2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag (principeverzoek): | | |
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project of plan in het het kader van de Wabo vergunbaar is: 25% van de leges berekend op basis van de bouw- en/of realisatiekosten met een minimum van € 128,00 en een maximum van € 1.000,00 | | |
2.2.2 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: 50% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. | | |
| Wordt het verzoek binnen een termijn van een jaar na datum van beslissing op het verzoek gevolgd door een aanvraag omgevingsvergunning voor hetzelfde plan, | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouw- activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 134,00 |
| vermeerderd met 1,9% van de bouwkosten met een maximum van € 1.000.000,00 | | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | | |
2.3.1.2.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een welstandstoets noodzakelijk is: | | |
| Vastgestelde bouwkosten: | | |
| nihil tot 4.000 en reclames | € | 55,00 |
| 4.000 tot 25.000 | € | 51,00 |
| te verhogen met 0,2 % van de bouwkosten | | |
| 25.000 tot 120.000 | € | 77,00 |
| te verhogen met 0,11 % van de bouwkosten | | |
| 120.000 tot 230.000 | € | 123,00 |
| te verhogen met 0,11 % van de bouwkosten | | |
| 230.000 tot 455.000 | € | 262,00 |
| te verhogen met 0,06 % van de bouwkosten | | |
| 455.000 en hoger | € | 494,00 |
| te verhogen met 0,025 % van de bouwkosten tot een maximum van €20.000.000,00. | | |
| De advieskosten van de stichting Dorp, Stad & Land worden naar boven afgerond op € 5,00. | | |
2.3.1.2.2 | De advieskosten voor advisering in het kader van vooroverleg (principeverzoek) bedragen € 100,00. Van deze advieskosten wordt € 75,00 verrekend indien binnen een jaar na datum van beslissing op het vooroverleg (principeverzoek) een aanvraag om een omgevingsvergunning voor hetzelfde bouwwerk of dezelfde ruimtelijke activiteit wordt ingediend. | | |
2.3.1.2.3 | Voor extra werkzaamheden (kwaliteitsteam, locatiebezoek etc.) bedraagt het tarief per uur: | € | 101,00 |
2.3.1.2.4 | Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1.1 en 2.3.1.2 wordt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan, de ruimtelijke activiteit of de gebruiksverandering en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, verhoogd met de tarieven genoemd in artikel 2.3.1.2.1. | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt gevraagd: | € | 547,40 |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 50 % van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanleg activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 469,00 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | Binnenplanse afwijking | | |
| indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 134,00 |
2.3.3.2 | Buitenplanse kleine afwijking (kruimelgevallen) | | |
| indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 368,50 |
2.3.3.3 | Planologisch strijdig gebruik | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wabo, een verhoging met een bedrag van: | € | 1.340,00 |
2.3.3.4 | Projectbesluit/buiten toepassingverklaring (niet van toepassing) | | |
| indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.3.5 | Tijdelijke afwijking | | |
| indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.3.6 | Afwijking van het exploitatieplan | | |
| indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.3.7 | Afwijking van provinciale wetgeving | | |
| indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet Ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.3.8 | Afwijking van nationale wetgeving | | |
| indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.3.9 | Afwijking van voorbereidingsbesluit | | |
| indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | Binnenplanse afwijking | | |
| indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 134,00 |
2.3.4.2 | Buitenplanse kleine afwijking (kruimelgevallen) | | |
| indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 368,50 |
2.3.4.3 | Buitenplanse afwijking (projectbesluit) | | |
| indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 1.340,00 |
2.3.4.4 | Vaststellen bestemmingsplan (postzegelbestemmingsplan) | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: | € | 1.876,00 |
2.3.4.5 | Tijdelijke afwijking | | |
| indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.4.6 | Afwjjking exploitatieplan | | |
| indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.4.7 | Afwijking provinciale regelgeving | | |
| indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.4.8 | Afwijking van nationale wetgeving | | |
| indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.4.9 | Afwijking voorbereidingsbesluit | | |
| indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast, een verhoging met een bedrag van: | € | 670,00 |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| 0 t/m 100 m²: | € | 300,00 |
| 101 t/m 500 m²: | € | 500,00 |
| meer dan 500 m²: | € | 750,00 |
| vermeerderd met € 0,07 per m² met een maximum van € 1.015,00. | | |
2.3.5.2 | Wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning | | |
| Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, danwel uitbreiding van een vergunning, bedraagt het legestarief, indien het gaat om: | | |
2.3.5.2.1 | uitbreiding van het bouwwerk, het legestarief vermeld in 2.3.5.1 met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de van de uitbreiding; | | |
2.3.5.2.2 | herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele bouwwerk, danwel een deel van het bouwwerk, 50% van het legestarief vermeld onder 2.3.5.1 met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik. | | |
2.3.5.3 | Tijdelijke omgevingsvergunning | | |
| Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik voor maximaal vier weken, bedraagt het tarief indien de gebruiksoppervlakte is: | | |
2.3.5.3.1 | minder dan 500 m²: | € | 100,00 |
2.3.5.3.2 | 500 m² of meer: | € | 200,00 |
2.3.5.4 | Herhalingsaanvraag | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een herhalingsaanvraag tot het verstrekken van een tijdelijke gebruiksvergunning waarin een gebruiksoppervlakte wordt gebruikt van: | | |
2.3.5.4.1 | minder dan 500 m²: | € | 87,50 |
2.3.5.4.2 | 500 m² of meer: | € | 175,00 |
2.3.5.5 | Onder gebruiksoppervlakte wordt verstaan de gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580 | | |
2.3.5.6 | Het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning op naam van een ander: | € | 33,50 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten (nvt) | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
2.3.7 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g. van de Wabo bedraagt het tarief | € | 301,50 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 117,25 |
2.3.9 | Uitweg/inrit (nvt) | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebbe, veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoorop grond van een bepaling in een provinciale verordneing of een bepaling in de Algemeen Plaatselijke Verordening Lisse een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo bedraagt het tarief: | € | 134,00 |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Lisse 2010 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 106,75 |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:29 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € | 106,75 |
| indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € | 117,25 |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuur-beschermingswet 1998 | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € | 547,40 |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitas en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuur-beschermingswet 1998: | € | 547,40 |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: | € | 547,40 |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 301,50 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € | 301,50 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevings- vergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
2.3.15.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 60% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 60% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: | € | 134,00 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: | € | 134,00 |
2.3.17 | Advies | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijk verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de (voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning) aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien een ander bestuursorgaan dan de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.18.2 | indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag is ingetrokken. | | |