Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen en op het begraven in de gemeente Roermond 2012 |
Citeertitel | Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen en op het begraven in de gemeente Roermond 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen en op het begraven in de gemeente Roermond 2010, zoals vastgesteld op 10 november 2009.
Wet op de lijkbezorging, art. 35
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-05-2012 | nieuwe regeling | 12-04-2012 Trompetter, 01-05-2012 | 2012/022/1 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 februari 2012, raadsvoorstelnummer 2012/022/1;
gezien het advies van de commissie Ruimte van 21 maart 2012;
gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de navolgende verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen en op het begraven in de gemeente Roermond 2012.
Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen.
Deze verordening verstaat onder:
huurgraf voor urnen (particulier graf): een urnennis of urnenbewaarplaats in de urnentuin of in een overdekt columbarium, waarvoor door burgemeester en wethouders aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een grafvergunning is verleend houdende het uitsluitend recht voor 20 jaren tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen en dat tegen betaling van een bepaald recht opnieuw kan worden ingehuurd voor een periode van 10 jaren telkens wanneer het aan de beurt komt om te worden geruimd. In geval van een urnenbewaarplaats in een overdekt columbarium beloopt de eerste termijn een periode van vijf jaren de termijn van het opnieuw inhuren ook vijf jaren.
De in dit artikel benoemde termijnen voor onbepaalde tijd en voor 20 jaren, respectievelijk voor vijf jaren, beginnen te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven, zijnde de datum van begraven van de eerstbegravene.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder eigen graf mede verstaan: eigen graf voor urnen en onder huurgraf: huurgraf voor urnen.
Hoofdstuk III. Openstelling, orde en rust op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Hoofdstuk IV. Voorschriften voor de lijkbezorging.
Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag, voorafgaande aan die waarop de begrafenis of bijzetting zal plaatsvinden, kennis aan de ambtenaar. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de ambtenaar zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht en op aanwijzing van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag aan de ambtenaar hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Begraving of bijzetting in een graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaren. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk V. Indeling en uitgifte der graven.
Binnen een jaar na het overlijden van de vergunninghouder kunnen diens erfgenamen aan burgemeester en wethouders verzoeken de grafvergunning op een van de erfgenamen over te schrijven. Indien een dergelijk verzoek niet binnen de gestelde termijn is gedaan, kunnen burgemeester en wethouders de grafvergunning vervallen verklaren.
Voor door burgemeester en wethouders aan te wijzen gedeelten van een begraafplaats kunnen grafvergunningen worden verleend, geldende voor tenminste twee naast elkaar gelegen eigen graven en bestemd voor het begraven van de leden van eenzelfde familie dan wel daarmee gelijk te stellen samenlevingsvormen.
Op de begraafplaats "Herten" worden geen nieuwe graven meer uitgegeven. In bestaande graven, waarvan de graftermijn nog niet is verstreken, kan worden bijbegraven, of kunnen asbussen worden bijgezet, indien het een graf betreft, waarvan nog niet alle grafruimten of nissen in gebruik zijn genomen. Artikel 10, lid 2 is alsdan van overeenkomstige toepassing.
Beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, dan wel de beschikbare grafoppervlakte overschrijden kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft gedaan bij de beheerder.
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of beplanting of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord aan de ingang van de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Hoofdstuk VII. Ruimen van graven.
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het graf zal worden geruimd door een op of aan het te ruimen graf te bevestigen waarschuwing, met een verwijzing naar het mededelingenbord aan de ingang van de begraafplaats, ter kennis van de rechthebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk in het jaar voorafgaande aan het jaar van ruimen per brief van hun voornemen in kennis.
De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven op een daartoe bestemd gedeelte van een begraafplaats en de as zal worden verstrooid. Nabestaanden van een overledene waarvan de as is bijgezet in een graf of een graf voor urnen kunnen de ambtenaar vragen deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf kan de ambtenaar verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een graf voor urnen of een urnennis kan de ambtenaar verzoeken deze ter beschikking te stellen om elders bij te zetten of te doen verstrooien.
Hoofdstuk IX. Overgangs- en slotbepalingen.
De Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen en op het begraven in de gemeente Roermond 2010, vastgesteld op 10 november 2009 wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen en het begraven in de gemeente Roermond 2009 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.