Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de markten in de gemeente Hoogeveen |
Citeertitel | Marktreglement Hoogeveen 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Openbare orde, zedelijkheid, gezondheid, veiligheid, volkshuisvesting en milieu |
Externe bijlagen | i96752 i96753 i96754 i96755 |
Dit reglement treedt in werking met ingang van de datum waarop de Marktverordening Hoogeveen 2012 in werking treedt.
artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-05-2012 | Nieuwe regeling | 10-04-2012 K.v.H. 08-05-2012 | BBV00188 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogeveen;
Gelet op artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet, artikelen 2 en 3 van de Marktverordening Hoogeveen 2012;
Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de Marktverordening Hoogeveen 2012;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 van de Marktverordening Hoogeveen 2012 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op dit marktreglement.
Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, als er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan het college, of de burgemeester – ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft - besluiten:
Artikel 6. Vereisten vergunning
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking, een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij aantoont dat hij persoonlijk, danwel de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is, of deel van uitmaakt, staat ingeschreven:
Hoofdstuk 3 Toewijzen en bezetten van standplaatsen
Artikel 9. Volgorde toewijzen vaste plaats.
Nadat het bepaalde in het tweede lid in acht is genomen en niemand te kennen heeft gegeven in aanmerking te willen komen voor de vrijgekomen vaste plaats, zal de plaats via werving aan een gegadigde van een niet op de markt vertegenwoordigd product of artikel worden toegewezen. Indien dit niet mogelijk is, wordt de plaats toegewezen aan een gegadigde met een product, dat al wordt verkocht maar waarvan het maximum van de branchering nog niet is bereikt.
Artikel 11. Toewijzing standwerkerplaats.
Toewijzing van een standwerkerplaats geschiedt door de marktmeester met inachtneming van het bepaalde in artikel 10. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
Hoofdstuk 4 Bepalingen over het gebruik van de marktstandplaats
Artikel 12. Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen.
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats op de warenmarkt niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de vergunninghouder de marktmeester vóór 08.00 uur heeft verzocht zijn vaste standplaats voor hem beschikbaar te houden.
Het college kan de vergunninghouder op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek toestemming verlenen om maximaal twee natuurlijke personen, die niet in het bezit zijn van een vaste standplaatsvergunning voor een van de warenmarkten in Hoogeveen, aan te wijzen als bedrijfsleider, die hem bij de uitoefening van de markthandel bij voortduring bijstaan, dan wel, bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen nakomt.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 21. Het stallen van voertuigen.
Een vergunninghouder van een standwerkersplaats mag uitsluitend met toestemming van de marktmeester, indien dit noodzakelijk is voor zijn werkzaamheden een voertuig op zijn standplaats aanwezig hebben. De voorschriften vermeld in het eerste lid onder a tot en met c zijn van overeenkomstige toepassing.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogeveen op 10 april 2012
De secretaris, de burgemeester,
G.H. DE VRIES K.B. LOOHUIS
Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt.
Het college stelt op grond van artikel 160, eerste lid onderdeel h, Gemeentewet, de markt in en geeft aan waar en wanneer de markt wordt gehouden (dag, locatie en tijd).
In het tweede lid is een bepaling opgenomen die voor het college de bevoegdheid creëert om op grond van dringende redenen de markt geheel of gedeeltelijk te verplaatsen, af te gelasten, dan wel anders in te richten
Artikel 2, lid 1, onderdeel b van de Winkeltijdenwet bepaalt dat het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben: op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur. Dit verbod geldt ook voor de warenmarkt.
Het college kan bepalen dat wanneer een marktdag samenvalt met een van bovenstaande dagen de markt tijdelijk op een andere dag kan worden gehouden.
Deze bepaling heeft betrekking op het handelen vanwege weersomstandigheden en calamiteiten en openbare ordeaangelegenheden. Wanneer het openbare orde kwesties betreft, dan is de burgemeester bevoegd om de noodzakelijk maatregelen te treffen, omdat de burgemeester op grond van artikel 172 Gemeentewet belast is met het handhaven van de openbare orde. Het is dus bij dergelijke incidenten zaak om goed de grondslag voor het optreden voor ogen te hebben en de dan noodzakelijke besluiten door het juiste bestuursorgaan te laten nemen.
Artikel 4. Inrichting van de markt.
De inrichting van de markt is vastgelegd in het standplaatsenplan. De redactie van artikel 4 maakt dat het standplaatsenplan een algemeen verbindend voorschrift is geworden. Dat heeft tot gevolg dat zowel het college als de marktondernemer aan de bepalingen zijn gehouden. Er is in voorzien dat de marktmeester mag afwijken als een feitelijke situatie dat vergt om gaten in de markt te voorkomen. Die bevoegdheid moet ook met het oog voor de belangen van de marktkoopman worden toegepast. Die is er immers bij gebaat zoveel mogelijk op dezelfde plek en bij dezelfde branche te staan. Alleen wanneer er gaten in de markt vallen, dan kan de marktmeester in het belang van de markt als geheel een andere opstelling vergen.
Dit artikel heeft geen tekst. Oorspronkelijk was hierin een branche-indeling voorzien, maar gelet op de omvang en de aard van het onderwerp is uiteindelijk gekozen voor een afzonderlijke regeling. Het laten vervallen van de tekst was eenvoudiger dan het volledig hernummeren van het Reglement met het risico op onjuiste verwijzingen.
Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning.
De markt heeft te maken met vergrijzing van ondernemers. Investeringen zijn er nauwelijks meer bij omdat standplaatsen niet kunnen worden overgeschreven. Jonge ondernemers zijn niet voldoende te vinden.
Voor de markt is continuïteit belangrijk. Voor een gemeente is het minder van belang welke ondernemer standplaats inneemt, als er maar sprake is van een kwalitatieve, goede invulling van de standplaats. Met andere woorden: in de huidige situatie is het geen gemeentelijk belang om bedrijfsopvolging te beperken.
Verruiming van de overschrijvingsmogelijkheden verdient aanbeveling. Een standpunt dat door de HBD wordt ondersteund.
Er is dus geen sprake van automatische opvolging, de persoonlijke omstandigheden zijn bepalend.
Artikelen 8 en 9. Toewijzing standplaatsen.
Voor toewijzing van vrije plaatsen komen de gegadigden in aanmerking die door middel van sollicitatie hebben aangegeven van plaats te willen veranderen. Daarna komen sollicitanten met producten die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn aan de beurt, vervolgens overige sollicitanten, waarbij rekening wordt gehouden met de branchering. Tot slot kan een vaste standplaatshouder uitbreiding van zijn standplaats krijgen.
Artikel 10. Toewijzing dagplaats.
Voor toewijzing van dagplaatsen komen uitsluitend in aanmerking ambulante handelaren die eveneens voldoen aan de vereisten van artikel 6 van dit reglement. Hiermee wordt voorkomen dat niet ambulante handelaren standplaats in nemen.
De met de marktverordening strijdige praktijk waarbij toestemming wordt verleend om standplaats in te nemen op de markt aan ideële groeperingen zoals, politieke partijen, milieugroepen en personen die zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking, enzovoorts, wordt hiermee voorkomen.
Artikel 11. Toewijzing standwerkersplaats.
Een goede standwerker is tegenwoordig een schaars goed. Degenen die zich als standwerker melden, zijn vaak meelopers met uitzoekhandel die feitelijk op een dagplaats thuishoren. Uitzoekhandel is bij de consument gewild, daarom is naar een legaal middel gezocht om de handelaar met uitzoekhandel toe te laten.
De eis dat een standwerker bij voortduring moet standwerken, is vervallen. Een handelaar met uitzoekhandel kan daarom, mits aan alle verdere vereisten van de standwerker wordt voldaan, een standwerkersplaats innemen. Om enige bescherming te bieden aan de vast standplaatshouders is een zgn. vier-wekenregeling opgenomen.
Artikel 13. Persoonlijk innemen standplaats.
De vergunninghouder is in principe verplicht zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Om het echter een vergunninghouder mogelijk te maken voor persoonlijke verzorging, korte, zakelijke bezigheden etc. , een beperkte tijd afwezig te zijn, is bepaald dat de vergunninghouder zich kan laten bijstaan. De vergunninghouder kan dus niet de gehele marktdag wegblijven. De vergunninghouder blijft echter te allen tijde verantwoordelijk.
Het bedrijfsleiderschap is bedoeld om te kunnen komen tot een verruiming van de persoonlijke plaatsbezetting. Dit houdt concreet in dat iedere vaste standplaatshouder een persoon (bedrijfsleider) kan benoemen die als vervanger van de vergunninghouder kan optreden. Hiermee wordt recht gedaan aan modern ondernemerschap, waarbinnen de ambulante handelaar meer mogelijkheid krijgt om zich tijdens de markturen te laten vervangen, teneinde noodzakelijke werkzaamheden elders uit te voeren. Anders dan bij een vaste vergunninghouder geldt, indien er sprake is van één bedrijfsleider, een permanente verplichting tot aanwezigheid. Dus geen afwezigheid wegens vakantie of ziekte etc. De vergunninghouder en de bedrijfsleider zorgen voor de bezetting. Dit komt de continuïteit van de markt ten goede. Er is gekozen voor het vermelde van een geregistreerde partner, om te voorkomen dat het bewijs dat iemand wel of juist geen partner is, problemen oplevert.
Artikel 15. Aantal keren innemen standplaats.
De plicht voor de vergunninghouder om de standplaats het minimumaantal vastgestelde keren in te nemen is noodzakelijk om de continuïteit van de bezetting te waarborgen. Het minimum aantal keren bedraagt tenminste eenmaal per twee weken en tenminste elfmaal per dertien weken. Vanzelfsprekend geldt deze regel met inachtneming van de artikelen 16 en 17. De plicht om de standplaats het minimumaantal vastgestelde keren in te nemen geldt uiteraard alleen voor de vaste standplaatshouders en niet voor de vergunninghouders van een dagplaats of de standwerker.
Artikel 16. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden.
Artikel 17. Ontheffing en vervanging.
In de artikelen 16 en 17 worden uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig moet zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college (de marktmeester) van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gebracht.
Artikel 18. Obstakels en welstand.
Dit artikel bevat de grondslag voor het optreden van de marktmeester om te zorgen dat veiligheid gewaarborgd kan blijven en voortdurend vrije doorgang kan worden bewerkstelligd. Ook biedt het artikel de grondslag om te kunnen optreden ten aanzien van het uiterlijk van de markt.
Artikel 19. Schoonhouden en opleveren standplaats.
Het schoonhouden van de omgeving levert een bijdrage aan een beter aanzien van de markt en helpt zwerfvuil voorkomen. Het bij vertrek schoon opleveren van de standplaats kan aan een aanzienlijke vermindering van de kosten van afvalverwijdering bijdragen. Het leidt dus ook tot voordeel van de vergunninghouder.
Artikel 20. Geluidsapparatuur.
Om onnodige herrie op de markt te voorkomen wordt uitgegaan van een verbod. Alleen die vergunninghouders die geluidsapparatuur nodig hebben om hun waren te verkopen, mogen die gebruiken na toestemming van de marktmeester.
Artikel 21 Het stallen van voertuigen
Om hinderlijke stalling van voertuigen op de markt te voorkomen, wordt uitgegaan van een regulering. Het her en der plaatsen van auto’s geeft onnodige verrommeling en een visueel slechte uitstraling van de markt. De marktmeester kan met het stellen van voorwaarden daar toestemming voor geven. Het voertuig dient zo veel mogelijk uit het zicht worden geplaatst. In de vergunning voor de standplaats wordt een bepaling opgenomen over het al dan niet aanwezig mogen hebben van een voertuig. De aanwijzingen van de marktmeester betreffen de fysieke plaatsing van dat voertuig. Als die niet opgevolgd zouden worden, dan kan het college de vergunning voor de standplaats intrekken.
Voor losse standplaatsen geldt een strakker regime. De plaatsing moet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de standwerkeractiviteiten (bijvoorbeeld voor de verkoop van autopoetsmiddelen). Als aan het noodzakelijkheidcriterium wordt voldaan, dan kan de marktmeester mondeling vergunning verlenen en daarbij de aanwijzingen geven om te komen tot een plaatsing met in achtneming van de voorwaarden genoemd in het eerste lid.
Uit oogpunt van bewijsbaarheid verdient het aanbeveling dat de marktmeester, zeker bij het structureel aanwezig hebben van een voertuig, de toestemming schriftelijk geeft. Bij het innemen van standwerkerstandplaatsen, waar doorgaans op de ochtend van de markt een aanwijzing moet plaatsvinden, ligt dat wat minder voor de hand. Om de lasten zo beperkt mogelijk te houden is thans nog niet gekozen om schriftelijke toestemming te eisen. Afhankelijk van de ervaringen kan daar in de toekomst anders over gedacht worden.
Artikel 22. Algemene veiligheidsnormen.
Door het aantal branden en omgevallen op de markt in de afgelopen jaren is er gelukkig meer aandacht voor de veiligheid op de markt. Rekening dient gehouden te worden met de toegankelijkheid van de markt voor de hulpdiensten.