Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Hoogeveen |
Citeertitel | Marktverordening Hoogeveen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Openbare orde, zedelijkheid, gezondheid, veiligheid, volkshuisvesting en milieu |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-05-2012 | Nieuwe regeling | 26-04-2012 K.v.H. 08-05-2012 | BBV00188 |
De raad van de gemeente Hoogeveen;
Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders;
Gelet op de artikelen 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;
Overweegt dat de Marktcommissie in voldoende mate gehoord is;
Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende nadere regels wordt verstaan onder:
Artikel 4. Standplaatsvergunning
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Artikel 4a. Geen vergunning van rechtswege.
Paragraaf 4.1.3.3. Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op aanvragen om vergunningen krachtens deze verordening.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen van 26 april 2012.
De griffier De voorzitter
J.P. WIND K.B. LOOHUIS
Het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten, of gewone marktdagen is op grond van artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet een bevoegdheid van het college. Daaruit is aanvankelijk de conclusie getroffen dat regulering van de markt ook een bevoegdheid van het college zou zijn, maar het vaststellen van regels die de openbare orde raken valt niet onder het instellen van markten. Dat is op grond van artikel 147 en 149 een bevoegdheid van de raad. Daarom is er in navolging van de VNG weer een verordening opgesteld. De voorgestelde verordening is gebaseerd op het model en in samenspraak met de marktcommissie aangepast aan de lokale situatie.
Het is een verordening die op hoofdlijnen een regeling voor de markten bevat en die door het college moet worden uitgewerkt. Het college heeft daartoe reeds een marktreglement, een reglement voor de marktcommissie en voor de markt vastgesteld. Een branchebesluit is in voorbereiding. De inwerkingtreding is uiteraard afhankelijk gemaakt van de inwerkingtreding van de verordening.
Deze verordening ziet uitsluitend op het innemen van standplaatsen op de markt en niet op de solitaire standplaatsen, die elders in de stad wel voorkomen. Om te voorkomen dat er een diffuse situatie ontstaat, heeft het college standplaatsen in de nabijheid van de markt in het centrum ook al opgeheven.
De marktverordening is niet opgezet als een strafverordening, omdat er van uitgegaan wordt dat met het bestuurlijke handhavingtraject en een goede marktmeester de markt afdoende gereguleerd is, zodat aan strafrechtelijk optreden geen behoefte lijkt te bestaan. Dat laat uiteraard onverlet, dat wanneer andere wettelijke voorschriften m.b.t. bijvoorbeeld fietsen of parkeren of de Apv worden overtreden, de politie op grond daarvan uiteraard op kan treden.
Mocht in de toekomst toch komen vast te staan, dan kan in samenspraak met de politie het opnemen van strafbepalingen alsnog worden voorgesteld.
Hoofdstuk 1 van de marktverordening bevat een aantal algemene bepalingen die betrekking hebben op de markt in zijn geheel.
Hoofdstuk 2 bevat een bepaling over de vergunningplicht en de intrekking van een vergunning.
Hoofdstuk 3 bevat de toezicht- en handhavingbepalingen
Hoofdstuk 4 bevat het fundament voor de Marktcommissie die daarmee ook als een commissie in de zin van artikel 84 Gemeentewet kan functioneren.
Hoofdstuk 5 bevat overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, zodat voor een ieder duidelijk is wat daaronder wordt verstaan. De begrippen zijn ook van toepassing op het marktreglement.
Artikel 2. Inrichting van de markt; branchering, marktdagen en -tijden
De in artikel 2 opgenomen bevoegdheden gelden als aandachtspunt voor het college. Het vaststellen van een standplaatsenplan en het nemen van en branchebesluit is voor een markt onmisbaar. Het tweede lid van artikel 2 is noodzakelijk. Marktverplaatsingen zullen altijd wel nodig zijn, al dient een goede belangenafweging aan de beslissing tot verplaatsing ten grondslag te liggen.
Artikel 3 bevat de delegatiebepaling (artikel 156, derde lid Gemeentewet), waardoor het college bevoegd is met betrekking tot de in de verordening genoemde onderwerpen nadere regels te stellen. De bevoegdheid is niet beperkt tot genoemde onderwerpen, omdat het college in ieder geval met betrekking tot deze onderwerpen regels kan stellen, maar als daar behoefte aan is dan kan het college ook andere onderwerpen uitwerken in reglementen, of beleidsregels. Het ligt voor de hand dat het college alvorens over te gaan tot vaststelling van nadere regels de Marktcommissie om advies zal vragen.
Artikel 4 Standplaatsvergunning
Het instrument vergunningverlening is een kerninstrument voor regulering van de markt. Zonder vergunningverlening kan de markt niet geordend verlopen.
Artikel 4a. Geen vergunning van rechtswege.
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is in artikel 4:20a bepaald dat een vergunning van rechtswege wordt verleend als dit bij wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt. In artikel 28 van de Dienstenwet is hier echter een uitzondering opgemaakt voor vergunningstelsels. Daarvoor moet expliciet bepaald worden dat de paragraaf van de Awb met betrekking tot de vergunning van rechtswege niet van toepassing is. Dat voorschrift is hier opgenomen om te voorkomen dat wanneer een vergunning een keer niet binnen de termijn afgehandeld wordt de aanvrager van rechtswege een vergunning heeft. Dat is noodzakelijk om te voorkomen dat het principe van branchering niet onbedoeld wordt doorbroken of dat er een vergunning wordt verleend, terwijl er feitelijk geen plaats voor is. Het streven is uiteraard dat vergunningen ruimschoots binnen de termijn van 8 weken worden afgehandeld, maar dit artikel is noodzakelijk om te voorkomen dat er onbedoeld conflictsituaties ontstaan.
Artikel 5 Intrekking vaste standplaatsvergunning
Een standplaatsvergunning is een persoonlijke vergunning en in beginsel niet overdraagbaar. Bij overlijden van de vergunninghouder vervalt de vergunning, tenzij van de mogelijkheid tot overschrijving, zoals in het marktreglement opgenomen, gebruik wordt gemaakt.
Artikel 6 Intrekking vergunningen
Anders dan in artikel 5, waar de intrekkingsgronden imperatief zijn geregeld, is in dit artikel sprake van een bevoegdheid, waarbij het college dus een zorgvuldige belangenafweging moet maken, voordat een besluit tot intrekking wordt genomen. Dit artikel ziet op alle vergunningen die in relatie tot een standplaats op de markt aan de orde zijn. Intrekking kan zowel tijdelijk als definitief. Het kan ook onder het stellen van voorwaarden. Als een vergunninghouder dan aan die voorwaarde voldoet, dan kan de vergunning herleven en is geen nieuwe aanvraag vereist. Bij het gebruik van deze bevoegdheid moet zorgvuldig geformuleerd worden of de intrekking de vergunning volledig doet vervallen, dan wel dat een opschorting is beoogd.
Deze artikelen voorzien, met inachtneming van het bepaalde in de Awb, in de mogelijkheid tot bestuurlijke handhaving en het aanwijzen van toezichthouders.
Met deze bepaling wordt voor de reeds bestaande marktcommissie een juridisch fundament gelegd. Het is een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet en dat brengt ook mee dat op de commissie krachtens artikel 96 Gemeentewet de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 en het daar in artikel 21, eerste lid aangehaalde Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van toepassing is. Dat brengt ook vergoeding van een presentiegeld mee. Om de kosten beheersbaar te houden is opgenomen dat de samenstelling en werkwijze door het college worden geregeld. Het presentiegeld is beperkt tot de vertegenwoordigers, die niet vanuit een organisatie afkomstig zijn. Het zijn feitelijk de vrijwilligers. In dit artikel zijn de minimale vereisten opgenomen. Het college kan uiteraard waar dat wenselijk is meer zaken regelen, maar hanteert als uitgangspunt dat de regeling zo beperkt mogelijk zal zijn.
Artikel 10, 11 en 12 overgangs- en slotbepalingen
Een overgangsregeling, zoals hier opgenomen, is noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Artikel 10 strekt ertoe dat een vergunning die is verleend voor het inwerkingtreden van deze verordening ook onder deze verordening van kracht is en blijft tot zij wordt ingetrokken. Hier wordt ook geregeld dat de Marktcommissie die nu al functioneert ook een Marktcommissie in de zin van deze verordening is. Indien de samenstelling niet overeenkomstig het Marktreglement zou zijn, dan is het aan het college om dat zo spoedig mogelijk aan te passen.