Organisatie | Wassenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening baatbelasting Wittelaan, Laantje van Paridon en gedeelte Waalsdorperlaan |
Citeertitel | Verordening baatbelasting Wittelaan, Laantje van Paridon en gedeelte Waalsdorperlaan |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
geen
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1984 | 19-06-2020 | nieuwe regeling | 15-08-1983 onbekend | 0267v |
Er wordt in deze gemeente ter verkrijging van een billijke bijdrage in de kosten van aanleg van een riolering:
Belastingplichtig is degene, die krachtens zakelijk recht het genot heeft van de onroerende goederen, bedoeld in artikel 1 en die als zodanig bij het begin van het belastingjaar in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens zakelijk recht was.
Voor het riool in het Oostersportpark nabij een gedeelte van de Waalsdorperlaan wordt de belasting berekend naar de langs de grond gemeten lengte van die zijde van het onroerend goed, plaatselijk gemerkt Waalsdorperlaan 1, 2, 3, 3a, 4 en 5, en van andere onroerende goederen, die het meest gelegen zijn nabij de aangebrachte riolering.
Op een bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar in te dienen schriftelijk verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot nog niet aangevangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van die nog niet aangevangen belastingjaren.
Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De belasting wordt geheven over de belastingjaren 1984 tot en met 2013.
Artikel 7a. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingsweg 1990 met een belastingsaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijd wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Van de belasting zijn vrijgesteld de onroerende goederen:
De belasting wordt geheven, te beginnen met het belastingjaar waarin een bestaande regeling als onder d bedoeld wordt opgeheven. Zij wordt niet meer geheven met ingang van het jaar volgende op dat, waarin een dergelijke regeling wordt getroffen.
Artikel 9b Nadere regels door burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.