Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling mandaatverstrekking, machtiging en volmachtverlening aan de SVB |
Citeertitel | Regeling mandaatverstrekking, machtiging en volmachtverlening aan de SVB |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2009 | 01-01-2008 | 01-01-2010 | Nieuwe regeling | 27-11-2008 Streekbode 23 december 2009 | Onbekend |
Artikel 2 Omvang van het mandaat
Het college van burgemeester en wethouders mandateert aan de Raad van bestuur van de SVB de uitvoering van de WWB voor zover het betreft de algemene bijstand van de 65-plussers die in de gemeente woonachtig zijn of (in het geval van adreslozen) de 65-plussers die zich in de gemeente bevinden. Dit mandaat strekt zich tevens uit tot de afhandeling van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.
Het mandaat strekt zich niet uit tot de in de WWB genoemde ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en de daarop gerichte voorzieningen, behoudens het opleggen van een arbeidsverplichting of het opleggen van een maatregel. De SVB zal eventuele bezwaar- en beroepsprocedures over deze besluiten eveneens afhandelen.
Het college van burgemeester en wethouders verleent aan de Raad van bestuur van de SVB de in artikel 10:9 van de Awb vereiste toestemming om voor de in artikel 2 bedoelde uitvoering ondermandaat te verlenen aan ondergeschikten.
De SVB verleent door mede-ondertekening van dit besluit de in artikel 10:4 van de Awb bedoelde instemming.
Artikel 7 Machtiging en volmacht
In aanvulling op de in artikel 2 bedoelde mandaatverstrekking verleent de burgemeester aan de Raad van bestuur van de SVB een volmacht om privaatrechtelijke handelingen te verrichten en een machtiging om feitelijke handelingen te verrichten en besluiten te nemen anders dan bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.