Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels Limburgse Energie Subsidie 2012-2014 |
Citeertitel | Nadere subsidieregels Limburgse Energie Subsidie 2012-2014 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Milieu, energievoorziening, subsidies |
Geen
Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2013 | 21-05-2012 | 01-05-2014 | Art. 7a | 22-01-2013 Provinciaal Blad, 2013, 4 | Provinciaal Blad, 2013, 4 |
21-05-2012 | 22-05-2012 | nieuwe regeling | 08-05-2012 Provinciaal Blad, 2012, 39 | Provinciaal Blad, 2012, 39 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
. duurzame energieopwekkende maatregelen: maatregelen waarbij energie wordt opgewekt met installaties waarbij uitsluitend van hernieuwbare bronnen wordt gebruikgemaakt, alsmede het aandeel in calorische waarde van de met hernieuwbare energiebronnen in hybride installaties opgewekte energie die ook met conventionele energiebronnen werken.
. sportvereniging met een eigen accommodatie in beheer: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of een stichting die de beoefening van een bepaalde sport of van meer dan één sport bevordert en organiseert en die een ledenadministratie en financiële administratie voert op basis van de regels, die zijn vastgelegd in de wet, de statuten, of het huishoudelijk reglement, met een gebouw in beheer, bestemd voor en in gebruik voor het beoefenen van sport met inbegrip van de voor het beoefenen van deze sport bestemde en in gebruik zijnde bijgebouwen.
. vrijetijdsvereniging met een eigen accommodatie in beheer: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die de beoefening van een bepaalde activiteit of van meer dan één activiteit bevordert en organiseert en die een ledenadministratie en financiële administratie voert op basis van de regels, die zijn vastgelegd in de wet, de statuten, of het huishoudelijk reglement, met een gebouw in beheer, bestemd voor en in gebruik voor het beoefenen van deze activiteit met inbegrip van de voor het beoefenen van deze activiteit bestemde en in gebruik zijnde bijgebouwen.
Artikel 2 Doelstelling van de regeling
Doelstelling van deze nadere subsidieregels is het stimuleren van energiebesparende maatregelen en/of maatregelen om duurzame energie op te wekken.
HOOFDSTUK 2 Duurzame energieopwekking woningen Zonnig-Limburg
Artikel 4 Subsidievaststelling
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie vaststellen ten behoeve van huurders Zonnig-Limburg die duurzame energieopwekkende maatregelen in de vorm van zonnepanelen aan of in de woning hebben getroffen, waarbij de opdrachtverstrekking en de uitvoering van de maatregelen heeft plaatsgevonden in de periode vanaf 1 oktober 2012 tot 1 mei 2014.
Artikel 6 Subsidiabele maatregel
Het vast te stellen subsidiebedrag voor zonnepanelen is € 0,80 per Wattpiek.
Artikel 7a Betaling subsidiebedrag
. Als de subsidieontvanger voor dezelfde duurzaamheidsmaatregel(en) als waar hij subsidie voor heeft ontvangen een duurzaamheidslening als bedoeld in de Verordening duurzaamheidsleningen Limburgs Energie Fonds met Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten heeft afgesloten, wordt de subsidie rechtstreeks aan genoemde stichting uitbetaald als aflossing van een deel van die lening, mits bij het afsluiten van die lening de vordering op de provincie uit hoofde van de subsidievaststelling, door de lener is gecedeerd aan de stichting.
. Als de subsidieontvanger voor dezelfde duurzaamheidsmaatregel(en) als waar hij subsidie voor heeft ontvangen geen duurzaamheidslening als bedoeld in het eerste lid heeft afgesloten, wordt de subsidie rechtstreeks aan de installateur van de zonnepanelen uitbetaald als betaling van een deel van de opdracht, mits bij het verstrekken van die opdracht voor installatie van de zonnepanelen de vordering op de provincie uit hoofde van de subsidievaststelling, door de opdrachtgever is gecedeerd aan de installateur.
HOOFDSTUK 3 ENERGIEBESPARING EN DUURZAME ENERGIEOPWEKKING SCHOLEN
Artikel 9 Subsidievaststelling
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie vaststellen ten behoeve van besturen van een school die energiebesparende en/of duurzame energieopwekkende maatregelen aan of in een school hebben getroffen, waarbij de opdrachtverstrekking en de uitvoering van de maatregelen heeft plaatsgevonden gedurende de looptijd van de regeling.
Artikel 11 Subsidiabele apparaten en voorzieningen, subsidiebedragen scholen bestaande bouw
De voor subsidie in aanmerking komende energiebesparende en duurzame energieopwekkende maatregelen voor scholen gebouwd vóór 1 januari 2008, en de daarvoor vast te stellen subsidiebedragen zijn:
. dakisolatie ‘groen’; het dakoppervlak dat beplant wordt bedraagt minimaal 8 m2; de helling van het dak is niet meer dan 45 graden; het groene dak bestaat uit minimaal 5 lagen, zijnde de wortelwerende laag, drainagelaag, filtervlies, substraatlaag, vegetatielaag (grassen, vetplanten en soms kruiden): subsidie € 20,00 per m2;
Artikel 12 Subsidiabele apparaten en voorzieningen, subsidiebedragen scholen nieuwbouw
De voor subsidie in aanmerking komende duurzame energieopwekkende maatregelen voor scholen gebouwd vanaf 1 januari 2008, en de daarvoor vast te stellen subsidiebedragen zijn:
HOOFDSTUK 4 ENERGIEBESPARING EN DUURZAME ENERGIEOPWEKKING ACCOMMODATIES SPORT- EN VRIJETIJDSVERENIGINGEN EN GEMEENSCHAPSHUIZEN
Artikel 15 Subsidievaststelling
. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie vaststellen ten behoeve van sportverenigingen en vrijetijdsverenigingen met een eigen accommodatie in beheer die energiebesparende maatregelen en/of duurzaam energieopwekkende maatregelen aan of in een in hun beheer zijnde (sport)accommodatie hebben getroffen, waarbij de opdrachtverstrekking en de uitvoering van de maatregelen heeft plaatsgevonden gedurende de looptijd van de regeling.
. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie vaststellen ten behoeve van stichtingen die energiebesparende maatregelen en/of duurzame energieopwekkende maatregelen aan of in een in hun beheer zijnd gemeenschapshuis hebben getroffen, waarbij de opdrachtverstrekking en de uitvoering van de maatregelen heeft plaatsgevonden gedurende de looptijd van de regeling.
Artikel 17 Subsidiabele apparaten en voorzieningen, subsidiebedragen (sport)accommodaties en gemeenschapshuizen bestaande bouw
De voor subsidie in aanmerking komende energiebesparende en duurzame energieopwekkende maatregelen voor (sport)accommodaties en gemeenschapshuizen gebouwd vóór 1 januari 2008 en de daarvoor vast te stellen subsidiebedragen zijn:
. dakisolatie ‘groen’; het dakoppervlak dat beplant wordt bedraagt minimaal 8 m2; de helling van het dak is niet meer dan 45 graden; het groene dak bestaat uit minimaal 5 lagen, zijnde de wortelwerende laag, drainagelaag, filtervlies, substraatlaag, vegetatielaag (grassen, vetplanten en soms kruiden): subsidie € 20,00 per m2;
Artikel 18 Subsidiabele apparaten en voorzieningen, subsidiebedragen (sport)accommodaties en gemeenschapshuizen nieuwbouw
De voor subsidie in aanmerking komende duurzame energieopwekkende maatregelen voor (sport)accommodaties en gemeenschapshuizen gebouwd vanaf 1 januari 2008 en de daarvoor vast te stellen subsidiebedragen zijn:
. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen en op de website www.limburgseenergiesubsidie.nl of kan worden opgevraagd of opgehaald bij alle Limburgse gemeenten.
. De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het aanvraagformulier (en in de toelichting bij dit artikel) en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, afdeling Vergunningen en Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
Artikel 23 Termijnen voor indienen aanvraag
Subsidieaanvragen kunnen vanaf 21 mei 2012 tot en met 30 april 2014 worden ingediend.
Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 24 januari 2013 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon
Toelichting Algemeen, doel van de regeling De regeling Nadere subsidieregels Limburgse Energie Subsidie 2012-2014 heeft als doel; investeringen in energiebesparende maatregelen stimuleren. Voor nieuwbouw wordt via wet- en regelgeving gevraagd aan een aantal eisen te voldoen ten gunste van een goede energieprestatie. Voor de bestaande bouw is het besparingspotentieel vele malen groter dan wat met extra besparing bereikt kan worden bij nieuwbouw. De overheid beschikt echter niet over middelen om het benutten van dit besparingspotentieel voor bestaande bouw te eisen. De regeling biedt een financiële tegemoetkoming in de investeringskosten van diverse energiebesparende en duurzame energieopwekkende maatregelen, waardoor de terugverdientijd kleiner wordt en daarmee de investering aantrekkelijker. De maatregelen die worden gestimuleerd zijn geselecteerd op basis van kostenefficiëntie en werkelijk gerealiseerde verlaging van de CO2-uitstoot. Daarom zijn bijvoorbeeld energieonderzoeken niet meegenomen. Vanwege de beperkte looptijd van de regeling, het beoogde resultaat (CO2-reductie) op korte termijn en een gewenst hoog rendement is gekozen voor een regeling waarbij een aanvraag alleen kan worden ingediend nádat een energiebesparende maatregel of voorziening is getroffen. Op deze manier blijven de uitvoeringskosten beperkt en kan een zo groot mogelijk deel van het beschikbare budget ten goede komen aan investeerders in energiebesparende maatregelen. Met de gekozen doelgroepen wordt een groot deel van de samenleving bereikt. Daarbij komt dat deze doelgroepen normaal om financiële en/of organisatorische redenen niet willen of kunnen investeren in energiebesparende en duurzame energieopwekkende maatregelen. Door het investeren in energiebesparende maatregelen bij deze doelgroepen te stimuleren komt energiebesparing voor vrijwel iedereen heel dichtbij. Artikelsgewijs Artikel 1 Begripsomschrijvingen Het project Zonnig-Limburg is een unieke samenwerking van 22 Limburgse woningcorporaties, waarbij huurders van de deelnemende corporaties toestemming krijgen zonnepanelen op hun gehuurde woningen te plaatsen, waarbij huurders subsidie ontvangen van de corporatie op de installatiekosten en waarbij de corporatie verplicht is bij verhuizing de panelen over te nemen (indien de huurder deze niet zelf meeneemt). Bovendien is er door de grootschalige inkoop een goede kwaliteit-prijsverhouding te verwachten en wordt de huurder zoveel mogelijk ontzorgt door de corporatie. De deelnemende corporaties zijn: Antares Wonen Zuid Woningstichting Simpelveld Destion Woongoed 2Duizend Woningstichting St. Joseph Stramproy Hestia groep Woonpunt Woningstichting Ubach over Worms Land van Rode Woonwenz Woningstichting Wittem Maasvallei Woningbeheer Born-Grevenbricht Woningstichting Urmond Servatius Woningstichting Domus Woningstichting Voerendaal Wonen Limburg Woningstichting Kessel Woningvereniging Nederweert Woonservice Urbanus 13 Artikel 4, 9 en 15 Subsidievaststelling De Algemene wet bestuursrecht biedt bestuursorganen de mogelijkheid om in het proces van subsidieverstrekking als eerste besluit een subsidieverleningsbesluit te nemen en in een later stadium de hoogte van de subsidie definitief vast te stellen, dan wel direct (zonder voorafgaand verleningsbesluit) een vaststellingbesluit te nemen. Indien op grond van deze regeling de aangevraagde subsidie wordt verstrekt, wordt deze direct vastgesteld. Er wordt dus niet eerst een subsidieverleningsbesluit genomen. Artikel 22 Indienen aanvraag De subsidieaanvraag is compleet indien het aanvraagformulier volledig is ingevuld en de volgende documenten zijn bijgevoegd: 1. een kopie van de opdrachtbevestiging voor aanschaf maatregelen of een voor akkoord ondertekende offerte, waaruit blijkt dat deze opdracht in de periode 21 mei 2012 tot en met 30 april 2014 is verstrekt (voor huurders start deze periode op 1 oktober 2012). 2. een kopie van de factuur waarop de voorzieningen inclusief gespecificeerde technische gegevens staan vermeld, waaruit blijkt dat de maatregel voldoet aan de subsidievoorwaarden. 3. een kopie van het betalingsbewijs welke betrekking heeft op de bijgevoegde kopie van de factuur. 4. voor huurders Zonnig-Limburg dient tevens een bewijs van deelname aan het project Zonnig-Limburg (ondertekend door de woningcorporatie) te worden bijgevoegd. In afwijking op het voorgaande dienen bij de subsidieaanvraag voor de in artikel 11 (m) en 17 (m) genoemde verbetering van de Energie Index de volgende documenten te zijn bijgevoegd: 1. een kopie van een energielabel vóór en na de uitvoering van de maatregelen, zodat de verbetering van de Energie-Index bepaald kan worden, en waaruit tevens blijkt dat de maatregelen zijn uitgevoerd in de periode van 21 mei 2012 tot en met 30 april 2014. 2. een kopie van de factuur waarop de voorzieningen staan vermeld. 3. betalingsbewijs welke betrekking heeft op de bijgevoegde kopie van de factuur. Artikel 27 Nader onderzoek Bij twijfel over het recht op subsidie kunnen nadere gegevens of een controle ter plaatse nodig zijn om deze twijfel weg te nemen. Artikel 29 Subsidie van rechtswege De regeling bevat de bepaling dat indien door gedeputeerde staten niet binnen de termijn op een subsidieaanvraag wordt beslist, de aangevraagde subsidie automatisch wordt vastgesteld, de zogeheten “lex silencio positivo” regeling. Artikel 6, 11, 12, 17 en 18 Gesubsidieerde apparaten en voorzieningen Algemeen De onderstaande omschrijvingen van gesubsidieerde maatregelen en voorzieningen dienen ter verduidelijking van wat beknopt is omschreven in de artikelen 6, 11, 12 en 17 en 18 van de regelingtekst. 14 Zonnepanelen (PV) Een `zonnepaneel` of `PV-paneel` (van het Engelse `Photo-Voltaic`) is een paneel dat stralingsenergie van de zon omzet in elektriciteit. Hiertoe wordt een groot aantal fotovoltaïsche cellen op een paneel gemonteerd. De zonne-energie die zo wordt geproduceerd is een vorm van duurzame energie. Door zonnepanelen aan elkaar te koppelen wordt de opbrengst groter. De maximale opbrengst van een zonnepaneel of gekoppelde zonnepanelen wordt uitgedrukt in Wattpiek (WP). Aanvullende voorwaarden: Het zonnepaneel dient te zijn gemonteerd op of aan de eigen woning, school, (sport)accommodatie of gemeenschapshuis - of bijgebouw - en te zijn aangesloten op het elektriciteitsnet Zonneboiler Een zonneboiler is een installatie waarmee met behulp van zonne-energie warm water wordt geproduceerd voor de warmwatervoorziening van een woning of gebouw. Een zonneboiler bestaat uit een zonnecollector die is aangesloten op een voorraadvat. De installatie is aangesloten op een naverwarmer, die ervoor zorgt dat er altijd warm water beschikbaar is, ook als de zon niet schijnt. Dit kan een (tweede) boiler, een modulerende geiser of een combiketel zijn. Een zonneboiler levert zo’n 50% van de energie die nodig is voor warm tapwater. De zonnecollector zet het zonlicht om in warmte via een absorber. Dit is meestal een donkere metalen plaat met daarin geïntegreerde buizen of kanalen. De warmte wordt met een vloeistof naar het voorraadvat gepompt en opgeslagen en kan vervolgens gebruikt worden voor het verwarmen van ruimtes of (tap)water. Om zoveel mogelijk zonlicht om te zetten in nuttige warmte zijn de absorber en het voorraadvat goed geïsoleerd. De absorber is afdekt met een lichtdoorlatende plaat of een vacuümbuis. De opbrengst van een zonneboiler wordt uitgedrukt in GJ (per jaar). Leveranciers van zonneboilers geven in een opbrengstverklaring of –garantie aan hoeveel GJ de installatie oplevert in een gemiddeld jaar. Aanvullende voorwaarden: Een opbrengst groter is dan 1,5 GJ, zoals blijkt uit het zonnekeur-certificaat, opbrengstverklaring, gelijkwaardigheidsverklaring of bij een collectoroppervlak van ten minste 2,5 m2. De zonnecollector is gemonteerd op of aan de eigen woning of gebouw en is via het voorraadvat aangesloten op een naverwarmer, zodat altijd warm tapwater beschikbaar is. Vloerisolatie/bodemisolatie Het isoleren van de vloerconstructie om warmteverliezen van binnen naar buiten of bodem te beperken. De isolatie dient aangebracht te worden tussen de vloer en de bodem, kruipruimte, onverwarmde kelder of onderliggende garage. De thermische waarde of warmteweerstand van de isolatie (R-waarde) wordt uitgedrukt in m2K/W. De thermische waarde van de hele vloerconstructie noemen we Rc-waarde. Het isoleren van de vloer kan op veel verschillende manieren en met allerlei materialen. Het principe van de isolatie is altijd gebaseerd op de uitstekende isolerende eigenschappen van stilstaande lucht eventueel aangevuld met de warmtereflecterende eigenschappen van metaalfolie(s). De lucht bevindt zich in of tussen het isolatiemateriaal dat meestal een cel- of een vezelstructuur heeft. Hierdoor worden luchtstromingen voorkomen. De isolatiewaarde hangt af van de dikte van het isolatiemateriaal. Benodigde informatie: Dikte en materiaal (van belang voor de inschatting van de R-waarde). Aantal m2 (van belang voor de hoogte van het subsidiebedrag). Aanvullende voorwaarden: R * 3,5 m2 K/W. 15 Dakisolatie Het isoleren van de dakconstructie om warmteverliezen van binnen naar buiten te verlagen. De isolatie dient aangebracht te worden tussen de zolder of bovenste verdieping en de buitenlucht. In het geval van een onverwarmde zolder is het ook mogelijk om de zoldervloer te isoleren. De isolatie bevindt zich dan tussen de bovenste verdieping en de onverwarmde zolder. De thermische waarde of warmteweerstand van de isolatie (R-waarde) wordt uitgedrukt in m2K/W. De thermische waarde van de hele dakconstructie noemen we Rc-waarde. Het isoleren van zolder of dak kan op veel verschillende manieren en met allerlei materialen. Het principe van de isolatie is altijd gebaseerd op de uitstekende isolerende eigenschappen van stilstaande lucht eventueel aangevuld met de warmtereflecterende eigenschappen van metaalfolie(s). De lucht bevindt zich in of tussen het isolatiemateriaal dat meestal een cel- of een vezelstructuur heeft. Hierdoor worden luchtstromingen voorkomen. De isolatiewaarde hangt af van de dikte van het isolatiemateriaal. Benodigde informatie: Dikte en materiaal (van belang voor de inschatting van de R-waarde). Aantal m2 (van belang voor de hoogte van het subsidiebedrag). Aanvullende voorwaarden: R * 3,5 m2 W/K. Dakisolatie ‘groen’ Een groen dak is een dak waarop een levende, groene laag wordt aangebracht. De begroeiing bestaat uit sedums, mossen, vetplanten of kruiden. Het onderhoud is minimaal. Een groen dak isoleert extra en zorgt voor een koeler huis in de zomer. Als gewerkt wordt met lichtgewicht groene daken is meestal geen aangepaste constructie van het dak nodig. De helling van het dak is bepalend voor de mogelijkheden. Een dak met een helling groter dan 5 graden biedt alleen de mogelijkheid voor extensieve begroeiing ofwel lichte begroeiing. Vlakke daken zijn daken met een helling kleiner dan 5 graden. Deze zijn ook geschikt voor intensieve begroeiing. De volgende aandachtspunten zijn van belang: - het groene dak moet aangelegd worden volgens de bouwregels; - heeft het dak een hellingshoek tussen de 35 graden en 45 graden dan moet u maatregelen nemen zodat de groene daklaag niet wegglijdt of uitdroogt. Vraag bij de gemeente na of u voor de aanpassingen een bouwvergunning nodig heeft en of er sprake is van een beschermd stadsgezicht. Benodigde informatie: Aantal m2 (van belang voor de hoogte van het subsidiebedrag). Een foto van het dak zonder begroeiing. Spouwmuurisolatie Een spouwmuur is een muur die is opgebouwd uit twee muren (spouwbladen) gescheiden door een luchtlaag, de spouw. Een spouwmuur heeft een lage warmteweerstand. Door de ruimte tussen de twee muren te vullen met isolatie wordt de warmteweerstand verhoogd en dus het warmteverlies verlaagd. De thermische waarde of warmteweerstand (Rc-waarde) van een spouwmuur wordt uitgedrukt in m2K/W. 16 De warmteweerstand van een normale spouwmuurconstructie varieert in het algemeen van 0,36 tot 0,43 m2 K/W of zelfs lager al naar gelang de klimatologische omstandigheden. Het aanbrengen van spouwmuurisolatie is specialistisch werk. Niet iedere spouwmuur is geschikt voor spouwmuurisolatie. Als de spouw te smal is of als deze is vervuild met metselspecie (valspecie) of bouwafval is de kans groot op vochtproblemen. De oppervlaktetemperatuur aan de binnenkant is dan niet gelijkmatig. Laat daarom uw spouw altijd eerst inspecteren en schakel daarvoor een gespecialiseerd bedrijf in. Gevelisolatie aan de binnen- of buitenzijde Het aan de binnen- of buitenzijde van een gevel aanbrengen van isolatie om daarmee de warmteweerstand te verhogen en het energieverlies te verlagen. Deze vorm van isolatie wordt meestal toegepast bij massieve buitenmuren of spouwmuren die niet geschikt zijn spouwisolatie. Met isolatie aan de binnen- of buitenzijde van een gevel kan een veel grotere isolatiewaarde worden bereikt dan bij spouwmuurisolatie. Benodigde informatie: Dikte en materiaal (van belang voor de inschatting van de R-waarde). Aantal m2 (van belang voor de hoogte van het subsidiebedrag). Afwerking. HR++ glas HR++ glas is warmtereflecterend isolatieglas met een warmtegeleiding * 1,2 W/ m2K. Een lage warmtegeleiding is hetzelfde als een hoge warmteweerstand. De hoge warmteweerstand van HR++ glas wordt gerealiseerd door twee of meer glasplaten, waarbinnen een isolerend gas zit ingesloten. Dit gas heeft betere isolerende eigenschappen dan lucht. Daarnaast zit op het glas ook een warmtereflecterende coating. HR++ glas isoleert meer dan twee beter dan de gewoon dubbelglas (U = 2,8 W/ m2K) en bijna 5 keer beter dan enkel glas (U = 5,7 W/ m2K). Benodigde informatie: Fabrikant en type glas inclusief informatie over dikte glasbladen en spouw. Aantal m2 (van belang voor de hoogte van het subsidiebedrag). Type kozijn (hout, aluminium of kunststof). Warmteterugwinning uit ventilatielucht Het terugwinnen van warmte uit warme af te voeren ventilatielucht en deze warmte gebruiken voor het opwarmen of voorverwarmen van verse koude ventilatielucht. Om warmte uit ventilatielucht terug te winnen worden verschillende technieken gebruikt. Het meest gangbaar is de kruisstroomwarmtewisselaar. Andere technieken zijn gebaseerd op een roterend medium (warmtewiel) of twee afzonderlijke warmtewisselaars waartussen een medium wordt verpompt voor de warmteoverdracht (twin-coil). In een heatpipe wordt gemaakt van een medium dat verdampt en condenseert en daarmee warmte opneemt en afgeeft. Subsidie: maximaal 50% van de aanschafwaarde en maximaal € 500,00 per lokaal of ruimte. Aanvullende voorwaarden: Technische gegevens van de warmteterugwin-unit (techniek, merk en type, nominaal debiet, rendement). Warmtepompboiler Een warmtepompboiler onttrekt warmte aan de ventilatielucht van een woning, bodem, grondwater of de buitenlucht en verhoogt de temperatuur ervan met behulp van een compressor. De warmte wordt gebruikt om water in een voorraadvat op te warmen. Het rendement van een warmtepomp wordt uitgedrukt in de Coefficient Of Performance (COP) . 17 Aanvullende voorwaarden: Technische gegevens van de warmtepompboiler (merk en type, boilerinhoud, vermogen, COP). Warmtepomp (grondgebonden of lucht/water) 1. een warmtepomp, niet zijnde een lucht/waterwarmtepomp: een warmtepomp die is bestemd als hoofd- of basisverwarming van een woning en die niet primair gericht is op actieve koeling of verwarming van tapwater, waarbij warmte wordt onttrokken aan de bodem, het grondwater, het oppervlaktewater of, voor zover het gasgedreven warmtepompen betreft, de buitenlucht, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen: - een elektrisch aangedreven warmtepomp met voor water/water systemen een COP _ 4,0 bij een conditie van W10/W45 bepaald conform NEN-EN 14511 en, voor het geval de warmtepomp ook een bijdrage levert aan de verwarming van tapwater, ten behoeve van de verwarming van tapwater een COP _ 2,4; - een gasgedreven warmtepomp met een minimum thermisch vermogen van 25 kWth, en een PER _ 1,4 ten behoeve van ruimteverwarming, bepaald conform NEN-EN 12309, bij de testcondities die overeenkomen met het systeemontwerp en die warmte onttrekt aan (buiten)lucht, bodem, grondwater of oppervlaktewater. 2. een lucht/waterwarmtepomp: een installatie die bestemd is voor ruimteverwarming, waarbij de warmtepomp warmte onttrekt aan de buitenlucht of aan de ventilatielucht van de woning en warmte afgeeft met behulp van een warmte-afgiftesysteem met water als distributiemedium. De warmtepomp dient als hoofd- of basisverwarming van een woning en mag niet primair gericht zijn op actieve koeling of verwarming van tapwater. De warmtepomp is elektrisch gedreven, met een COP _ 3,6 bepaald conform NEN-EN 14511, bij de testconditie A7/W35 voor warmtepompen op buitenlucht of A20/W45 voor warmtepompen op ventilatielucht; In sommige delen van Limburg is het niet toegestaan of is er een vergunning of vrijstelling van de provincie noodzakelijk om een warmtepomp toe te passen die warmte en/of koude uit de bodem haalt of opslaat. Informeer vooraf bij de Provincie Limburg of u een melding moet doen dan wel een vergunning moet aanvragen. Micro-wkk Een micro-wkk wekt gelijktijdig warmte en elektriciteit op voor gebruik in een gebouw. Het toestel bestaat uit een hoogrendementsketel waaraan een stroomgenerator is toegevoegd. Bij een micro-wkk wordt de warmte gebruikt voor verwarming van een gebouw en voor warm tapwater. De opgewekte elektriciteit wordt geleverd aan het elektriciteitsnet van het gebouw. Indien er meer elektriciteit gemaakt wordt dan voor eigengebruik nodig is, wordt het overschot terug geleverd aan het elektriciteitsnet. Het totale rendement van een micro-wkk ligt veel hoger dan de combinatie van een HR-verwarmingsketel en de gemiddelde elektriciteitsopwekking in Nederland. Het is dus een energiebesparend alternatief voor de huidige CV-ketels. Verbetering van de Energie Index (EI) De Energie-Index staat aangegeven op het energielabel van uw woning of gebouw. Het Energielabel geeft informatie over de hoeveelheid energie die een gebouw onder normale omstandigheden verbruikt. Vanaf 1 januari 2008 moet bij de verkoop en verhuur van een gebouw een Energielabel aanwezig zijn. Dit Energielabel kunt u laten opstellen door een gecertificeerd EPA-adviseur. Deze kan zorgen voor een energiebesparingsadvies op maat gemaakt voor uw woning of gebouw, regelt eventueel de uitvoering van de maatregelen en zal na het nemen van de maatregelen de Energie-Index van uw huis berekenen. 18 Door subsidie aan te vragen op de verbetering van de Energie-Index komen eventueel ook maatregelen in aanmerking die niet in de lijst van subsidiabele maatregelen bij deze regeling is opgenomen, maar die wel bijdragen aan de verbetering van de Energie-Index. Voorwaarden: - U dient een energielabel te laten bepalen vóór en na de uitvoering van de maatregelen, zodat de verbetering van de Energie-Index bepaald kan worden; - Het startlabel dient te zijn bepaald door een gecertificeerd EPA-adviseur. Dit label hoeft niet geregistreerd te worden; - Het eindlabel dient een geldig energielabel te zijn. Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 24 januari 2013 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon