Organisatie | Wassenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening baatbelasting Wassenaarse Slag |
Citeertitel | Verordening baatbelasting Wassenaarse Slag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
geen
Gemeentewet artt. 269 en verder
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1987 | 19-06-2020 | nieuwe regeling | 29-09-1986 Onbekend | onbekend |
Belastingplichtig is degene, die krachtens zakelijk recht het genot heeft van het onroerend goed, bedoeld in artikel 1 en die als zodanig bij het begin van het belastingjaar in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens zakelijk recht was.
Op een bij de in artikel 231, twwede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar in te dienen schriftelijk verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot nog niet aangevangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van die nog niet aangevangen belastingjaren.
Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De belasting wordt geheven over de belastingjaren 1987 tot en met 2016.
Artikel 7a Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan £ 75,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Van de belasting zijn vrijgesteld de onroerende goederen:
het vestigen van een bouwverbod, het vaststellen van rooilijnen of een bestemmingsplan of dergelijke voorzieningen niet voor bebouwing in aanmerking kunnen komen, zolang deze onbebouwd zijn;
Artikel 9b Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de baatbelasting.