Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogeveen

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Hoogeveen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogeveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de warenmarkten voor de gemeente Hoogeveen
CiteertitelMarktverordening Hoogeveen 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOpenbare orde, zedelijkheid, gezondheid, veiligheid, volkshuisvesting en milieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-05-2012Nieuwe regeling

26-04-2012

K.v.H. 08-05-2012

BBV00188

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Hoogeveen

De raad van de gemeente Hoogeveen;

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders;

Gelet op de artikelen 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;

Overweegt dat de Marktcommissie in voldoende mate gehoord is;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Hoogeveen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats in volgorde van datum van verlenen van vergunning;

  • b.

    bedrijfsleider: degene aan wie door het college is toegestaan om de vergunninghouder bij voortduring bij te staan of te vervangen;

  • c.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen, dan wel ingenomen;

  • d.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • e.

    marktterrein: de openbare ruimte, die gedurende de door het college te bepalen dag en tijd is bestemd voor het houden van een warenmarkt;

  • f.

    standplaats: de ruimte, die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • g.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • i.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • j.

    vrije plaats: plaats op het marktterrein, bestemd voor maatschappelijke en culturele doeleinden.

Artikel 2. Inrichting van de mark, branchering, marktdagen en tijden

  • 1.

    Het college kan ten aanzien van de markt bepalen:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      de wijze van branchering.

  • 2.

    Het college kan bepalen, dat:

    • a.

      om bijzondere redenen er geen markt wordt gehouden, of de markt wordt beëindigd;

    • b.

      een markt incidenteel geheel of gedeeltelijk op een andere locatie of een andere dag wordt gehouden;

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening in ieder geval met betrekking tot de volgende onderwerpen:

  • a.

    de branchering en brancheverdeling;

  • b.

    de verlening en overschrijving van vergunningen;

  • c.

    toewijzen en bezetten van standplaatsen;

  • d.

    afwezigheid bij ziekte, vakantie en ingeval van bijzondere omstandigheden;

  • e.

    de vervanging;

  • f.

    het gebruik van eigen materiaal en huurmateriaal;

  • g.

    het gebruik van standplaatsen;

  • h.

    veiligheidsnormen en normen ter voorkoming van hinder en overlast.

Hoofdstuk 2. Vergunningen

Artikel 4. Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 4a. Geen vergunning van rechtswege.

Paragraaf 4.1.3.3. Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op aanvragen om vergunningen krachtens deze verordening.

Artikel 5. Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij met inachtneming van het bepaalde in door het college vast te stellen nadere regels, de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge het vorige lid, onderdeel b wordt overgeschreven, al vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

  • 3.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken indien, ter verkrijging daarvan, onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Artikel 6 Intrekking vergunningen

Onverminderd artikel 5 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, een dagplaats of een standwerkersplaats, al dan niet onder het stellen van voorwaarden, intrekken, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van verordeningen ter uitvoering van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Hoofdstuk 3. Toezicht en handhaving

Artikel 7. Onmiddellijke verwijdering

Met gebruikmaking van de bevoegdheid in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen of andere handhavingmaatregelen te treffen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 8 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Hoofdstuk 4. Adviesorgaan

Artikel 9 Marktcommissie

  • 1.

    Het college stelt een adviescommissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, die het college gevraagd en ongevraagd van advies dient over de aangelegenheden, die de markt betreffen.

  • 2.

    Het college benoemt de leden van de Marktcommissie en stelt daarvoor een reglement op, waarin in ieder geval bepalingen worden opgenomen met betrekking tot de:

    • a.

      evaluatie van de verordening voor afloop van de zittingsperiode en kennisgeving van het resultaat daarvan aan de gemeenteraad;

    • b.

      van de openbaarheid van de vergaderingen;

    • c.

      de wijze waarop de marktkooplieden worden betrokken bij het doen van een voordracht voor benoeming;

    • d.

      de samenstelling;

    • e.

      de wijze waarop advies wordt uitgebracht;

    • f.

      de werkwijze.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten – hoe ook genaamd- van het college, voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de verordening, gelden als besluiten, genomen krachtens deze verordening, totdat zij zijn ingetrokken of vervallen.

  • 2.

    De bestaande anciënniteitlijst wordt geacht een anciënniteitlijst in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning, ontheffing of overschrijving van een vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet onherroepelijk is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 4.

    De marktcommissie, die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening functioneert wordt aangemerkt als marktcommissie op grond van artikel 9 van deze verordening.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden hebben alleen de leden die door de marktkooplieden zijn gekozen tot hun vertegenwoordigers, recht op presentiegeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie van deze verordening.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Marktverordening Hoogeveen 2012.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen van 26 april 2012.

De griffier De voorzitter

J.P. WIND K.B. LOOHUIS

Toelichting

Algemeen.

Het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten, of gewone marktdagen is op grond van artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet een bevoegdheid van het college. Daaruit is aanvankelijk de conclusie getroffen dat regulering van de markt ook een bevoegdheid van het college zou zijn, maar het vaststellen van regels die de openbare orde raken valt niet onder het instellen van markten. Dat is op grond van artikel 147 en 149 een bevoegdheid van de raad. Daarom is er in navolging van de VNG weer een verordening opgesteld. De voorgestelde verordening is gebaseerd op het model en in samenspraak met de marktcommissie aangepast aan de lokale situatie.

Het is een verordening die op hoofdlijnen een regeling voor de markten bevat en die door het college moet worden uitgewerkt. Het college heeft daartoe reeds een marktreglement, een reglement voor de marktcommissie en voor de markt vastgesteld. Een branchebesluit is in voorbereiding. De inwerkingtreding is uiteraard afhankelijk gemaakt van de inwerkingtreding van de verordening.

Deze verordening ziet uitsluitend op het innemen van standplaatsen op de markt en niet op de solitaire standplaatsen, die elders in de stad wel voorkomen. Om te voorkomen dat er een diffuse situatie ontstaat, heeft het college standplaatsen in de nabijheid van de markt in het centrum ook al opgeheven.

De marktverordening is niet opgezet als een strafverordening, omdat er van uitgegaan wordt dat met het bestuurlijke handhavingtraject en een goede marktmeester de markt afdoende gereguleerd is, zodat aan strafrechtelijk optreden geen behoefte lijkt te bestaan. Dat laat uiteraard onverlet, dat wanneer andere wettelijke voorschriften m.b.t. bijvoorbeeld fietsen of parkeren of de Apv worden overtreden, de politie op grond daarvan uiteraard op kan treden.

Mocht in de toekomst toch komen vast te staan, dan kan in samenspraak met de politie het opnemen van strafbepalingen alsnog worden voorgesteld.

Hoofdstuk 1 van de marktverordening bevat een aantal algemene bepalingen die betrekking hebben op de markt in zijn geheel.

Hoofdstuk 2 bevat een bepaling over de vergunningplicht en de intrekking van een vergunning.

Hoofdstuk 3 bevat de toezicht- en handhavingbepalingen

Hoofdstuk 4 bevat het fundament voor de Marktcommissie die daarmee ook als een commissie in de zin van artikel 84 Gemeentewet kan functioneren.

Hoofdstuk 5 bevat overgangs- en slotbepalingen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, zodat voor een ieder duidelijk is wat daaronder wordt verstaan. De begrippen zijn ook van toepassing op het marktreglement.

 

Artikel 2. Inrichting van de markt; branchering, marktdagen en -tijden

De in artikel 2 opgenomen bevoegdheden gelden als aandachtspunt voor het college. Het vaststellen van een standplaatsenplan en het nemen van en branchebesluit is voor een markt onmisbaar. Het tweede lid van artikel 2 is noodzakelijk. Marktverplaatsingen zullen altijd wel nodig zijn, al dient een goede belangenafweging aan de beslissing tot verplaatsing ten grondslag te liggen.

 

Artikel 3. Nadere regels

Artikel 3 bevat de delegatiebepaling (artikel 156, derde lid Gemeentewet), waardoor het college bevoegd is met betrekking tot de in de verordening genoemde onderwerpen nadere regels te stellen. De bevoegdheid is niet beperkt tot genoemde onderwerpen, omdat het college in ieder geval met betrekking tot deze onderwerpen regels kan stellen, maar als daar behoefte aan is dan kan het college ook andere onderwerpen uitwerken in reglementen, of beleidsregels. Het ligt voor de hand dat het college alvorens over te gaan tot vaststelling van nadere regels de Marktcommissie om advies zal vragen.

 

Artikel 4 Standplaatsvergunning

Het instrument vergunningverlening is een kerninstrument voor regulering van de markt. Zonder vergunningverlening kan de markt niet geordend verlopen.

Artikel 4a. Geen vergunning van rechtswege.

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is in artikel 4:20a bepaald dat een vergunning van rechtswege wordt verleend als dit bij wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt. In artikel 28 van de Dienstenwet is hier echter een uitzondering opgemaakt voor vergunningstelsels. Daarvoor moet expliciet bepaald worden dat de paragraaf van de Awb met betrekking tot de vergunning van rechtswege niet van toepassing is. Dat voorschrift is hier opgenomen om te voorkomen dat wanneer een vergunning een keer niet binnen de termijn afgehandeld wordt de aanvrager van rechtswege een vergunning heeft. Dat is noodzakelijk om te voorkomen dat het principe van branchering niet onbedoeld wordt doorbroken of dat er een vergunning wordt verleend, terwijl er feitelijk geen plaats voor is. Het streven is uiteraard dat vergunningen ruimschoots binnen de termijn van 8 weken worden afgehandeld, maar dit artikel is noodzakelijk om te voorkomen dat er onbedoeld conflictsituaties ontstaan.

 

Artikel 5 Intrekking vaste standplaatsvergunning

Een standplaatsvergunning is een persoonlijke vergunning en in beginsel niet overdraagbaar. Bij overlijden van de vergunninghouder vervalt de vergunning, tenzij van de mogelijkheid tot overschrijving, zoals in het marktreglement opgenomen, gebruik wordt gemaakt.

 

Artikel 6 Intrekking vergunningen

Anders dan in artikel 5, waar de intrekkingsgronden imperatief zijn geregeld, is in dit artikel sprake van een bevoegdheid, waarbij het college dus een zorgvuldige belangenafweging moet maken, voordat een besluit tot intrekking wordt genomen. Dit artikel ziet op alle vergunningen die in relatie tot een standplaats op de markt aan de orde zijn. Intrekking kan zowel tijdelijk als definitief. Het kan ook onder het stellen van voorwaarden. Als een vergunninghouder dan aan die voorwaarde voldoet, dan kan de vergunning herleven en is geen nieuwe aanvraag vereist. Bij het gebruik van deze bevoegdheid moet zorgvuldig geformuleerd worden of de intrekking de vergunning volledig doet vervallen, dan wel dat een opschorting is beoogd.

 

Artikelen 7 en 8

Deze artikelen voorzien, met inachtneming van het bepaalde in de Awb, in de mogelijkheid tot bestuurlijke handhaving en het aanwijzen van toezichthouders.

 

Artikel 9

Met deze bepaling wordt voor de reeds bestaande marktcommissie een juridisch fundament gelegd. Het is een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet en dat brengt ook mee dat op de commissie krachtens artikel 96 Gemeentewet de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 en het daar in artikel 21, eerste lid aangehaalde Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van toepassing is. Dat brengt ook vergoeding van een presentiegeld mee. Om de kosten beheersbaar te houden is opgenomen dat de samenstelling en werkwijze door het college worden geregeld. Het presentiegeld is beperkt tot de vertegenwoordigers, die niet vanuit een organisatie afkomstig zijn. Het zijn feitelijk de vrijwilligers. In dit artikel zijn de minimale vereisten opgenomen. Het college kan uiteraard waar dat wenselijk is meer zaken regelen, maar hanteert als uitgangspunt dat de regeling zo beperkt mogelijk zal zijn.

 

Artikel 10, 11 en 12 overgangs- en slotbepalingen

Een overgangsregeling, zoals hier opgenomen, is noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Artikel 10 strekt ertoe dat een vergunning die is verleend voor het inwerkingtreden van deze verordening ook onder deze verordening van kracht is en blijft tot zij wordt ingetrokken. Hier wordt ook geregeld dat de Marktcommissie die nu al functioneert ook een Marktcommissie in de zin van deze verordening is. Indien de samenstelling niet overeenkomstig het Marktreglement zou zijn, dan is het aan het college om dat zo spoedig mogelijk aan te passen.