan wel binnentreden van woningen, andere