Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst 2012 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst 2012 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2012 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-04-2012 Contact, 8 mei 2012 | Z34476 RD12-00531 |
Besluit behorende bij raadsvoorstel met nummer: 120426/6
De raad van de gemeente Bronckhorst;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 20 maart 2012;
gelet op de artikelen 4, 5, 15 lid 1 en 19 lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
gelet op de bespreking van de Rondetafelgesprekken van 11 april 2012;
overwegende dat het noodzakelijk is om voorzieningen te treffen om de beperkingen die een persoon heeft om te kunnen participeren in de samenleving te compenseren;
Vast te stellen de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst 2012
Hoofdstuk 1 algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Algemene Wmo-voorziening: een voorziening op het terrein van zorg en welzijn die voor elke burger zonder tussenkomst van de gemeente toegankelijk is en ondersteuning biedt bij de ervaren beperkingen dan wel een voorziening op het terrein van zorg en welzijn die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt.
Compensatieplicht: de algemene verplichting aan het college om personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem door het treffen van voorzieningen, op de onderdelen als genoemd in artikel 4 lid 1 van de wet, een alternatief c.q. alternatieven te verschaffen zodat zij zelfredzaam zijn en in staat tot maatschappelijke participatie.
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst van toepassing zijn.
Gesprek: het eerste contact na een melding waarin met de ondersteuningsvrager zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk (eigen omgeving) dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning, het zich in en om de woning verplaatsen, het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen, het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven.
Mantelzorger: een persoon uit de directe omgeving van een hulpbehoevende die, niet in het kader van een hulpverlenend beroep, langdurige zorg biedt aan de hulpbehoevende waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden.
Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2 De te bereiken resultaten
De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:
Artikel 3 Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie
Een ondersteuningsvrager is zelfredzaam en in staat tot maatschappelijke participatie wanneer in gesprek blijkt dat deze zelf of met behulp van zijn eigen netwerk (omgeving) in staat is de nodige voorzieningen te regelen c.q. te laten regelen en te financiëren om daarmee te (kunnen blijven) participeren in de maatschappij.
Bij het bepalen van de financiële zelfredzaamheid wordt uitgegaan van de wettelijke eigen bijdrage of eigen aandeel, zoals bedoeld in artikel 26 van deze verordening.
Artikel 4 Individueel maatwerk
Het college gaat in gesprek met ondersteuningsvragers die het niet alleen redden en gaat samen op zoek naar een vorm van ondersteuning die recht doet aan de situatie waarin deze zich bevindt.
Bij het compenseren van beperkingen die een ondersteuningsvrager ondervindt in zijn maatschappelijke participatie wordt rekening gehouden met zijn persoonskenmerken enbehoeften, waaronder verandering van woning in verband met wijziging van leefsituatie, zijnfinanciële omstandigheden en de keuzes die hij maakt in het leven, waarbij verwacht magworden dat een ondersteuningsvrager geschikte keuzes maakt rekening houdend met de beperkingen die horen bij zijn individuele omstandigheden.
Artikel 5 Beperkingen compensatieplicht
Een individuele Wmo-voorziening wordt pas dan toegekend zodra blijkt dat een aanwezige voorliggende, algemeen gebruikelijke en/of algemene Wmo-voorziening niet of niet voldoende de ondervonden beperkingen compenseert en/of een algemene Wmo-voorziening niet in alle redelijkheid toegankelijk of bruikbaar is voor de ondersteuningsvrager.
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voeren van het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen. Uitzondering hierop is de voorziening hulp bij het huishouden die in bepaalde gevallen voor een kortdurende periode geïndiceerd kan worden;
Géén voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft al eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de ondersteuningsvrager zijn toe te rekenen, of tenzij de ondersteuningsvrager geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
Hoofdstuk 3 melding, gesprek en aanvraag
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening, als bedoeld in artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet, gaat een melding voor een gesprek vooraf indien:
Artikel 7 Melding voor een gesprek
Een melding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de afdeling Dienstverlening van de gemeente door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health (ICF) als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.
Als de ondersteuningsvrager een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de ondersteuningsvrager ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.
Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van de ondersteuningsvrager over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door de ondersteuningsvrager ondertekend verslag kan als aanvraagformulier, als bedoeld in artikel 10 lid 1, dienen.
Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.
Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, dit
ondertekende verslag als aanvraagformulier beschouwd.
De aanvraag dient schriftelijk of elektronisch te worden ingediend door middel van een daarvoor vastgesteld formulier, tenzij sprake is van de situatie als bedoeld in lid 1.
Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt, wordt dit schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een meldingsformulier meegezonden, tenzij het een herindicatie of heronderzoek betreft.
Hoofdstuk 4 Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 11 Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen dienen te worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het onderzoek richt zich op de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resulta(a)t(en). Het college gaat daarbij uit van de behoeften en persoonskenmerken van de ondersteuningsvrager en houdt tevens rekening met de capaciteit van de ondersteuningsvrager om zelf in de kosten van maatregelen te kunnen voorzien.
Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke, algemene Wmo voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn en de mogelijkheden binnen het eigen netwerk (omgeving) van de ondersteuningsvrager, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.
Paragraaf 2 De te bereiken resultaten
Artikel 12 Een schoon en leefbaar huis
Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrek(ken), keuken en sanitaire ruimte(n).
Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk. De omvang van deze hulp bij het huishouden kan uitgedrukt worden in uren en minuten per week.
Indien de ondersteuningsvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en redelijkerwijs in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.
Lid 4. Géén individuele voorziening
Bij het te bereiken resultaat van een schoon en leefbaar huis worden geen individuele voorzieningen getroffen indien sprake is van:
Artikel 13 Wonen in een geschikt huis
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrek(ken), keuken, sanitaire ruimte(n), berging, tuin en/of balkon.
Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.
Voor zover de ondersteuningsvrager kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag van € 7.500,- te boven gaat.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding en/of benodigde aanpassingen in de nieuwe woning kunnen dan wel verstrekt worden.
Lid 5. Géén individuele voorziening
Bij het te bereiken resultaat van het normaal gebruik kunnen maken van de woning worden geen individuele voorzieningen getroffen indien:
Lid 6. Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar-bewoner die krachtens deze verordening een voorziening ten behoeve van het normaal gebruik van de woning heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening:
Artikel 14 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.
Indien de ondersteuningsvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en redelijkerwijs in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover hij gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de ondersteuningsvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 15 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zonodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.
Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.
Indien de ondersteuningsvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en redelijkerwijs in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.
Voor zover de ondersteuningsvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voorliggende voorziening (bijv. een wasserette) die in de individuele situatie van hem kan leiden tot het te bereiken resultaat, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.
Voor zover de in lid 3 en 4 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 16 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Voor zover de ondersteuningsvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van hem kunnen leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 17 Zich verplaatsen in en om de woning
Het zesde te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin en/of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.
Voor zover de ondersteuningsvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van hem kan leiden tot het te bereiken resultaat, wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar ís, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 18 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het zevende te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles in het kader van het leven van alledag binnen de directe woon- en leefomgeving.
Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand in het kader van het leven van alledag binnen de directe woon- en leefomgeving.
Voor zover de ondersteuningsvrager gebruik kan maken van algemeen gebruikelijke vervoer (zoals een personenauto), of van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer (Regiotaxi) van deur tot deur en deze mogelijkheden in de individuele situatie van hem kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Lid 5. Omvang in kilometers en zones
De te verstrekken vervoersvoorziening compenseert het gebrek aan maatschappelijke participatie door middel van lokale verplaatsingen met een omvang van maximaal 2000 kilometer per jaar. Bij het collectief vraagafhankelijk vervoer is dit maximaal 900 zones per jaar. Indien de individuele omstandigheden bij de ondersteuningsvrager uitwijzen dat een grotere vervoersbehoefte realistisch en nodig is, is uitbreiding van de omvang mogelijk.
Artikel 19 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten
Het achtste te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.
Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.
Voor zover de ondersteuningsvrager gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van hem kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Hoofdstuk 5 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen
Artikel 20 Algemeen gebruikelijke voorzieningen
De algemeen gebruikelijke voorzieningen, niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komend, zijn opgesomd (niet limitatief) in de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst.
Wanneer de ondersteuningsvrager op grond van de beperkingen die hij ondervindt speciale uitvoeringen nodig heeft van voorzieningen die algemeen gebruikelijk zijn en zijn zelfredzaamheid als bedoeld in artikel 4 ontbreekt, komen alleen de meerkosten voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 21 Vormen van individuele voorzieningen
De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget, als financiële tegemoetkoming of als forfaitaire vergoeding worden verstrekt.
Artikel 22 Voorziening in natura
Bij het treffen van een voorziening in natura wordt, indien nodig, in de beschikking vastgelegd:
Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Het college legt in de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst de mogelijke voorzieningen in natura (niet limitatief) vast.
Artikel 23 Persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
De omvang van het persoonsgebonden budget is, met uitzondering van het persoonsgebonden budget voor vergoeding van een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Wet op de loonbelasting 1964, de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst-compenserende te verstrekken voorziening in natura. Een persoonsgebonden budget wordt, indien nodig, aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingskosten. Het college legt in de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst de geldende bedragen voor een persoonsgebonden budget vast;
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke bescheiden op verzoek van het college per omgaande te verstrekken.
Na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden, wordt door het college beoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug te vorderen, te verrekenen en/of te beëindigen.
Artikel 24 Overwegende bezwaren
Het college legt in de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Artikel 25 Financiële tegemoetkoming of forfaitaire vergoeding
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming of forfaitaire vergoeding wordt, indien nodig, in de beschikking vastgelegd:
Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.
Het college legt in de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst de geldende tegemoetkomingen en vergoedingen vast.
Artikel 26 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet is de ondersteuningsvrager een eigen bijdrage verschuldigd of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het inkomen. Het college legt in de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst de omvang van deze eigen bijdrage vast met inachtneming van het landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 29 Inlichtingen, onderzoek en advisering
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
Het college kan het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) of een andere door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
Het handelt om een aanvraag van een ondersteuningsvrager die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 6 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden;
Een ondersteuningsvrager is verplicht aan het college of de door hen aangewezen adviesinstantie, die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.
Artikel 30 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een beschikking, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Wijzigingen in de omstandigheden van de ondersteuningsvrager, als ten gevolge daarvan de noodzaak als bedoeld in artikel 5 lid 2 onder a is komen te vervallen, dan wel als ten gevolge daarvan de ondersteuningsvrager in aanmerking dient te worden gebracht voor een andere voorziening, gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 2 onder b;
Een beschikking tot het verlenen van een voorziening wordt ingetrokken als blijkt dat de ondersteuningsvrager zijn hoofdverblijf als bedoeld in artikel 1 onder q niet meer in de gemeente heeft.
Een beschikking tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Ingeval het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming, persoonsgebonden budget of een verstrekte voorziening in natura worden teruggevorderd.
Ingeval het recht op een verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien deze is verleend op basis van onjuist of onvolledig verstrekte gegevens.
Artikel 34 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ondersteuningsvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en de op deze verordening berustende beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst geldende bedragen aanpassen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het college informeert meerdere keren per jaar de gemeenteraad betreffende de uitvoering van deze verordening. Indien de informatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast.
Artikel 37 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst 2012”.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2012.
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 26 april 2012,