Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Kerkrade

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de warenmarkten voor de gemeente Kerkrade
CiteertitelMarktverordening gemeente Kerkrade 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Marktverordening gemeente Kerkrade 1999

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet artikel 147 1e lid
  2. Gemeentewet artikel 149
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-05-2012Nieuwe regeling

25-04-2012

Zuid-Limburger 02-05-2012

12Rb021

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE WARENMARKTEN VOOR DE GEMEENTE KERKRADE

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening en de daarop berustende nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats in volgorde van da­tum van verlenen van de vergunning;

  • b.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een meeloper, om­dat deze niet als vaste standplaats is toegewezen, dan wel ingenomen;

  • c.

    markt: een algemene warenmarkt, welke bij besluit van het college, op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijdstip wordt gehouden;

  • d.

    marktterrein:de openbare ruimte door het college aangewezen en die gedurende de door het college te bepalen tijd is bestemd voor het houden van een warenmarkt;

  • e.

    meeloper: de marktkoopman die geen vaste standplaats op de markt heeft en een dagplaats inneemt;

  • f.

    NEN-norm: door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm;

  • g.

    seizoenplaats: een vaste standplaats, die anders dan een dagplaats voor eenbepaalde tijd als vaste plaats ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • h.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • i.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • j.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • k.

    vervanger: degene aan wie door het college is toegestaan om de vergunninghouder te vervangen;

Artikel 2 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening, in het bijzonder met betrekking tot de volgende onderwerpen:

a. de dag, tijd, plaats, afgelasting en verplaatsing van de markt;

b. de opstelling en indeling van de markt;

c. het aantal en de afmetingen van de standplaatsen;

d. de branchering en brancheverdeling;

e. de vergunningverlening en overschrijving van vergunningen;

f. het toewijzen en bezetten van standplaatsen;

g. de afwezigheid bij ziekte, vakantie en in geval van bijzondere omstandigheden;

h. de vervanging van de vergunninghouder;

i. het gebruik van huur– en eigen materiaal en klein materiaal;

j. het gebruik van de standplaatsen;

k. de veiligheidsnormen en normen ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 3 Standplaatsvergunning

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op het marktterrein in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2.

    Per vergunninghouder kan per markt slechts 1 vergunning worden verleend.

Artikel 4 Vent en sampleverbod, beperking gedrukte stukken

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen, waren of consumptieartikelen ter promoting of verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het verbod in het eerste lid kan het college ontheffing verlenen, voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

  • 3.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt, gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen onder het publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden.

Artikel 5 Intrekking standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:    

    a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij met inachtneming van het bepaalde in het marktreglement, de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een standplaatsvergunning intrekken indien ter verkrijging daarvan onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge het bepaalde in het marktreglement, is over­geschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 7 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder of diens vervanger gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning over­treedt;

b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met het toezicht, belemmert in het uitoefenen van hun functie dan wel de door hen gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 8 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 5 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats intrekken dan wel tijdelijk schorsen, indien de vergunninghouder of diens vervanger of een persoon die hem bijstaat:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229, lid 1, onderdeel a en b van de Gemeentewet;

d. de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met het toezicht belemmert in het uitoefenen van de functie, dan wel de door hen gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 9 Uitsluiting meeloper

Het college kan een aanvrager van een dagplaats van de toewijzing uitsluiten, indien aanvrager of een persoon die hem bijstaat:

a. onjuiste of onvolledige gegevens overlegd of heeft overgelegd;

b. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

c. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

d.  de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met het toezicht, belemmert in het uitoefenen van hun functie, dan wel de door hen gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

e. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229, lid 1, onderdeel a en b van de Gemeentewet

Artikel 10 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen medewerkers van cluster handhaving en andere bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van de verordening.

Artikel 12 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten –  hoe ook genaamd – van het college die genomen zijn krachtens de Marktverorde­ning gemeente Kerkrade 1999, vastgesteld bij raadsbesluit van 18-10-1999 en zoals sedertdien gewijzigd, gelden als besluiten, genomen krachtens deze verordening, totdat zij zijn ingetrokken of vervallen.

  • 2.

    De laatstelijk bij besluit van het college d.d. 10 januari 2011 vastgestelde anciënniteitlijst wordt geacht een anciënniteitlijst in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om ver­gun­ning, ontheffing of overschrijving op grond van de Marktverordening gemeente Kerkrade 1999, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze Marktverordening Kerkrade 2012 toegepast.

  • 4.

    De wachtlijst als bedoeld in artikel 11 van de Marktverordening gemeente Kerkrade 1999, komt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening te vervallen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na publicatie.

  • 2.

    De Marktverordening gemeente Kerkrade 1999, vastgesteld bij raadsbesluit van 29-09-1999 en zoals sedertdien gewijzigd, komt per gelijke datum te vervallen.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Marktverordening Kerkrade 2012’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 25 april 2012.

De voorzitter van de raad, de plv. griffier

J.J.M. Som dhr. J. Schrijnemaekers

Toelichting  

 

Grondslag en belang verordening

In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Op grond van artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt.

 

Omdat de instelling en afschaffing van de warenmarkt een bevoegdheid van het college is, maar ook anderszins de dagelijkse zorg voor de markten tot de bevoegdheid van het college moeten worden gerekend, voorziet de marktverordening in een delegatie van regelgevende bevoegdheid aan het college. De uitwerking van het gedelegeerde wordt door het college vastgelegd in het marktreglement.

 

Op de markten, gaat het om de verkoop van goederen en niet over directe dienstverlening. Daarmee valt deze verordening buiten de werkingssfeer van de EU Dienstenrichtlijn. De Dienstenrichtlijn verbiedt om belemmeringen ten aanzien van dienstverleners in het leven te roepen.

 

De grootste wijzigingen ten opzichte van de vigerende Marktverordening en Marktbesluit zijn:

Het afschaffen van de wachtlijst.

De branchering op hoofdgroepen.

Versoepeling van de persoonlijke aanwezigheid en vervanging.

Meer aandacht voor veiligheid.

 

De wachtlijst is een achterhaald instrument om lege plaatsen op de markt in te vullen. Plaatsing van kooplieden op de lijst leidt niet tot een zinvolle bijdrage aan een goede markt. Gekozen is voor een systeem waarbij de vrij gekomen plaats door middel van sollicitatie wordt opgevuld. De belangen van de markt kunnen daardoor beter worden behartigd.

Verder zijn in het kader van deregulering bepalingen geschrapt of in het kader van de bevoegdheid van het college overgebracht naar het marktreglement. Het Marktbesluit wordt overeenkomstig de landelijk gebruikte terminologie voortaan Marktreglement genoemd.

 

Inhoud

Hoofdstuk 1 van de marktverordening bevat enkele algemene bepalingen die betrekking hebben op de markt in zijn geheel. Hoofdstuk 2 bevat het vergunningvereiste. Hoofdstuk 3 bevat straf-, overgangs- en slotbepalingen.

 

Het college zal ter handhaving van de bepalingen die in deze verordening en het marktreglement zijn opgenomen sanctieregels vaststellen, alsmede bepalen op welke wijze het opleggen van een sanctie tot stand komt (rapportages etc.).

 

Artikelgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de marktverordening en het marktreglement wordt gehanteerd, gedefinieerd, zodat geen verwarring over de inhoud, over de gebruikte benaming of het begrip kan ontstaan.

 

Artikel 2. Nadere regels

Dit artikel bevat de delegatie van de bevoegdheid om nadere regels te stellen.

Nadere regels worden opgevat als algemeen verbindende voorschriften. Op grond van jurisprudentie dienen de onderwerpen waartoe het college bevoegd is regels vast te stellen, genoemd te worden.

Zo is onder meer de bevoegdheid voor het college opgenomen te besluiten tot opstelling en inrichting van het marktterrein, het aantal standplaatsen op de markt, het invoeren van een branchering, voorschriften met betrekking tot de standplaats en veiligheid etc.

 

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

 

Artikel 3. Standplaatsvergunning

De vergunning geeft het recht om een standplaats op het marktterrein in te nemen. De vergunninghouder moet voldoen aan de voorschriften en beperkingen die het college heeft opgenomen in het marktreglement. Ten einde te voorkomen dat een vergunninghouder in het bezit is van meerdere vergunningen op dezelfde markt en uit dien hoofde in staat is het marktverloop te beïnvloeden is er voor gekozen te bepalen dat per markt slechts 1 vergunning aan een ondernemer kan worden verleend (zie ook art. 5, derde lid van de verordening).

 

Artikel 4. Vent en sampleverbod, beperking gedrukte stukken.

Om te voorkomen dat de markthandel tijdens de openingsuren van de markt

wordt verstoord door het venten en promoten van artikelen en waren is een verbod opgenomen. Degene die in de catering voor de vergunninghouders voorziet kan ontheffing van het verbod worden verleend.

De Apv bevat een bepaling die degene die op de weg reclame- of strooibiljetten of dergelijke geschriften onder het publiek verspreidt, verplicht de reclame en strooibiljetten indien zij in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen, terstond daarvan te verwijderen of te doen verwijderen.

Deze bepaling is niet toereikend voor de markt. Daarom wordt voor het marktterrein in een algeheel verbod voor gedrukte en geschreven stukken voorzien.

In de Apv in artikel 2E:16 is voorzien in een andere vorm van overlast namelijk het verbod om een fiets en of bromfiets aan de hand meenemen op het marktterrein.

 

Artikel 5. Intrekking vaste standplaatsvergunning

Als de in het eerste lid genoemde gronden zich voordoen, wordt altijd tot intrekking van de vaste standplaatsvergunning overgegaan. De in het tweede lid genoemde mogelijkheden tot intrekking zijn facultatief, waarbij met name de vraag of een en ander in geval van volledige/juiste aanlevering van informatie tot een negatief besluit had geleid bepalend is voor het al dan niet intrekken van de verleende vergunning. Het college heeft hierbij een afwegingsmogelijkheid.

Ten einde te voorkomen dat een vergunninghouder in het bezit is van meerdere vergunningen op dezelfde markt en uit dien hoofde in staat is het marktverloop te beïnvloeden is er in het derde artikellid voor gekozen te bepalen dat ingeval degene aan wie een vergunning wordt overgeschreven reeds in het bezit is van een vergunning voor dezelfde markt, deze vergunning wordt ingetrokken (zie ook artikel 3, 2e lid inzake vergunningverlening).          

 

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 6. Strafbepaling

Om de strafrechter mogelijk te maken in voorkomende gevallen een rechterlijke uitspraak te doen is in artikel 6 een strafbepaling opgenomen.

Van overtreding kan alleen sprake zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Het college heeft geen invloed op de toepassing van de strafbepaling. De beslissing tot toepassing ligt bij het openbaar ministerie.

De handhaving door de gemeente, die geheel los staat van de strafrechtelijke handhaving,verloopt via de bestuurlijke weg.

 

Artikel 7. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen, het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening, het marktreglement en de daarop gebaseerde vergunningvoorschriften.

 

Artikel 8.  Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

In artikel 8 worden de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. Anders dan in artikel 5 is hier sprake van een sanctie op de aangegeven overtredingen of misdragingen.

 

Artikel 9.  Uitsluiting aanvrager dagplaats

Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij niet-vaste standplaatsen, maar in de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 7) ook de aanvrager voor een dagplaats de toegang tot de markt te kunnen ontzeggen.

 

Artikel 10. Toezichthouders

Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Het artikel maakt het mogelijk om behalve de medewerker die in de volksmond als “marktmeester” wordt omschreven andere personen met het toezicht te belasten, waarbij gezien de opbouw van de organisatie van de gemeente Kerkrade het voor de hand ligt dat een en ander geschiedt door medewerkers van het cluster handhaving, alsmede de medewerker die beleidsmatig is belast met de portefeuille marktwezen.

 

Artikel 11. Hardheidsclausule. Ten einde te voorkomen dat in voorkomend geval toepassing van het bepaalde in deze verordening onredelijk hard c.a. onbillijk is kan het college ten gunste van betrokkene afwijken. Deze bepaling is derhalve van toepassing op bijzondere gevallen. Dit houdt in dat hieraan geen invulling kan worden gegeven in de vorm van een beleidsregel.

 

Artikel 12. Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling als hier opgenomen, is noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Het behoort tot de algemene beginselen van behoorlijk bestuur oude rechten te eerbiedigen.

 

Artikel 13. Inwerkingtreding

De datum waarop de oude regeling vervalt, is de datum waarop de verordening in werking treedt.

 

Artikel 14. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.