Organisatie | Wassenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor het Laantje van Duinauwe (Groot Haesebroekseweg) |
Citeertitel | Verordening baatbelasting Laantje van Duinauwe |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
Gemeentewet, art. 269 en volgende
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1989 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 28-03-1988 Onbekend | raadsvoorstel no 35 |
Belastingplichtig is degene, die krachtens zakelijk recht het genot heeft van het onroerend goed, bedoeld in artikel 1 en die als zodanig bij het begin van het belastingjaar in de kadastrale perceelkaart is aangewezen, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens zakelijk recht was.
De belasting wordt berekend naar de langs de grond gemeten lengte van de zijde van het onroerend goed, dat grenst aan of het meest nabij gelegen is aan de openbare weg, waarin de voorzieningen bedoeld in artikel 1, eerste lid, zijn tot stand gebracht, zulks met inachtneming van het bepaalde in het derde lid.
Op een bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoeld ambtenaar in te dienen schriftelijk verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot nog niet aangevangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van die nog niet aangevangen belastingjaren.
Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De belasting wordt geheven over de belastingjaren 1989 tot en met 2018.
Artikel 7a. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingsweg 1990 met een belastingsaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijd wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 11a Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de baatbelasting.