Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening gemeente Waalwijk 1999 |
Citeertitel | Havenverordening gemeente Waalwijk 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Omtrent de publicatiedatum en daarmee de datum van inwerkingtreding (art. 46 lid 1) bestaat geen volstrekte zekerheid. De data zijn zo precies mogelijk benaderd.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-01-1999 | 22-10-2010 | nieuwe regeling | 23-12-1999 Gemeenteblad, 13-01-1999 | 2000/007 |
Afdeling 1. Algemene Bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Haven en kade: de havens en kaden die in eigendom aan de gemeente Waalwijk toebehoren c.q. bij de gemeente in beheer zijn, te weten:
Het ten zuiden van Bergsche Maas gelegen vaarwater dienende tot haven:
Het vaarwater, genaamd Capelse haven, zich uitstrekkende vanaf het Oude Maasje tot de Hoofdstraat in Capelle, dienende tot haven;
Het vaarwater, genaamd de Kerkvaartsehaven, zich uitstrekkende vanaf het Oude Maasje tot de A59 te Waspik, dienende tot haven.
Deze verordening is van toepassing op de haven van Waalwijk, de Capelse haven en de Kerkvaartsehaven inclusief de toeleidingskanalen voerend naar deze havens en voorts op alle bij de havens behorende dijken, wegen, kaden, oevers, aanlegplaatsen, bruggen, sluis, grond- en kunstwerken, beplantingen, gebouwen en verdere werken, een en ander voor zover deze eigendommen niet in het beheer zijn van derden.
Afdeling 2. Bepalingen met betrekking op de vaart in de haven
Het is de schipper verboden de haven te bevaren met een vaartuig, dat, al dan niet geladen en onverschillig waar gemeten, een grotere diepgang heeft dan in verband met de waterstand in de haven toelaatbaar is.
Op vordering van de havenmeester is de schipper verplicht, inzage te verstrekken van de geldige meetbrief van zijn schip.
Artikel 8 Hinderen van vrijheid en veiligheid vaarverkeer
Het is verboden om, indien door burgemeester en wethouders ten aanzien van de haven in het belang van de vrijheid of veiligheid van het verkeer te water of ter bescherming van de oevers en werken eisen zijn gesteld met betrekking tot de vorm, de afmetingen of de bestuurbaarheid der vaartuigen in het bijzonder, te varen met vaartuigen die van bedoelde eisen afwijken.
Artikel 12 Rietschoten en oevers
Het is schipper verboden in de rietschoten te varen en daarin, of aan de oevers van de haven stil te liggen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van deze verordening, is het de schipper verboden meer dan één vaartuig te slepen, tenzij de vaartuigen kleiner zijn dan 50 ton, in welk geval de sleeptreinen, de sleepboot inbegrepen, geen grotere lengte mogen hebben dan 100 meter. De gesleepte voertuigen moeten bestuurbaar zijn.
Artikel 15 Aangebrachte schade
Alle voorwerpen van welke aard ook, die in de haven geraken, zullen onmiddellijk op daartoe gegeven last van de havenmeester daaruit moeten worden gehaald op kosten van diegene door wiens toedoen of nalatigheid dit is geschied. Is de dader onbekend, dan rust deze verplichting op de eigenaar van de voorwerpen.
De schipper, de eigenaar of beheerder van een in de haven liggend schip, dat in onmiddellijk gevaar van zinken verkeert, is verplicht de aanwijzingen op te volgen die de havenmeester hem in het belang van de scheepvaart geeft.
De schipper, eigenaar of beheerder van een gezonken of aan de grond geraakt schip geeft van het ongeval terstond kennis aan de havenmeester en is verplicht zowel bij dag als nacht zodanige bakens of veiligheidsseinen op het gezonken of gestrande schip te plaatsen als de havenmeester zal gelasten. De schipper draagt zorg, dat een gezonken schip, binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen tijd is gelicht en vervoerd.
Afdeling 3. Bepalingen met betrekking op de bediening en het gebruik van de sluis en de ophaalbrug te Waalwijk.
Afdeling 4. Bepalingen voor het laden en lossen
Artikel 21 Laden en lossen vanaf de oever
Het is aan de bedrijven, onmiddellijk aan de oevers van de haven grenzend, verboden gebruik te maken van de haven voor het lossen en laden van vaartuigen vanaf hun terreinen, tenzij deze bedrijven, in overleg en onder goedkeuring van burgemeester en wethouders voorzieningen aan de oevers en kaden voor het afmeren hebben getroffen.
Artikel 25 Overdekken van gevaarlijke stoffen
De schipper of diens opdrachtgever, die voornemens is de in artikel 38 omschreven voorwerpen, stoffen of goederen te laden of te lossen, of te doen laden of lossen, is verplicht er voor zorg te dragen, dat deze geloste of te laden voorwerpen, stoffen of goederen, zolang hij daarvoor redelijkerwijs aansprakelijk is, overdekt gehouden worden met kleden, zeilen of daarmede gelijk te stellen bedekkingmateriaal, dat geen vuur of licht in de nabijheid aanwezig is en dat deze op behoorlijke wijze, dit ter beoordeling van de havenmeester, bewaakt worden.
Afdeling 5. Bepalingen tot verzekering van de orde en veiligheid in de haven
Artikel 27 Volgen bijzondere bevelen en maatregelen
Een ieder is verplicht nauwkeurig op te volgen de bijzondere bevelen en/of maatregelen met betrekking tot de haven, de havenwerken en het gebruik daarvan, alsmede omtrent de regeling van het scheepvaartverkeer door of namens burgemeester en wethouders te geven.
Artikel 28 Ontmeren van andere eigendommen
Het is een ieder verboden een in gemeentelijk water liggend vaartuig, niet aan hem toebehorende of niet door hem gebruikt wordende, te ontmeren of van ligplaats te veranderen, dan alleen met toestemming van de havenmeester, tenzij in geval van nood ter voorkoming van schade of ongelukken.
De schipper van een vaartuig, liggende in gemeentelijk water bij een aanlegplaats, moet op aanzegging van de havenmeester gedogen, dat een ander vaartuig terzijde van het zijne komt en daarover gemeenschap met de wal heeft. Hij behoeft echter niet te gedogen, dat uit zodanig ander vaartuig over het zijne geladen of gelost wordt, tenzij het noodzakelijk is en door de havenmeester gelast wordt.
Van het bepaalde in het 1e lid kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen.
Artikel 30 Handel/huisvesting/ligplaatsen
Het is verboden, zonder vergunning van burgemeester en wethouders met enig vaartuig in gemeentelijk water een bedrijf uit te oefenen, handel te drijven, huisvesting te verlenen of een vaste ligplaats in te nemen.
Het is verboden, zonder vergunning van burgemeester en wethouders schuitenhuizen of dergelijke inrichtingen in het gemeentelijk water te hebben of in dat water of op of aan de daaraan of daarlangs gelegen loswallen, kaden of oevers werken uit te voeren of te doen uitvoeren.
Artikel 33 Voorwerpen plaatsen
Het is verboden, in gemeentelijk water palen te slaan, een mast, een balk of andere houtwaren, een viskaar, een drijvende steiger, een stoep, een trap, tenen of een ander dergelijk voorwerp te leggen, te plaatsen of te hebben, tenzij met vergunning van burgemeester en wethouders.
Artikel 35 Slopen van vaartuigen
Het slopen van vaartuigen of wrakken in gemeentelijk water is verboden, tenzij met vergunning van burgemeester en wethouders.
Artikel 38 Gevaarlijke stoffen
De schipper van een vaartuig, waarin buskruit, dynamiet, schietkatoen, nytro-glycerine, ongebluste kalk, cilinders met samengeperste lucht, samengeperste of vloeibare gassen of enig andere voor ontploffing of zelfontbranding vatbare stoffen of voorwerpen zijn geladen, is verplicht voor het binnenvaren van het gebied der gemeente hiervan melding te maken bij de havenmeester.
De schipper van zulk een vaartuig mag de haven eerst binnenvaren na van de havenmeester daarvoor toestemming te hebben verkregen.
Artikel 40 Op bevel voorgeschreven maatregelen gevaarlijke stoffen
Bij het vervoeren, laden en lossen van ontplofbare of licht ontvlambare stoffen, of van ongebluste kalk is de schipper, onverminderd zijn verplichting tot naleving der omtrent het vervoer bestaande voorschriften gehouden de bijzondere voorzorgsmaatregelen te nemen, die hem door de havenmeester worden voorgeschreven.
Artikel 41 Opvolgen bevelen in belang van orde en veiligheid
Een ieder is verplicht, onmiddellijk te gehoorzamen aan de bevelen, welke door hem door de havenmeester, zowel in het belang van de openbare orde en veiligheid op het gemeentelijk water, de langs dat water gelegen loswallen, kaden en oevers, als ten aanzien van de naleving van de bepalingen dezer verordening worden gegeven.
Afdeling 6. Straf-, overgangs-, en slotbepalingen
Overtredingen van de bepalingen van deze verordening of van krachtens deze verordening gegeven aanwijzingen, bevelen of verboden, wordt voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 43 Opsporingsambtenaar
Onverminderd de wettelijke bevoegdheid der ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, zoals dit thans luidt of nader zal worden gewijzigd, zijn belast met het opsporen en constateren van overtredingen van de bepalingen van deze verordening: de ambtenaren als bedoeld in artikel 4, leden 4 en 5.
Artikel 44 Het binnentreden in woningen zonder toestemming van de bewoners
Ter uitvoering en/of handhaving van de bepalingen van deze verordening, wordt aan de
in artikel 4, leden 4 en 5 bedoelde ambtenaren de last verstrekt, indien zij zulks nodig achten, te allen tijde zich ook tegen de wil van de schippers, te begeven aan boord van de in de haven vertoevende vaartuigen, waarbij voor wat betreft het binnentreden van als woonverblijf ingerichte en gebruikte ruimten, de voorschriften van de Algemene wet op het binnentreden (wet van 22 juni 1994 (Stb. 572) en gewijzigd bij de wet van 26 april 1995 (Stb. 250) in acht genomen moeten worden.
Artikel 45 Handelen in strijd met voorwaarden
Hij, die handelt in strijd met enige voorwaarde, verbonden aan een hem verleende vergunning of vrijstelling, of zodanige voorwaarde niet nakomt, wordt geacht te hebben gehandeld zonder vergunning of vrijstelling. Onder handelen wordt verstaan zowel doen als hebben en nalaten.
Artikel 47 Overgangsbepalingen en vrijstellingen
Vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen, hoe ook genaamd, verleend krachtens verordeningen bedoeld in artikel 46 2e lid, blijven, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, nog gedurende 2 jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordeningen bedoeld in artikel 46, 2e lid, blijven, indien en voor zover bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, nog gedurende 2 jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing, hoe ook genaamd, op grond van een verordening bedoeld in artikel 46, 2e lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 46, 1e lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 46, 2e lid.
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, blijft een vergunning of ontheffing, hoe ook genaamd, van kracht totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste, vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
Artikel 48 Waarneming bevoegdheden havenmeester
Zolang nog geen ambtenaar onder de titel van havenmeester is benoemd, worden de ingevolge deze verordening aan de havenmeester toegekende bevoegdheden uitgeoefend door het sectorhoofd GGZ.
Deze verordening kan worden aangehaald als “de Havenverordening van de gemeente Waalwijk 1999”.