Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Wet BIBOB |
Citeertitel | Beleidsregels Wet BIBOB gemeente Boxmeer |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | BIBOB |
Externe bijlage | Toelichting beleidsregels wet BIBOB.pdf |
Dit betreft de eerste versie. Vastgesteld en bekendgemaakt in maart/april 2010, maar opnemen op internet en CVDR heeft nooit plaatsgevonden.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | nieuwe regeling | 23-03-2010 Boxmeers weekblad, 27 april 2010 | O-BOC/2010/416 |
De burgemeester en het college van de gemeente Boxmeer, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Drank- en Horecawet, de artikelen 2.3.4.2 en 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Boxmeer, alsmede artikel 4 van het Besluit BIBOB;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. aanvraag: de aanvraag om een beschikking;
b. advies: het advies, zoals bedoeld in artikel 9 van de wet;
c. bestuursorgaan: het bevoegde bestuursorgaan;
d. Besluit: het Besluit BIBOB (Besluit van 12 april 2003, houdende uitvoering van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaaar bestuur (Stb. 2003, 180);
e. betrokkene: de aanvrager, de vergunninghouder, de gegadigde;
f. BIBOB-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij door het bestuursorgaan volgens deze beleidsregels wordt beoordeeld of er redenen ontleend aan de wet aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren respectievelijk de beschikking in te trekken dan wel een advies aan te vragen;
g. Bureau: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet;
h. wet: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Stb.2002, 347).
Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet toe met betrekking tot beschikkingen zoals bedoeld in:
a. artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;
b. artikel 7 van de wet juncto de artikelen 2.3.4.2 en 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm alsmede inrichtingen genoemd in artikel 4 van het Besluit.
Artikel 4 Bijzondere situaties
Behalve op de in artikel 3 genoemde categorieën, past het bestuursorgaan de wet toe:
a. ten aanzien van beschikkingen in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld in het kader van een projectmatige aanpak, waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de beschikking, die onder de artikel 5 of 6 van de wet valt, mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen;
b. ten aanzien van beschikkingen in de gevallen dat de officier van justitie op basis van artikel 11 juncto 26 van de wet het bestuursorgaan wijst op de wenselijkheid om een advies aan te vragen
Uitsluitend indien geen toepassing gegeven kan worden aan artikel 6, beoordeelt het bestuursorgaan of weigering dan wel intrekking op grond van de wet mogelijk is.
Artikel 9 Opschorten beslistermijn
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd en eindigt met de dag waarop dat advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting in beginsel overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, eerste lid van de wet niet langer duurt dan vier weken nadat het bestuursorgaan een advies heeft aangevraagd met dien verstande dat deze termijn kan worden opgeschort op grond van artikel 15, tweede lid van de wet;
Artikel 10 Weigering en aanvullende voorwaarden
Het bestuursorgaan kan de aanvraag weigeren of de beschikking intrekken, indien sprake is van een mindere mate van gevaar die niet kan worden geweerd door het stellen van aanvullende voorwaarden en bovendien de gevolgen van deze weigering niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.