Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Lingewaard. |
Citeertitel | AVOI gemeente Lingewaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2012 | 18-01-2019 | Onbekend | 29-03-2012 Het gemeentenieuws | ../2012 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
net: verzameling van een of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), inclusief lege buizen, kokerconstructies en voorzieningen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie (netten van nutsbedrijven) of van informatie (openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet);
werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden die dusdanig beperkt zijn dat, ter beoordeling door het college, een lichter procedureel regime toegepast kan worden voor onder vermelde werkzaamheden indien en voor zover daarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist en geen boringen toegepast worden:
Hoofdstuk 2. Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning
Artikel 4. Vereiste van instemming of vergunning
Het is verboden kabels van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te onderhouden, te verleggen of te verwijderen, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit conform de Telecommunicatiewet respectievelijk een voorafgaand door het college verleende vergunning.
Artikel 5. Procedure van melding of aanvraag
Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, dient de aanvrager deze toestemming te regelen en uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding of aanvraag, het college een bewijs van toestemming te overleggen.
3.In afwijking van het eerste lid van dit artikel geldt:
a.in geval van voorgenomen werkzaamheden van niet ingrijpende aard, moet de aanvrager minimaal vijf werkdagen voor uitvoering deze werkzaamheden bij de gemeente melden op een door de gemeente aan te geven wijze. Op grond van belangen als genoemd in artikel 8, eerste lid, van deze verordening, kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.
Artikel 7. Beslistermijnen en geldigheidsduur
1.Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze verordening. Betreft het een melding of aanvraag waarbij meer grondeigenaren/beheerders zijn betrokken, dan wordt de beslissing pas genomen als deze andere toestemmingen verkregen en overlegd zijn.
2.In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met de werkzaamheden een omgevingsvergunning als bedoeld in de ‘Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht’ is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.
3.Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
4.Binnen 12 maanden na verlening van het instemmingsbesluit of van de vergunning moeten de werkzaamheden zijn voltooid, tenzij anders is bepaald. De geldigheidsduur kan door het college met maximaal 6 maanden worden verlengd, na een schriftelijk met redenen omkleed verzoek.
5.Het instemmingsbesluit of de vergunning vervalt indien de netbeheerder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer daarvan te willen maken.
Artikel 8. Voorschriften en weigeringsgronden
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit en de riolering.
Indien het leidingentracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.
Hoofdstuk 3. Overige bepalingen
Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding, als bedoeld in deze verordening, wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, stelt de voormalige netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis en is de voormalige netbeheerder verplicht zorg te dragen voor overdracht van de rechten en plichten krachtens deze verordening op de nieuwe netbeheerder.
Artikel 12. Niet-openbare kabels en leidingen
Het college kan een vergunning weigeren in geval van werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen in of op openbare gronden. In het geval van toestemming is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing, maar houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en leidingen.
Paragraaf 3b. Netten voor transport van informatie
Artikel 13. Medegebruik van voorzieningen
Een beheerder van een netwerk voor het transport van informatie is verplicht om bij aanleg van kabels zoveel mogelijk (mede)gebruik te (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen.
Paragraaf 3c. Netten van nutsbedrijven
Voor verleggingen van leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden op verzoek van de gemeente, gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen:
De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;
Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.
Hoofdstuk 4. Straf-, toezicht-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 18. Overgangsbepalingen en hardheidsclausule
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen of andere rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.
Instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening en vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening met betrekking tot kabels en leidingen, blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip waarop zij met toepassing van deze verordening worden ingetrokken.
Voornaamste doel van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI; hierna ‘AVOI’) is de realisatie van één uniform regime voor al het werk in de openbare ruimte teneinde de gewenste gemeentelijke regierol zo optimaal mogelijk te kunnen invullen. Beleidsmatig, procesmatig en praktisch wordt voorzien in lokaal beleid voor ordening van de openbare ondergrond en gelijke behandeling van partijen.
De AVOI geeft tevens invulling aan de wettelijke plicht voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen. De AVOI heeft ook betrekking op de netten van de nutsbedrijven. De bestaande Telecommunicatieverordening van de gemeente vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de AVOI, zodat er per saldo geen verordening, en dus niet meer regelgeving, bijkomt.
Opgemerkt wordt dat de Telecommunicatieverordening Lingewaard feitelijk uit 1999 stamt vanuit de vroegere gemeente Bemmel, en procedureel na de herindeling in 2003 voor de nieuwe gemeente Lingewaard van toepassing is verklaard. Vanwege de wijzigingen in de Telecommunicatiewet uit 2007 moest de Telecommunicatieverordening aangepast worden, maar worden die aanpassingen nu direct meegenomen in de totstandkoming van de AVOI.
De AVOI reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij de wegverharding (ook bermen, plantsoenen, e.d.) wordt opgebroken ten behoeve van telecommunicatienetwerken of netwerken voor nutsvoorzieningen die deels bestaan uit kabels en/of leidingen. Ook objecten die nodig zijn voor deze werkzaamheden vallen onder de reikwijdte van de AVOI. De APV blijft net als voorheen het vangnet voor andere werkzaamheden en objecten in de openbare ruimte.
De verordening heeft ten doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derden die in door de gemeente beheerde grond willen werken.
Voor de kabels en leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening niet (procedureel) van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen echter intern binnen de gemeente waar mogelijk afspraken en procedures worden gemaakt om de bepalingen van deze verordening met het oog op regie en coördinatie zoveel mogelijk ook intern na te leven.
Het doel van deze toelichting is aanvullende informatie te bieden. Zowel voor gebruik binnen de gemeente als door de netbeheerders (hier gebruikt als uniform verzamelbegrip voor de eigenaren en beheerders van de betreffende netten en netwerken) is deze toelichting bestemd. Deze toelichting heeft inhoudelijk en qua strekking niet alleen betrekking op de raadsverordening, maar ook op de nadere regels die ter uitwerking door het college zijn of worden vastgesteld. De meest actuele versie van de verordening is steeds bepalend, is opvraagbaar en wordt gecommuniceerd.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
a. college Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de AVOI af te handelen, waarbij deze bevoegdheden voor wat betreft de uitvoering om praktische redenen deels gemandateerd zijn of worden aan een of meer daartoe aangewezen ambtenaren. Deze functie betreft enerzijds het houden van toezicht en anderzijds het coördineren en verlenen van instemmingen en vergunningen. Indien en voor zover de bevoegdheden op het gebied van coördinatie, het verlenen van vergunningen en instemmingsbesluiten en het houden van toezicht gemandateerd zijn aan een of meer functionarissen, wordt tevens deze functionaris bedoeld.
b. net De definitie is afgeleid van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). Deze refereert aan artikel 20 2e lid, Boek 5 Burgerlijk Wetboek, maar geeft ook uitbreidingen, die worden overgenomen.
Het gaat om de volgende ondergrondse netten:
de netten voor transport van informatie: de openbare elektronische communicatienetwerken (voor telecommunicatie en omroep, zoals gedefinieerd in de Telecommunicatiewet: transmissiesystemen, waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, die geheel of hoofdzakelijk worden gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma's voor zover dit aan het publiek geschiedt.
Er wordt geen formeel onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk. Het begrip ‘ondergronds’ heeft formeel betrekking op dat deel van de aarde vanaf het maaiveld tot circa 10 km diepte, zij het dat in de praktijk graafwerkzaamheden zich op veel beperktere diepte afspelen.
c. kabels en leidingen De netten bestaan uit fysieke kabels en/of leidingen. De kabels/ leidingen zijn inclusief de ondergrondse infrastructuur en de bovengrondse infrastructuur
Voorbeelden van de kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels (zoals gedefinieerd in art. 1.1 onder z Telecommunicatiewet), elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), leidingen voor warmte-koude opslag en waterleidingen. Industriële of private netten behoren hier formeel toe, maar worden als niet-openbare netten specifiek behandeld.
d. voorzieningen Het gaat in deze verordening niet alleen om de fysieke kabels en leidingen maar ook om een veelheid aan ondersteunde of beschermingswerken ten behoeve van die kabels en leidingen.
e. huisaansluiting Huisaansluitingen worden door de relatief beperkte omvang uitgezonderd van diverse regels van de AVOI, en daarvoor is een lichter regime van toepassing, zodat afkadering dient te geschieden wat hier toe gerekend wordt.
f. – i. netbeheerder, aanvrager, opdrachtgever, grondroerder
Het begrip netbeheerder is de uniforme term voor de beheerders van netten voor nutsvoorzieningen èn de aanbieders (of operators) van de openbare elektronische communicatienetwerken (dus zowel een kabel- als leidingbeheerder die in de stad kabel- en leidinginfrastructuur aanlegt, in eigendom heeft of beheert). Meestal zal deze netbeheerder een rechtspersoon zijn die kabel- en leidinginfrastructuur aanlegt, in eigendom heeft of beheert, maar formeel-wettelijk kan het ook een natuurlijk persoon zijn, handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf.
Veelal is de netbeheerder tevens de opdrachtgever. Aan het begrip opdrachtgever komt echter in het kader van de AVOI een eigen rol toe, omdat deze conform actuele wet- en regelgeving (WION) medeverantwoordelijk wordt gehouden voor een juiste uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen. Een derde partij kan als opdrachtgever optreden namens de netbeheerder in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door deze gemandateerd.
De aanvrager is veelal gelijk aan de netbeheerder dan wel opdrachtgever, maar procedureel betreft het hier de rol van de partij die richting de gemeente de instemming of vergunning verzoekt, en dat kan in de praktijk ook door een andere partij namens die netbeheerder gebeuren indien die activiteiten uitbesteed zijn. Ook kan de aanvrager een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert, en netwerkcapaciteit verhuurt of verkoopt.
De grondroerder is de partij die de graafwerkzaamheden verricht of laat verrichten. Dat is veelal een aannemer of installateur, maar kan ook de (interne afdeling van een) netbeheerder zijn. Indien een grondroerder namens een opdrachtgever optreedt, wordt de machtiging overlegd. Een derde partij kan namens de grondroerder het feitelijke werk uitvoeren in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door de netbeheerder of opdrachtgever gemandateerd en de machtiging kan worden overlegd.
j. en k. gedoogplichtige; openbare gronden De gemeentelijke betrokkenheid is gericht op het beheer van openbare ruimte (inclusief de openbare gronden). Tot de openbare gronden worden gerekend de openbare wegen, inclusief stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen en pleinen, die voor een ieder toegankelijk zijn. In deze hoedanigheid is de gemeente voor wat betreft de (openbare) elektronische communicatienetwerken gedoogplichtige conform de Telecommunicatiewet.
Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens die wet gedoog plichtig zijn, en op partijen en personen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP) gedoog plichtig zijn. Omdat sinds 2010 een wetsvoorstel aanhangig is ter vervanging van de BP, zal de eventuele opvolgende wet op termijn relevant worden in dit opzicht. De openbare ruimte betreft de ruimte op of in de openbare gronden, waarvan de definitie is herleid uit art.1.1, onder aa., van de Telecommunicatiewet.
l. werkzaamheden De AVOI betreft werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en/of opruiming van kabels en leidingen. Praktisch betreft het veelal de graafwerkzaamheden. Hoewel de AVOI met name betrekking heeft op mechanische graafwerkzaamheden, vallen er formeel ook handmatige graafwerkzaamheden onder.
Graafwerkzaamheden omvatten een scala van activiteiten, zoals aanleg, uitbreiding, verplaatsing en verwijdering van netten, bouwwerkzaamheden zoals heien van palen en het slaan van damwanden, het bouwrijp maken van gronden, maar ook diepploegen en uitbaggeren van sloten. Bedoeld worden eveneens werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten of geleidingen. Vanuit de door de gemeente te behartigen belangen kan het voorschrijven van medegebruik gestimuleerd worden. Het aanbrengen, hebben of verwijderen van infrastructuur brengt vaak overlast met zich mee. Dat kan bijvoorbeeld rechtstreeks door de graafwerkzaamheden waarvoor de weg opengebroken moet worden, maar eventueel ook bij het inrichten en gebruiken van de openbare ruimte als werkterrein (vooral bij grotere werkzaamheden).
m. aanleggen De relevante werkzaamheden betreffen niet alleen de nieuwe aanleg van kabels en leidingen maar ook de situaties dat werk nodig is voor onderhoud, voor verplaatsing of verwijdering, uitbreiding etc..
n. voorschriften Het college is bevoegd voorwaarden met voorschriften vast te stellen voor uitvoering van werkzaamheden. Deels worden algemene (landelijke) voorwaarden en richtlijnen van toepassing verklaard, deels worden aanvullend lokale voorschriften vastgesteld en gecommuniceerd. De verordening is, mede via de Nadere Regels, voorbereid op de (spoedige) vaststelling door het college van een uniforme voorwaardenset. Dit Handboek Ondergrondse Infrastructuur is in regionaal samenwerkingsverband ontwikkeld.
o. werkzaamheden van niet ingrijpende aard Het definiëren van het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, lid 5 Telecommunicatiewet. Naast huisaansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden andere niet ingrijpende werkzaamheden aan een lichter regime onderworpen. Dit kan omdat deze werkzaamheden veelal slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht, en de impact relatief beperkt en kortstondig is. Voor deze niet ingrijpende werkzaamheden geldt een verkorte procedure.
De plaatsing van onder- en bovengrondse kasten zoals handholes, ramputten en schakelkasten valt niet onder deze niet ingrijpende werkzaamheden, ondanks dat ze vaak binnen de normen voor oppervlakte en tijd vallen. Omdat de exacte locatie van dergelijke kasten zeer zorgvuldig moet worden afgewogen is voor deze werkzaamheden altijd een vergunning of instemmingsbesluit vereist conform de reguliere procedure.
p. en q. instemmingsbesluit en vergunning Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening dienen steeds vooraf gemeld te worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de reguliere werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en werkzaamheden in verband met spoedeisende zaken (zoals bepaalde storingen) en calamiteiten. Vooral voor de reguliere werkzaamheden geldt dat eerst gestart mag worden met die werkzaamheden als door de gemeente op basis van een melding een instemmingsbesluit (conform de Telecommunicatiewet) is verleend of een vergunning op basis van een daartoe ingediende aanvraag (voor nutsvoorzieningen of andere netten; zowel individuele vergunningen als algemene concessies betreffend).
Het instemmingsbesluit betreft plaats, tijdstip en wijze van uitvoering, medegebruik van voorzieningen en afstemming met overige netbeheerders. Uitgangspunt is vooralsnog dat een instemmingsbesluit of vergunning bekend wordt gemaakt door middel van informatie aan de meldende/aanvragende partij. Publicatie in meer algemene zin is niet standaard, maar kan worden toegepast door de gemeente naar haar keuze, bijvoorbeeld in het geval van grootschaliger en langduriger of ingrijpender werkzaamheden.
r. spoedeisende werkzaamheden De spoedeisende werkzaamheden worden apart gedefinieerd omdat een lichter regime geldt. De (net)beheerder moet duidelijk maken dat deze werkzaamheden redelijkerwijs geen uitstel kunnen dulden.
Tot deze categorie spoedeisende werkzaamheden behoren ook de calamiteiten: incidenten met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om die gevolgen te beperken.
s. niet-openbare kabels en leidingen De verordening en het daaraan ten grondslag liggende beleid zijn vooral gericht op het effectief inzetten van beschikbare infrastructuren zodat het gebruik maken van de bestaande openbare infrastructuren bevorderd wordt. In een aantal gevallen zal het nodig zijn dat een niet niet-openbare voorziening moet worden getroffen. Dat kan een verbinding tussen 2 panden van één organisatie zijn. Hoewel geen gedoogplicht (dus geen graafrecht) van toepassing is, is, als de gemeente deze niet-openbare verbinding toestaat, de procedure voor openbare netten van toepassing. Openbare diensten zijn voor het publiek beschikbare diensten.
t. herstel Conform het door de gemeente bepaalde beleid wordt de openbare grond na de werkzaamheden hersteld. Uiteindelijk zal dat een definitief herstel betreffen, waartoe vooral gericht wordt op het herstel in de situatie zoals die was. Tussentijds kan soms volstaan worden met een provisorisch herstel.
u. marktconforme kosten Dit begrip is vooral relevant met het oog op het door de overheid nagestreefde stimuleren van het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van derde partijen). Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat (aansluitend bij de Telecommunicatiewet) de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn.
De toepasselijkheid is merendeels toegelicht bij de diverse begripsomschrijvingen.
De verordening heeft ten doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derde partijen die in door de gemeente beheerde grond willen werken. Voor werkzaamheden rond de kabels en leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering maar ook eventuele andere kabels en leidingen, is om praktische redenen de verordening (en het daar opgenomen graafverbod) niet procedureel van toepassing, zoals dat ook in de APV is gebeurd. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen intern binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening zoveel mogelijk ook intern na te leven.
Expliciet wordt bepaald dat de Lex Silencio Positivo, de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht, niet van toepassing is op deze verordening. Het belang van het vergunning/instemmingvereiste is zodanig dat voorkomen moet worden dat in voorkomende gevallen een beschikking van rechtswege wordt verkregen en geen voorschriften en voorwaarden van toepassing zijn.
Met het oog op de samenhang met het bepaalde in de APV geldt dat waar deze verordening geldt, de APV terug treedt.
Het college is op grond van dit artikel bevoegd nadere regels te stellen. Het college kan er ook voor kiezen beleidsregels in plaats van nadere regels vast te stellen. Uiteraard is het ook mogelijk dat de raad een verordening op hoofdlijnen vaststelt en daarbij meerdere zaken door het college laat regelen.
Met deze verordening is er voor gekozen om de verordening zo compact mogelijk te houden en in de verordening de bepalingen op te nemen welke betrekking hebben op kaderstelling. De uitvoerende bepalingen kunnen worden opgenomen in door het college vast te stellen nadere regels.
Hoofdstuk 2 Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning
Artikel 4 Vereiste van instemming of vergunning
Het wettelijk principe van graafrechten (onder voorwaarden, voor openbare elektronische communicatienetwerken) en vereiste instemming van het college is vertaald naar de AVOI en wordt toegepast op alle betrokken werkzaamheden.
Conform de wet heeft de instemming betrekking op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, maar ook op het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken. Het onderscheid met werkzaamheden van niet ingrijpende aard wordt duidelijk gemaakt.
Uitgangspunt van de AVOI is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men beschikt over een vergunning of een instemmingsbesluit. Deze systematiek is ook zo vastgelegd in de APV. Het karakter van een vergunningstelsel in het algemeen bestuursrecht is: de handelingen (werkzaamheden in de openbare ruimte) zijn toegestaan maar de gemeente wil plaats, tijd en werkwijze beoordelen en bijsturen.
Artikel 5 Procedure van melding of aanvraag
In geval van voorgenomen werkzaamheden moet de melding of aanvraag bij de gemeente plaatsvinden. Dat kan formeel bij het college van burgemeester en wethouders, maar gebeurt in de praktijk bij de gemachtigde ambtenaar. De vereiste voorafgaande instemming heeft betrekking op het tijdstip, de plaats en de wijze waarop de werkzaamheden plaatsvinden. Op het verlenen van dit besluit zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing zoals het gelijkheidsbeginsel. Een aanvrager kan vooroverleg voeren met het college om de melding of aanvraag, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, voor te bereiden.
De maximale termijn van 8 weken is conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en past binnen de maximale termijn van 6 maanden zoals die conform Europese voorschriften moet gelden op telecommunicatiegebied. De termijn voor niet ingrijpende werkzaamheden is korter. Voorts wordt een uitzondering gemaakt voor spoedeisende werkzaamheden. In dit geval kan worden volstaan met een kennisgeving, die (conform de wettelijke vereisten) tevoren dient te worden gedaan. De gemeente dient vooraf akkoord te zijn voordat gestart kan worden met de werkzaamheden. Hoewel dit niet in de AVOI zelf zo is opgenomen, kan de richtlijn voor de praktijk zijn dat als het vooraf melden uit een oogpunt van veiligheid of dienstverlening in een incidentele situatie aantoonbaar niet mogelijk zou zijn (bij uitzondering!), dit alsnog uiterlijk binnen 1 werkdag via het door de gemeente aan te geven telefoonnummer of mailadres moet geschieden.
Deze verstoringen zijn niet specifiek omschreven, anders dan dat het veelal spoedeisende reparatie of onderhoud betreft zoals bij een kabelbreuk. De gemeente beoordeelt of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor een zeer beperkt aantal aansluitingen voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt.
Werkzaamheden kunnen betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen, binnen dezelfde gemeente of van een andere gemeente. Ook kunnen op grond van een andere wet andere vergunningen noodzakelijk zijn. Deze samenhang kan in de praktijk tot lange doorlooptijden leiden. De wetgever heeft toegestaan dat de gemeente een deelinstemmingsbesluit verleent (voor een deeltraject) zodat de aanvragende partij alvast op de hoogte is van deze instemming en de daaraan te stellen voorwaarden, en bij de verdere tracékeuze en andere aanvragen hiermee rekening gehouden kan worden.
Ook kan in principe zelfs begonnen kan worden met de werkzaamheden in dat deel van het gebied. De risico’s van deze aanpak (dat door latere vergunningverlening door een ander orgaan de aanvankelijke gemeentelijke aanvraag of het tracéaangepast moet worden, en dus wellicht opnieuw moet worden gedaan) zullen projectmatig afgestemd worden daar het veelal om grootschaliger aanleg zal gaan.
In eerste instantie is de aanvrager zelf verplicht met alle betrokken instanties of (rechts)personen naar overeenstemming te streven. Als de grondroerder dat verzoekt, zal de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de ingediende aanvragen bij andere bestuursorganen (bijvoorbeeld een waterschap) nastreven (= bemiddeling). Daartoe dient de grondroerder op het melding/aanvraagformulier enkele (contact)gegevens over deze andere aanvragen te vermelden. Voor private partijen blijft de grondroerder zelf verantwoordelijk.
Naast aanvraag van de vergunning of instemmingsbesluit is het voor een goede regievoering door de gemeente van belang dat de partijen kort voor daadwerkelijke aanvang van de werkzaamheden dit melden aan de gemeente zodat daar kort voor uitvoering steeds overzicht bestaat wie en waar graafwerkzaamheden verricht.
Als werkzaamheden worden verricht in nader aan te wijzen gebieden is de uitzondering voor niet ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing. Voorbeelden zijn risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen, historische stadskernen of straten of natuurgebieden. Dan is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht wordt gegraven. Bij de vaststelling van de AVOI kan aanwijzing van gebieden plaatsvinden; dit kan ook naderhand.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
Hier is verduidelijkt op welke wijze de melding dient te worden gedaan en welke gegevens verstrekt moeten worden. Het betreft die informatie die de gemeente als beheerder van openbare gronden nodig heeft voor een juiste beoordeling en inzicht in de belangen die worden geraakt. De te stellen voorwaarden worden om praktische redenen niet in de verordening zelf neergelegd maar in door het College vast te stellen Nadere Regels. Er moet voorts gebruik worden gemaakt van standaardformulieren: het formulier voor de reguliere melding/aanvraag of het formulier voor niet ingrijpende (of spoedeisende) werkzaamheden, welke via de nadere regels worden vastgesteld.
Instemming of vergunningverlening vindt op aanvraag van de verzoekende partij plaats. De grondroerder geeft bij zijn melding aan wat de gewenste startdatum is. De gemeente kan, gemotiveerd, bijvoorbeeld met het oog op andere werkzaamheden, aanpassingen aanbrengen, waarbij de wet een maximale uitsteltermijn van 12 maanden aangeeft.
De Regeling schriftelijke kennisgeving aanleg kabels(2007) schrijft voor kabels van elektronische communicatienetwerken voor dat de melding aangetekend moet worden verstuurd. Dit vereiste is in de AVOI niet opgenomen, maar het kan in het belang van de verzoekende partij zelf zijn om via aangetekende verzending duidelijkheid te hebben over datum en tijd van indiening. Een melding of aanvraag wordt pas in behandeling genomen (en begint de vastgestelde termijn te lopen) indien en zodra alle vereiste gegevens ontvangen en compleet zijn. Deze bevoegdheid is vastgelegd in artikel 4:5 van de Awb. Conform de nadere regels dient opgave te worden gedaan van benodigde ondergrondse of bovengrondse kasten, waartoe ook de handholes worden gerekend. Van belang kan zijn dat ook een Omgevingsvergunning (Wabo) vereist is.
Op grond van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Infrastructuren (WION) is registratie van de kabels en leidingen wettelijk verplicht (bij het Kadaster). Algemeen wordt van de grondroerders verwacht dat men de kabels zo registreert dat inzicht steeds kan worden geboden. Er is samenhang van bepalingen uit de WION (wetgeving) en de AVOI (gemeentelijke verordening). De WION heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven èn een plicht tot een zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WION bepaalt dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van de openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over het verrichten van werkzaamheden, waaronder het hebben van een vergunning.
Artikel 7 Beslistermijnen en geldigheidsduur
De beslistermijn is gelijk aan de meld/aanvraagtermijn zodat de werkzaamheden op de geplande datum kunnen aanvangen, mits aan de voorwaarden tijdig en geheel voldaan is. Op grond van de Awb is de gemeente verplicht binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, welke termijn in beginsel geacht wordt te zijn verstreken na verloop van 8 weken. Artikel 6, 4e lid, AVOI beperkt de werkingsduur van het instemmingsbesluit of vergunning om uitvoering geruime tijd na afgifte te voorkomen. Eventueel gewijzigd gebruik van gronden kan de werkzaamheden inmiddels onwenselijk maken.
In gevallen waar uitvoering en voorbereiding een langere doorlooptijd vergen, dient dat bij de melding te worden aangegeven en kan hiermee bij het verlenen van het instemmingsbesluit of vergunning rekening worden gehouden. Formeel uitgangspunt is dat een beschikking pas kan verstrekt als ook andere vergunningen verleend zijn zoals de Omgevingsvergunning. Dan ook starten de aangegeven beslistermijnen.
Artikel 8 Voorschriften en weigeringsgronden
Het college kan middels nadere regels aan een instemmingsbesluit voorschriften verbinden of een vergunning weigeren dan wel daaraan voorschriften verbinden. Omwille van uniformiteit is aangegeven welk soort voorschriften dit kunnen zijn. Ze hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de belangen die de gemeente moet behartigen. Daarnaast zijn lokale regels en voorwaarden van toepassing (met name het vast te stellen ‘Handboek Ondergrondse Infrastructuur’), waarbij aanvullende voorschriften bij verlening van de instemming of vergunning worden bekend gemaakt. Deze lokale voorschriftenset kan door het College worden vastgesteld. Wat betreft de in artikel 8, eerste lid sub 9, benoemde lokale evenementen, kan de gemeente een jaarlijkse evenementenkalender vaststellen en publiceren op haar website, waarna van partijen verwacht mag worden dat men hiermee rekening houdt.
Dit artikel bevat bepalingen over het herstel van de openbare ruimte nadat het werk heeft plaatsgevonden: een beginselplicht tot het herstellen van de openbare ruimte. In beginsel wordt uitgegaan van de “aangetroffen staat” van de infrastructuur. Voorzien wordt in het mogelijk maken van (in principe) enkele gemeentelijke opname-momenten: een vooropname, een opleveringsopname en eventueel nog een overdrachtsopname. Dit om te voorkomen dat later niet meer duidelijk is hoe de staat van de openbare ruimte was. Onder degeneratie wordt verstaan de achteruitgang van de levensduur van de wegverharding als gevolg van graafwerkzaamheden. De degeneratie is mede afhankelijk van de bodemgesteldheid.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Het zakelijk karakter van de instemming/vergunning is er zodat een nieuwe aanbieder zich ook houdt aan de voorschriften. De wettelijke bepalingen (Burgerlijk Wetboek) zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken.
In de praktijk heeft de gemeente periodiek overleg met netbeheerders en grondroerders. Dit overleg krijgt een formele en structurele status, zonder dat deelnemers hieraan rechten ontlenen. Wel wordt verwacht dat partijen in hun eigen belang deelnemen aan dit overleg en dat de gemeente hen zal uitnodigen. Doelstelling is tijdige informatie-uitwisseling over plannen tussen partijen (zowel de gemeente als de gravende partijen) zodat men waar mogelijk daarop tijdig kan inspelen. Mede daarom is het van belang dat niet alleen over de voorliggende korte termijnplannen gesproken wordt, maar dat juist ook de plannen op langere (bijvoorbeeld 3 tot 5-jarige) termijn ingebracht worden.
Dit overleg is afhankelijk van deelname van alle relevante partijen. Belangrijk is dat voor zowel de dagelijkse praktijk als de meerjarenplanning namens de netbeheerders bevoegde en geïnformeerde vertegenwoordigers aan het overleg deelnemen. Dit structurele overleg laat onverlet dat partijen die voornemens zijn werkzaamheden te verrichten met de gemeente in die concrete situaties in vooroverleg treden.
Wettelijk is voor openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels rond kabels (en voorzieningen als lege mantelbuizen) voor de duur van de gedoogplicht. Daarbij is van belang de daadwerkelijke situatie of die kabels en leidingen (nog) deel uit maken van een dergelijk netwerk. Onderscheid is er tussen bestaande lege mantelbuizen en nieuw te leggen lege mantelbuizen. Voor de gemeente is het niet doenlijk zelfstandig voldoende zicht te houden op het al dan niet in gebruik zijn van de voorzieningen. De netbeheerders worden geacht een kabel- en leidingregistratie bij te houden en de gemeente te informeren (op verzoek van de gemeente dan wel op eigen initiatief) over voorzieningen als lege mantelbuizen. Uitgangspunt is digitale aanlevering van gegevens. Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden, dat dan ook gevolgen heeft voor het karakter van de kabels in die gronden.
Artikel 12 Niet-openbare kabels en leidingen
Bij werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in openbare gronden geldt uitdrukkelijk géén wettelijke gemeentelijke gedoogplicht, maar wordt de AVOI procedureel van overeenkomstige toepassing verklaard. Een voornemen tot het uitvoeren van werkzaamheden voor niet-openbare kabels/leidingen in openbare gronden moet vooraf gemeld worden aan (resp. aangevraagd moet worden bij) de gemeente, en dat de gemeente beleidsvrijheid heeft die instemming (= vergunning) al dan niet te verlenen (of de voorwaarden te bepalen).
Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen, dienen deze op verzoek van de gemeente, altijd op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd te worden.
Paragraaf 3b Netten voor transport van informatie
Artikel 13 (Mede)gebruik van voorzieningen
Overleg over een melding of aanvraag is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel. De aanvrager wordt door middel van de gestelde beleidsregels verplicht bij zijn aanvraag aan te geven welke inspanningen gedaan zijn om te voldoen aan het vereiste van artikel 8, eerste lid AVOI.
Paragraaf 3c Netten van nutsbedrijven
Op het verleggen van kabels van elektronische communicatienetwerken zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van toepassing, volgens het principe ‘leggen om niet, verplaatsen om niet’. Gezien de wettelijke regels rechtstreeks van toepassing zijn, stelt de verordening geen nadere regels. Voor verleggingen van kabels en leidingen van nutsvoorzieningen zijn enkele procedurele regels opgenomen, in samenhang met de te respecteren (privaatrechtelijke) afspraken (al dan niet in de vorm van een concessieovereenkomst) en vooruitlopend op een eventuele door de gemeente vast te stellen verlegregeling/nadeelcompensatieregeling. Een netbeheerder is verplicht te verleggen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal die noodzakelijkheid moeten aantonen. De eventuele verrekening van kosten van de verleggingen wordt vooralsnog berekend aan de hand van de tussen partijen van toepassing zijnde afspraken, totdat er algemene regels hieromtrent zijn overeengekomen. Procedureel is de praktische richtlijn dat als de gemeente nadeelcompensatie moet bieden aan een netbeheerder, dit slechts zal geschieden op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht.
Het eerste lid heeft betrekking op verleggingen die noodzakelijk zijn vanwege werkzaamheden die door of vanwege de gemeente uitgevoerd worden (reconstructie, aanleg van een rotonde, oprichting van een gebouw etc.). Het tweede lid betreft de situatie dat kabels of leidingen verplaatst moeten worden doordat derde partijen ergens werkzaamheden verrichten. Dat kunnen particulieren zijn (zoals projectontwikkelaars) of andere (semi-)overheden. Hierop heeft de gemeente normaliter geen invloed en kan zij niet aansprakelijk worden gesteld voor vergoeding van noodzakelijke verleggingskosten.
Artikel 15 Verwijderen van kabels en leidingen
Formeel gezien is een netbeheerder verplicht op aanzeggen van de gemeente kabels en leidingen te verwijderen als de vergunning is verlopen/beëindigd of als de betreffende kabels en leidingen buiten gebruik zijn gesteld. Uiteraard zal dit steeds in afstemming tussen de gemeente en de betrokken netbeheerder gebeuren, mede om onnodige overlast voor omwonenden te beperken. Buiten gebruik gestelde kabels en leidingen dienen bij reconstructies op aanzegging van de gemeente te worden verwijderd.
Hoofdstuk 4 Straf-, toezicht-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 16 Toezicht en handhaving
Dit artikel heeft mede ten doel alle betrokken partijen bewust te maken van het niet-vrijblijvende karakter van de AVOI. Uitgangspunt is dat partijen zich houden aan de bepalingen. Indien partijen zich niet houden aan de voorschriften en beperkingen, behoudt de gemeente zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van haar bevoegdheden, vooral en in eerste instantie bestuursrechtelijk, maar niet noodzakelijk daartoe beperkt. Bestuursrechtelijk zijn de Awb (hoofdstuk 5) en de Gemeentewet van toepassing met bepalingen inzake de toezichthouder, bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. De bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving is veelal gemandateerd en de toezichthouder wordt aangewezen.
Vooruitlopend op de bestuursrechtelijke handhaving, kan de toezichthouder in voorkomende gevallen (indien noodzakelijk geacht, vooral om geen onomkeerbare situatie te creëren en onevenredige overlast te vermijden) de grondroerder bevelen de werkzaamheden stil te leggen.
Indien en voor zover nodig kunnen ook de civielrechtelijke en strafrechtelijke mogelijkheden benut worden. Strafrechtelijke consequenties vloeien vooral voort uit de mogelijke overtredingen van de Wet op de economische delicten (WED).
Er is gekozen om aan te sluiten bij het generieke gemeentelijke toezicht- en handhavingsbeleid. De algemene wettelijke bepalingen geven aan dat overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, of een voorschrift verbonden aan een vergunning of instemmingsbesluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 18 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Nadere Regels Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Lingewaard
Het college stelt hiermee vast de voorwaarden die conform de artikelen 6 en 8 van de verordening van toepassing zijn op een melding of aanvraag voor werkzaamheden, respectievelijk voorschriften en beperkingen voor een vergunning of instemmingsbesluit, op grond van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Lingewaard (AVOI).
Het college stelt hiermee vast de formulieren, als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de verordening, voor de melding of aanvraag:
Artikel 3. Te verstrekken gegevens (reguliere melding of aanvraag)
Bij de melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening verstrekt de aanvrager in elk geval de volgende gegevens:
Artikel 4. Te verstrekken gegevens (uitzonderingen)
1.Bij de melding als bedoeld in artikel 5, derde lid, van de verordening verstrekt de netbeheerder in elk geval de volgende gegevens:
Gegevens die digitaal beschikbaar zijn, worden door of namens de netbeheerder op het door de gemeente bekend te maken e-mailadres digitaal ingediend.
Ter bescherming van de belangen als genoemd in artikel 8, eerste lid, van de verordening kan het college aan de instemming/vergunning het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling voor nakoming van voorschriften en beperkingen.
De netbeheerder moet omwonenden (inclusief bedrijven en instellingen) ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk informeren over aanvang, duur, aard en plaats.
Artikel 8. Uitvoering en herstelwerk
Op de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen is van toepassing het Handboek Ondergrondse Infrastructuur (‘Standaardbepalingen voor het opnemen van de sleufverharding, het graven, aanvullen en verdichten van sleuven en het leggen etc. van ondergrondse infrastructuur in gronden die in eigendom of beheer zijn bij de deelnemende gemeenten’).
De ondergrond en de verharding worden, met in acht name van de gestelde uitvoeringsvoorwaarden, na voltooiing van werkzaamheden minimaal teruggebracht in de oude staat, zijnde de hoedanigheid en kwaliteit zoals deze bestond voor aanvang van de werkzaamheden. Indien de gemeente dit wenst wordt een nulmeting uitgevoerd om vooraf een gezamenlijk beeld te hebben van de uitgangssituatie.
7.Indien binnen 5 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, zal het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de netbeheerder.
De berekening van de vergoeding van de schaden is gebaseerd op vijf optredende kostensoorten: herstel-, onderhouds, beheers en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt kostendekkendheid voor de gemeente. Voor de berekening van de schadevergoeding wordt als basis gehanteerd de herstraattarieven conform de landelijke ‘Richtlijn Tarieven Graafwerkzaamheden (Telecom): Richtlijn voor gemeenten ten behoeve van het berekenen van tarieven voor herstel-, onderhouds-, beheer- en degeneratiekosten bij (graaf)werkzaamheden door aanbieders in openbare gronden die in eigendom of beheer zijn van gemeenten’ uit 2004 en volgens de laatst vastgestelde landelijke tarieven.
Artikel 10. Toezicht en handhaving
Gelet op afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 16, eerste lid, van de verordening, worden personen aangewezen die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de verordening bepaalde voor het gehele grondgebied van de gemeente. De toezichthoudende bevoegdheden die uit de Algemene wet bestuursrecht voortvloeien gelden onverkort.
In het geval door de gemeente ter plaatse geconstateerd wordt dat een werk in uitvoering is zonder dat de vereiste instemming of vergunning is verleend, en het werk valt niet onder spoedeisend werk/calamiteit, kan de gemeentelijk vertegenwoordiger een beschikking uitreiken aan de grondroerder, waarbij de grondroerder direct het opbreek-, graaf- en legwerk moet staken dan wel kan deze grondroerder de verplichting opgelegd krijgen om de ondergrond, verharding en openbare ruimte in het werkingsgebied van de betreffende instemming of vergunning weer in de oorspronkelijke staat terug tebrengen.
De in het tweede lid genoemde bevoegdheid tot het stil leggen van werk is eveneens van toepassing indien: a. aanwijzingen en geboden die door vertegenwoordigers van de gemeente worden gegeven niet onverwijld worden opgevolgd; b. uitvoerend personeel van grondroerder zich onbehoorlijk, kwetsend en/of overlastgevend gedraagt;
Indien de netbeheerder bij de in het tweede en derde lid genoemde vorderingen op eerste aanzegging in gebreke blijft zal de gemeente de benodigde werkzaamheden (laten) uitvoeren. Alle kosten en gevolgen terzake, alsmede de kosten voortvloeiend uit de opschorting en eventuele verdere herstelverplichtingen worden verhaald op de netbeheerder.
Dit reglement treedt in werking op de dag na die waarop zij bekend is gemaakt.
Dit reglement kan worden aangehaald als “Nadere regels AVOI gemeente Lingewaard”.
Het college van gemeente Lingewaard