Organisatie | Wassenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor de Schulpwei |
Citeertitel | Verordening baatbelasting Schulpwei |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
geen
Gemeentewet artt. 269 en volgende
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1994 | nieuwe regeling | 22-02-1993 Onbekend | no. 18 |
Belastingplichtig is degene, die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot heeft van de onroerende zaak, bedoeld in artikel 1 en die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was.
De belasting bedraagt per jaar voor iedere strekkende meter van de in artikel 5 bedoelde lengte € 9,52.
Op een bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoeld ambtenaar in te dienen schriftelijk verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot nog niet aangevangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van die nog niet aangevangen belastingjaren.
Artikel 8a. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingsweg 1990 met een belastingsaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijd wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Van de belasting zijn vrijgesteld de onroerende zaken, waarvoor reeds hetzij krachtens de bepalingen van de bouwverordening, hetzij op andere wijze dan door belastingheffing een bijdrage in de kosten van aanleg van de in artikel 1 genoemde voorziening aan de gemeente is betaald.