Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | 2012-08 Nadere regels subsidies 2012 |
Citeertitel | 2012-08 Nadere regels subsidies 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Nadere Subsidieregels 2018.
Algemene Subsidieverordening Maassluis 2011, artikel 3, derde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-05-2012 | 23-03-2018 | Wijzigingen betreffen consequenties van gerealiseerde bezuinigingen en verduidelijkingen op basis van praktijkervaringen | 17-04-2012 De Schakel | ADV-12-00746 | |
04-05-2012 | 29-07-2013 | Wijzigingen betreffen consequenties van gerealiseerde bezuinigingen en verduidelijkingen op basis van praktijkervaringen | 17-04-2012 De Schakel | ADV-12-00746 | |
04-05-2012 | 24-07-2013 | Wijzigingen betreffen consequenties van gerealiseerde bezuinigingen en verduidelijkingen op basis van praktijkervaringen | 17-04-2012 De Schakel | ADV-12-00746 | |
04-05-2012 | 23-07-2013 | Wijzigingen betreffen consequenties van gerealiseerde bezuinigingen en verduidelijkingen op basis van praktijkervaringen | 17-04-2012 De Schakel | ADV-12-00746 | |
04-05-2012 | 23-07-2013 | Wijzigingen betreffen consequenties van gerealiseerde bezuinigingen en verduidelijkingen op basis van praktijkervaringen | 17-04-2012 De Schakel | ADV-12-00746 |
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maassluis,
overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de beleidsdoelen van de gemeente Maassluis,
gelet op artikel 3, derde lid van de Algemene Subsidieverordening Maassluis 2011 en artikel 156 van de Gemeentewet
“Nadere regels subsidies 2012”
De “Nadere regels subsidies 2012” zijn door het college vastgesteld op grond van artikel 3, derde lid van de Algemene Subsidieverordening Maassluis 2011 en artikel 156 van de Gemeentewet. Deze nadere regels zijn algemeen verbindende voorschriften.
In deze nadere regels worden per beleidsterrein de beleidsdoelstelling, de soort subsidie, de specifieke subsidiecriteria, de hoogte van de subsidie en de verdeelregels beschreven. De specifieke subsidiecriteria zijn aanvullend op de weigeringsgronden zoals beschreven in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Maassluis 2011.
Subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van activiteiten, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Een organisatie geeft in haar subsidieaanvraag aan welke gemeentelijke beleidsdoelstelling zij met haar activiteiten een bijdrage levert. Voor dezelfde activiteiten kan maar één keer subsidie worden aangevraagd.
Het is mogelijk om ook op terreinen waarvoor geen nadere regels zijn vastgesteld subsidies te verlenen.
Het college stelt jaarlijks subsidieplafonds vast in een apart besluit.
Nadere afspraken over de uit te voeren activiteiten en tarieven tussen de subsidieaanvrager en de gemeente kunnen worden vastgelegd in de (meerjaren) beschikking tot subsidieverlening, eventueel uitgewerkt in een uitvoeringsovereenkomst.
INHOUDSOPGAVE NADERE REGELS SUBSIDIES 2012
1. Zelfstandig functioneren en wonen
1.1 Ondersteuning aan kwetsbare inwoners
1.2 Algemeen maatschappelijk werk
2. Ontmoeting, participatie en leefbaarheid
2.1 Participatie van kwetsbare inwoners
2.2 Participatie van jeugdigen
2.3 Participatie mensen in achterstandsposities
2.4 Meld- en adviespunt discriminatie
3.1 Verminderen van taal- en ontwikkelingsachterstanden door middel van
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
3.2 Stimuleren ontwikkeling door middel van peuterspeelzaalwerk
3.3 Ondersteuning van jeugdigen en hun ouders (maatwerkdeel
4.1 Subsidies sportverenigingen
4.2 Scouting en Zeekadettenwerk
Hoofdstuk 1 ZELFSTANDIG FUNCTIONEREN EN WONEN
De subsidies die worden verstrekt in het kader van ‘Zelfstandig functioneren en wonen’ leveren een bijdrage aan de volgende maatschappelijke effecten:
- Inwoners van Maassluis blijven zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en meedoen (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3 Samenlevingszaken, maatschappelijk effect 1) en
- Inwoners van Maassluis zijn gezond (programma 3 Samenlevingszaken, maatschappelijk effect 3).
Er aan bijdragen dat de Maassluise inwoner bewust bezig kan zijn met een gezonde levensstijl zodat men zo lang mogelijk gezond blijft en zelfstandig kan functioneren.
Hieronder vallen activiteiten, waarbij ondersteuning, voorzieningen en informatie en advies worden geboden die erop gericht zijn beperkingen te compenseren of belemmeringen weg te nemen, waardoor zelfstandig wonen / functioneren mogelijk blijft.
Paragraaf 1.1 ONDERSTEUNING AAN KWETSBARE INWONERS
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het zo lang mogelijk zelfstandig wonen en functioneren van kwetsbare inwoners door middel van het bieden van ondersteuning, informatie en advies, voorzieningen en praktische diensten, niet zijnde maatschappelijk werk en sociaal raadslieden werk (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 1). Daarnaast wordt subsidie verstrekt voor activiteiten die er aan bijdragen inwoners uit een sociaal isolement te halen (trede 1 van participatieladder). Onder kwetsbare inwoners verstaan wij mensen met beperkingen (lichamelijk en/of verstandelijk), mensen met een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem. Daarnaast behoren hiertoe de mantelzorgers.
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 3 Specifieke subsidiecriteria
De subsidieaanvrager richt zich op een of meer van de volgende activiteiten:
a. Stimuleren van een gezonde leefstijl.
b. Vroegtijdig signaleren van (gezondheids)problemen en toeleiden naar regulier aanbod.
c. Het ondersteunen van mantelzorgers en kwetsbare inwoners in Maassluis door middel van informatie, advies en begeleiding op individueel niveau, lotgenotencontact, cursussen en voorlichting.
d. Het bieden van praktische hulp en ondersteuning aan kwetsbare inwoners en mantelzorgers.
e. Het geven van psychische begeleiding aan slachtoffers van een misdrijf.
Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die in het jaar voorafgaand aan de aanvraag subsidie van de gemeente Maassluis voor de betreffende doelstelling(en) hebben ontvangen en naar het oordeel van het college voldoende hebben bijgedragen aan de beleidsdoelstelling van de gemeente.
Paragraaf 1.2 ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan
- het oplossen van en omgaan met problemen en verstoringen in het functioneren van inwoners van Maassluis in wisselwerking met hun sociale omgeving (school en gezin) en/of
- het oplossen van problemen die inwoners van Maassluis hebben met regels en instanties
door het aanbieden van algemeen maatschappelijk werk en advies (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 1 en 3). De maatschappelijk werker beoogt met zijn hulpverlening het sociaal functioneren en participeren van personen of de wisselwerking tussen personen en hun sociale omgeving te verbeteren. De realisering van dit doel vormt een gezamenlijke activiteit van de maatschappelijk werker en de betrokken(en).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisatie(s) die in het jaar voorafgaand aan de aanvraag subsidie van de gemeente Maassluis voor de betreffende doelstelling(en) heeft / hebben ontvangen en naar het oordeel van het college voldoende heeft / hebben bijgedragen aan de beleidsdoelstelling van de gemeente.
Hoofdstuk 2 ONTMOETING, PARTICIPATIE EN LEEFBAARHEID
Onder participatie wordt verstaan: deelname aan het maatschappelijk leven. De deelname aan het maatschappelijk leven kan betrekking hebben op verschillende levensgebieden en verschillende vlakken, zoals: arbeidsparticipatie, het volgen van scholing of een opleiding, het hebben van een eigen inkomen, bekendheid met (lokale) mogelijkheden op het terrein van sport, cultuur, welzijn, zorg en educatie, het doen van vrijwilligerswerk, betrokken bij de opleiding en/ of vrijetijdsbesteding van kinderen, toegang tot de gezondheidszorg en het beheersen van de Nederlandse taal.
Te bereiken maatschappelijk effecten:
- Sociale samenhang en leefbaarheid zijn in Maassluis optimaal (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 2)
- Inwoners van Maassluis voelen zich veilig (programma 1, maatschappelijk effect 4)
- Inwoners van Maassluis voelen zich betrokken bij en verantwoordelijk voor hun woonomgeving (programma 1, maatschappelijk effect 5)
• Verminderen overlast en ervaren overlast
o Verminderen overlast jongeren (straatcoaches, activiteiten jeugd)
• Bevorderen dat iedere inwoner kan deelnemen aan een vrijetijdsbeoefening
• Bevorderen van maatschappelijke participatie
Paragraaf 2.1 Participatie van kwetsbare inwoners
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de participatie van kwetsbare inwoners door middel van het aanbieden van sociaal-culturele en recreatieve activiteiten (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 1). Onder kwetsbare inwoners verstaan wij mensen met beperkingen (lichamelijk en/of verstandelijk), mensen met een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem. Daarnaast behoren hiertoe de mantelzorgers.
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die in het jaar voorafgaand aan de aanvraag subsidie van de gemeente Maassluis voor de betreffende doelstelling(en) hebben ontvangen en naar het oordeel van het college voldoende hebben bijgedragen aan de beleidsdoelstelling van de gemeente.
Paragraaf 2.2 Participatie van jeugdigen
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de zelfontplooiing van jeugdigen, het bieden van kansen en het voorkomen van overlast en uitval (onderwijs, arbeid of sociale verbanden) door middel van het aanbieden van een zinvolle vrijetijdsbesteding aan jeugdigen van 6 tot 21 jaar (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 3 Specifieke subsidiecriteria
De subsidieaanvrager voert de volgende activiteiten uit:
a. Het bieden van bijeenkomsten aan jongeren van 6 tot 18 jaar in het kader van accommodatiegebonden jongerenwerk.
b. Het bieden van flexibele begeleiding aan jongeren van 6 tot 23 jaar en hun omgeving in het kader van ambulant jongerenwerk.
c. Het bieden van activiteiten en bijeenkomsten aan jongeren van 6 tot 18 jaar in het kader van sport en sportbuurtwerk.
d. Het deelnemen aan netwerken en overleggen, inclusief het georganiseerde bewonerscontact om de effectiviteit van netwerken in de keten te vergroten.
Het college geeft de voorkeur aan de organisatie(s) die in het jaar voorafgaand aan de aanvraag subsidie van de gemeente Maassluis voor de betreffende doelstelling heeft / hebben ontvangen en naar het oordeel van het college voldoende heeft / hebben bijgedragen aan de beleidsdoelstelling van de gemeente.
Paragraaf 2.3 Participatie mensen in achterstandsposities
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de deelname aan het maatschappelijk leven van mensen in achterstandsposities door middel van het verbeteren van hun positie (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4). Of mensen in een achterstandspositie verkeren wordt afgemeten aan de volgende indicatoren:
- Het niet hebben van werk of het hebben van een laag inkomen;
- het niet voltooid hebben van een opleiding;
- het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal;
- een slechte gezondheid hebben;
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Paragraaf 2.4 Meld- en adviespunt discriminatie
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die eraan bijdragen dat de inwoners van Maassluis de gelegenheid hebben gebruik te maken van een meld- en adviespunt discriminatie en dat zij worden geadviseerd en ondersteund.
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Hoofdstuk 3 EDUCATIE EN ONTWIKKELING
De subsidies die verstrekt worden leveren een bijdrage aan het maatschappelijk effect:
Inwoners van Maassluis beschikken over kennis en vaardigheden die ze voor hun toekomst nodig hebben (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4)
• Bevorderen dat iedere jongere een startkwalificatie behaalt.
• Voorkomen van leerachterstanden
• Bevorderen dat iedere inwoner zich optimaal kan ontplooien
Paragraaf 3.1 Vermindering van taal- en ontwikkelingsachterstanden door middel van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen van 2 en 3 jaar door middel van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), met het doel ontwikkelings- en/of leerachterstanden te voorkómen (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 3 Specifieke subsidiecriteria
De subsidieaanvrager biedt een VVE-programma aan dat voldoet aan de volgende criteria:
a. Er is sprake van een gestructureerde didactische aanpak
b. Er wordt gezorgd voor intensieve begeleiding van de kinderen
c. Het programma wordt aangeboden door professionals
d. Het programma wordt aangeboden op een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal.
e. Het programma wordt aangeboden voor minimaal 4 dagdelen in de week.
De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van het aantal kinderen en de kostprijs per kind zoals die zijn vastgesteld voor de kinderdagverblijven en de peuterspeelzalen. De kostprijs per kind voor de kinderdagverblijven en de peuterspeelzalen worden jaarlijks in overleg met de subsidieaanvrager vastgesteld.
Paragraaf 3.2 Stimuleren ontwikkeling door middel van peuterspeelzaalwerk
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen van 2 en 3 jaar door middel van het aanbieden van peuterspeelzaalwerk (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Paragraaf 3.3 Ondersteuning van jeugdigen en hun ouders (maatwerkdeel jeugdgezondheidszorg)
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het voorkomen of wegnemen van opvoed- en opgroeiproblemen door middel van het bieden van laagdrempelige ondersteuning aan jeugdigen van 0 t/m 23 jaar en/of hun ouders (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 3 Specifieke subsidiecriteria
6. De subsidieaanvrager levert een bijdrage aan de beleidsdoelstelling door het aanbieden van één of meer van de volgende activiteiten:
a. het verzorgen van het pedagogisch spreekuur (een laagdrempelige voorziening bedoeld voor ouders van kinderen van 0 t/m 12 jaar die vragen hebben over de opvoeding van hun kinderen)
b. het bieden van ambulante hulp,
c. het bieden van schoolmaatschappelijk werk.
d. het deelnemen aan netwerkoverleg.
Voor het verzorgen van het pedagogisch spreekuur en het bieden van ambulante hulp geldt:
1. Subsidiabel zijn de kosten van activiteiten die het college noodzakelijk acht voor het bereiken van de doelstelling.
2. Maximaal wordt 100% van de subsidiabele kosten gesubsidieerd.
Voor het bieden van schoolmaatschappelijk werk geldt:
3. Subsidiabel zijn de kosten voor de inzet van 36 uur schoolmaatschappelijk werk voor 10 VO-scholen.
4. Maximaal wordt 100% van de subsidiabele kosten gesubsidieerd.
Paragraaf 3.4 Preventieprojecten jeugd
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op jeugdigen van 4 tot en met 17 jaar, gericht op het voorkomen van probleemgedrag van jeugdigen en het verhogen van de (ervaren) veiligheid van de inwoners van Maassluis (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 1, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 3 Specifieke subsidiecriteria
Paragraaf 3.5 Begeleiding nieuwkomers
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die eraan bijdragen dat vreemdelingen (statushouders, gezinsherenigers, inburgeringsoplichtingen en –behoeftigen) bekend zijn met de algemene voorzieningen op het gebied van onderwijs, wonen, werk/inkomen, welzijn, gezondheidszorg, sport en recreatie (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Paragraaf 3.6 Brede school activiteiten
Een brede school is een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, ouders en buurt, met de school als middelpunt.
Brede scholen zijn herkenbaar aan:
- Structurele samenwerking tussen scholen en één of meerdere instellingen voor kinderopvang, welzijn, zorg, cultuur en sport;
- Eén gezamenlijke pedagogische visie en een doorgaande lijn in de werkwijze;
- Organistorische en financiële verankering van de samenwerking in het beleid en de uitvoering van de betrokken organisaties.
Naast het feit dat aanvragen moeten passen binnen de definitie voor een brede school zijn er een aantal specifieke subsidievoorwaarden. Te weten:
- Aanvragen dienen altijd door minimaal twee partijen gedaan te worden (samenwerkingsverband);
- Aanvragen kunnen zich richten op sport, cultuur en wijkgerichte activiteiten;
- Aanvragen komen ten goede aan alle wijkbewoners;
- Aanvragen moeten ten doel hebben de sociale cohesie te bevorderen.
Aanvragen kunnen zowel eenjarige zijn als meerjarig.
Bij eenmalige aanvragen kunnen de als subsidiabel beoordeelde kosten in principe voor 100% gemeentelijk worden gefinancierd, tenzij hierdoor het beschikbare budget wordt overschreden. Dan zal naar rato worden toegekend. Na binnenkomst van de aanvragen voor 2013 zullen deze z.s.m. in behandeling worden genomen zodat er vóór aanvang van het nieuwe schooljaar 2013-2014 een besluit ligt.
Voor meerjarige aanvragen geldt dat deze het eerste jaar in principe voor 100% van de als subsidiabel beoordeelde kosten worden gehonoreerd, het eerstvolgend jaar daarop voor maximaal 75% van het totaalbedrag, het tweede volgend jaar voor maximaal 50% en het derde volgend jaar voor maximaal 25%. Uitgangspunt is dat partijen hiermee de gelegenheid krijgen structurele financiering te verwerven voor hun meerjarige project. Ook bij de beoordeling en honorering van meerjarige aanvragen geldt dat als de aanvragen het maximum budget overschrijden, de honorering naar rato zal plaatsvinden.
Aanvragen voor de eerste helft 2014 moeten voor 15 november 2013 ingediend worden, aanvragen voor de tweede helft 2014 voor 15 mei 2014.
Bevorderen van deelname aan sportieve activiteiten
Te bereiken maatschappelijk effecten:
- Sociale samenhang en leefbaarheid zijn in Maassluis optimaal (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 2)
- Inwoners van Maassluis zijn gezond (programma 3, maatschappelijk effect 3)
• Bevorderen dat iedere inwoner kan deelnemen aan een vrijetijdsbeoefening
• Bevorderen van een gezonde levensstijl
o Overgewicht en bewegingsarmoede bij jongeren / kinderen tegengaan
Paragraaf 4.1 Subsidies sportverenigingen
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de volgende doelstellingen:
- iedere inwoner van Maassluis kan deelnemen aan een vrijetijdsbeoefening en
- bevorderen van een gezonde levensstijl en voorkomen van overgewicht en bewegingsarmoede bij jeugdigen
door het ondersteunen van sportverenigingen (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 3)
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag. Deze subsidie bestaat uit vier delen:
Artikel 3.1 Specifieke subsidiecriteria basissubsidie sportverenigingen
De subsidieaanvrager is een sportvereniging*, die het mogelijk maakt dat inwoners van Maassluis al op jonge leeftijd kennismaakt met een vorm van sportbeoefening;
* Een sportvereniging is een aanbieder van binnen- en/of buitensportactiviteiten, handelend zonder winstoogmerk met tenminste 50% leden (of geregistreerde deelnemers) uit Maassluis.
Artikel 3.3 Specifieke subsidiecriteria aanvullende subsidies
De subsidieaanvrager organiseert een of meer van de hieronder genoemde activiteiten, waarvoor verschillende criteria van toepassing zijn:
Er wordt voor maximaal 1 scholierentoernooi per jaar subsidie verleend.
b. Opleiding/ training jeugdkader
Er is een bijdrage per jeugdlid aangevraagd en verleend.
c. Nevenactiviteit eigen jeugdleden
- De subsidie is bedoeld voor vervoerskosten en/of entree
- De activiteit is aan de eigen sport gerelateerd
- De activiteit vindt plaats in Nederland
- De activiteit, anders dan de eigen sport, heeft een openbaar karakter, is gericht op leden en niet-leden en is gericht op actieve sportdeelname
- Aan de activiteit dient bekendheid te worden gegeven door publicatie in lokale media zodat alle inwoners van Maassluis hierover worden geïnformeerd.
- De activiteit duurt minimaal 1 dagdeel;
De subsidieaanvrager organiseert andere activiteiten die naar het oordeel van het college bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstelling. Aanvragen voor deze activiteiten zullen worden voorgelegd aan de werkgroep Breedtesport, waarin ook de Maassluise Sport- en Recreatieraad (MSR) is vertegenwoordigd.
Artikel 3.4 Specifieke subsidiecriteria OZB-subsidie
De aanvraag voor de OZB-subsidie dient in hetzelfde jaar ingediend te worden als het jaar waarop de OZB-aanslag van toepassing is. In afwijking van de overige soorten subsidie dient de aanvraag uiterlijk 12 weken na ontvangst van de OZB-aanslag ingediend te worden. Indien bewaar is aangetekend op de aanslag dan moet dit binnen de hiervoor genoemde termijn van 12 weken schriftelijk kenbaar te worden gemaakt
Artikel 4.3 Hoogte aanvullende subsidies sportverenigingen
Per activiteit is een vast subsidiebedrag beschikbaar:
1. Scholierentoernooi: € 116,= per dagdeel met een maximum van zes dagdelen;
2. Opleiding / training jeugdkader: het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de noodzakelijk geachte kosten, met een maximum van € 500,=.
3. Nevenactiviteit eigen jeugd: maximaal € 500,=. Per deelnemer bedraagt de subsidie maximaal € 10,= als bijdrage in vervoerskosten en/of entree.
4. Speciaal sportevenement: het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de noodzakelijk geachte kosten, met een maximum van € 250,=.
Artikel 4.4 Hoogte OZB-subsidie
De hoogte van de OZB is maximaal de aan de gemeente betaalde Onroerend Zaak Belasting (OZB).
Paragraaf 4.2 Scouting en Zeekadettenwerk
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de sociale en fysieke ontwikkeling van jeugdigen tot en met 17 jaar door middel van het in groepsverband organiseren van knutsel- en spelactiviteiten in een veilige speelomgeving, waarbij plezier, uitdaging en samenwerking centraal staan (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag. Deze jaarlijkse subsidie bestaat uit drie delen:
Artikel 3.2 Specifieke subsidiecriteria jeugdledensubsidie
Om voor de jeugdledensubsidie in aanmerking te komen dient de aanvrager tevens in aanmerking te komen voor het basisbedrag.
Artikel 3.3 Specifieke subsidiecriteria OZB-subsidie
De aanvraag voor de OZB-subsidie dient in hetzelfde jaar ingediend te worden als het jaar waarop de OZB-aanslag van toepassing is. In afwijking van de overige soorten subsidie dient de aanvraag uiterlijk 12 weken na ontvangst van de OZB-aanslag ingediend te worden. Indien bewaar is aangetekend op de aanslag dan moet dit binnen de hiervoor genoemde termijn van 12 weken schriftelijk kenbaar te worden gemaakt.
Artikel 4.2 Hoogte jeugdledensubsidie
1. De subsidie per jeugdlid wordt bepaald aan de hand van het door de aanvrager opgegeven aantal jeugdleden op 1 januari van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode.
Bevorderen van actieve en passieve deelname aan cultuuruitingen (museum, amateurkunstbeoefening)
Te bereiken maatschappelijk effecten:
- Sociale samenhang en leefbaarheid zijn in Maassluis optimaal (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 2
- Inwoners beschikken over kennis en vaardigheden die ze voor hun toekomst nodig hebben (programma 3, maatschappelijk effect 1)
- Bevorderen dat iedere inwoner maatschappelijk kan participeren en zich optimaal kan ontplooien (door middel van cultuur)
Paragraaf 5.1 Creativiteitsontwikkeling
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van creativiteit van de inwoners van Maassluis (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 4).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het instandhouden en bevorderen van amateurkunst- en cultuurbeoefening (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 2).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag. Deze subsidie bestaat uit vier delen:
1. basissubsidie amateurkunstverenigingen
2. subsidie voor actieve leden
Artikel 3.1 Specifieke subsidiecriteria basissubsidie amateurkunstverenigingen
De subsidieaanvrager verzorgt per jaar minimaal één lokaal openbaar toegankelijk optreden, concert, presentatie of manifestatie. Met “met openbaar toegankelijk” wordt bedoeld een activiteit die voor alle inwoners van Maassluis toegankelijk is of waaraan zij kunnen deelnemen tegen een niet commerciële deelnameprijs.
Artikel 3.2 Specifieke subsidiecriteria subsidie extra activiteiten
Alleen subsidieaanvragers die het basisbedrag ontvangen kunnen subsidie voor extra activiteiten ontvangen. Deze extra activiteit moeten bijzonder en uniek zijn en niet tot de reguliere optredens/concerten behoren. Activiteiten waarvoor samenwerking gezocht wordt met andere verenigingen hebben de voorkeur. Aanvragen voor deze extra activiteiten zullen ter beoordeling worden voorgelegd aan de Culturele Raad Maassluis (CRM). Indien de activiteit daarna terugkeert in het programma van de vereniging dan valt dit optreden onder het optreden genoemd in artikel 3.1 lid 3.
Artikel 3.3 Specifieke subsidiecriteria OZB-subsidie
De aanvraag voor de OZB-subsidie dient in hetzelfde jaar ingediend te worden als het jaar waarop de OZB-aanslag van toepassing is. In afwijking van de overige soorten subsidie dient de aanvraag uiterlijk 12 weken na ontvangst van de OZB-aanslag ingediend te worden. Indien bewaar is aangetekend op de aanslag dan moet dit binnen de hiervoor genoemde termijn van 12 weken schriftelijk kenbaar te worden gemaakt
Artikel 4.1 Hoogte subsidiebedrag basissubsidie amateurkunstverenigingen
Het basisbedrag per kunstcategorie is:
1. Voor muziekgezelschappen is de basissubsidie amateurkunstverenigingen € 500,= per jaar.
2. Voor muziekgezelschappen is de bijdrage per actief lid € 20,=
3. Voor koren is de basissubsidie amateurkunstverenigingen € 350,= per jaar
4. Voor koren is de bijdrage per actief lid is € 10,=
5. De hierboven genoemde basissubsidie en de bijdrage per actief lid wordt maximaal één keer paar jaar verleend.
Artikel 4.2 Hoogte subsidie extra activiteiten
De hoogte van de subsidie voor extra activiteiten is:
Paragraaf 5.3 Lokale kunstevenementen
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan actieve en passieve kunstbeoefening door middel van het organiseren van lokale evenementen op het gebied van kunst in Maassluis (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 2).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Artikel 3 Specifieke subsidiecriteria
De subsidieaanvrager organiseert een lokaal evenement. Aanvragen voor nieuwe initiatieven zullen ter beoordeling worden voorgelegd aan de Culturele Raad Maassluis (CRM). Voorbeelden van lokale evenementen zijn de Maassluise Muziekweek, de Kunst- en Atelierroute, Weekend van de Cultuur, Doorzomer Festival, Culturele activiteiten in de Groote Kerk en het Maassluis Filmfestival.
Het college geeft de voorkeur aan de organisaties die in het jaar voorafgaand aan de aanvraag subsidie van de gemeente Maassluis voor de betreffende doelstelling(en) of activiteit(en) heeft ontvangen en naar het oordeel van het college voldoende hebben bijgedragen aan de beleidsdoelstelling van de gemeente.
Hoofdstuk 6 VOLKSFEESTEN, PROMOTIE EN TOERISME
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de maatschappelijke participatie door middel van het organiseren van activiteiten voor jeugdigen in Maassluis (kinderen tot en met 17 jaar). Onder deze “Volksfeesten” vallen over het algemeen activiteiten op en rond Koninginnedag (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 3, maatschappelijk effect 1 en 2).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
De hoogte van de maximale subsidie is afhankelijk van het bereik van de activiteiten:
a. Voor grote activiteiten voor Koninginnedag waar alle inwoners van Maassluis van kunnen profiteren: maximaal € 2.500,=
b. Voor grote activiteiten bedoeld voor de inwoners van een bepaald deelgebied: maximaal € 1.000,=
c. Activiteiten bedoeld voor de inwoners van een straat of buurt: maximaal € 250,=
Paragraaf 6.2 Promotie en toerisme
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan (het versterken van) de identiteit en aantrekkelijkheid van Maassluis door middel van een gevarieerd aanbod aan festiviteiten voor zowel inwoners als bezoekers van Maassluis (programmabegroting gemeente Maassluis, programma 2, maatschappelijk effect 1).
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college jaarlijkse en eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Het college geeft de voorkeur aan de organisaties die in het jaar voorafgaand aan de aanvraag subsidie van de gemeente Maassluis voor de betreffende doelstelling(en) of activiteit(en) hebben ontvangen en naar het oordeel van het college voldoende hebben bijgedragen aan de beleidsdoelstelling van de gemeente.
De subsidies in dit hoofdstuk behoren niet toe aan een specifiek beleidsterrein en zijn op voorhand niet gekoppeld aan beleidsdoelstellingen of maatschappelijke effecten.
Het doel van de subsidies in dit hoofdstuk is om verenigingen te ondersteunen en waardering uit te spreken.
Paragraaf 7.1 Jubileumsubsidie
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Ter gelegenheid van een jubileum organiseren instellingen vaak extra activiteiten. Ter ondersteuning hiervan én bij wijze van waardering van de vrijwilligers en de activiteiten die zij organiseren, kan een eenmalige subsidie worden verstrekt voor activiteiten in het kader van de viering van een 25-jarig jubileum - of een veelvoud van 25 - van een maatschappelijke organisatie die gevestigd is in Maassluis. Een maatschappelijke organisatie heeft geen winstoogmerk.
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Paragraaf 7.2 Investeringssubsidie
Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Om te bereiken dat de inwoners van Maassluis maatschappelijk betrokken kunnen zijn zorgt de gemeente onder andere voor een passend aanbod van accommodaties. Om vrijwilligersorganisaties te ondersteunen bij het ontwikkelen en vernieuwen van hun eigen accommodatie, die voor het in stand houden van het aanbod van de activiteiten direct noodzakelijk zijn, kan de gemeente een investeringssubsidie beschikbaar stellen.
Het gaat hier om organisaties die op non-profit basis activiteiten aanbieden op het gebied van samenlevingszaken.
Om bovengenoemde beleidsdoelstelling te realiseren verleent het college eenmalige subsidies na ontvangst van een subsidieaanvraag.
Een investeringssubsidie kan maximaal 10% van de subsidiabel geachte investeringssom bedragen tot een maximum van € 25.000,=.
Voor investeringssubsidies is in de gemeentebegroting geen expliciete ruimte beschikbaar. In voorkomende gevallen zal moeten worden geput uit de post “Onvoorzien”. Hierbij merken wij op dat subsidieverlening slechts mogelijk is indien de raad besluit dat de post “Onvoorzien” toereikend is en dat deze kan worden aangesproken.