Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunnik

VERORDENING BEZWARENREGELING PERSONELE AANGELEGENHEDEN.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunnik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING BEZWARENREGELING PERSONELE AANGELEGENHEDEN.
CiteertitelVerordening bezwarenregeling personele aangelegenheden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding is bij benadering bepaald. Hierbij is er vanuit gegaan dat de publicatie in juni 1997 heeft plaats gevonden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-199701-01-2020Nieuwe regeling

29-05-1997

Onbekend

Bunn-1329

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING BEZWARENREGELING PERSONELE AANGELEGENHEDEN.

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik;

 

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 mei 1997, nr. RV 97-57;

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

 

  • I.

    artikel 2, tweede lid, van de Verordening behandeling bezwaar- en beroep schriften (raadsbesluit d.d. 27 september 1993) als volgt te wijzigen:"2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaren, waar voor de voorbereiding van de besluiten daarop een afzonderlijke commissie is ingesteld."

  • II.

    in te stellen een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op personele en rechtspositionele aangelegenheden.

  • III.

    vast te stellen de navolgende

 

VERORDENING BEZWARENREGELING PERSONELE AANGELEGENHEDEN.

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de bezwarencommissie "personele aangelegenheden" die is belast met de advisering over de op het bezwaarschrift te nemen beslissing;

  • b.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 Commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2.

    De commissie is slechts bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten betrekking hebbend op personele aangelegenheden. [deze tekst is zonder wijziging doorgevoerd. de wijziging in de aanhef is niet doorgevoerd]

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie leden die geen dienstverband hebben bij de gemeente Bunnik. Zij worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders met overeenstemming van het georganiseerd overleg.

  • 2.

    De leden, als bedoeld in lid 1 worden op de volgende wijze geselecteerd:

    • a.

      voorzitter: aan te wijzen door de werkgever en de werknemersdelegatie in het georganiseerd overleg gezamenlijk;

    • b.

      een extern lid: aan te wijzen door de werkgever;

    • c.

      een extern lid: aan te wijzen door de werknemersdelegatie in de commissie voor georganiseerd overleg.

  • 3.

    Voor elk lid van de commissie wordt door de benoemde instantie een plaatsvervangend lid aangewezen, die overeenkomstig het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel wordt benoemd.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3.

    De secretaris dient de commissie desgevraagd van advies.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad m.u.v. het eerstvolgende aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

    De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangend) leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend,

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid, 6:6, voorzover het betreft het verlenen van de gelegenheid tot het herstellen van verzuim, 7:6, vierde lid, van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting, waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbende(n);

    • b.

      het verwerend orgaan.

Artikel 10 Oproep belanghebbende(n)

  • 1.

    De voorzitter deelt de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen door de commissie.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededelingen kunnen de belanghebbende(n) of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de nieuwe zitting aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat alle leden of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn,

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar, tenzij één van de partijen uitdrukkelijk openbare behandeling wenst en de andere partij zich hiertegen niet verzet.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en voor het overige ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 5.

    Het verslag en het advies zijn niet openbaar, maar worden wel meegezonden met de beslissing van het verwerend orgaan op het bezwaarschrift. Het verslag en advies worden overigens ter beschikking gesteld aan de beroepsinstantie als de belanghebbende een beroep instelt.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, doch voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    Verkregen informatie of advies wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen één week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissingen op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en advies, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt de voorzitter het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangt de commissie een afschrift.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden.

 

IV. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden. Lopende functiewaarderingszaken (t.w. lopende bezwarenprocedures en de functiewaardering i.v.m. integratie van de vrm. A.S.B, in de Bestuursdienst) worden geacht nog te vallen onder de bezwarenregeling zoals die gold vóór de inwerkingtreding van deze verordening.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 mei 1997.

De raad voornoemd,

De secretaris,

De voorzitter,