Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010
CiteertitelBesluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het ‘Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2009 van 25 november 2008, komt met ingang van 1 januari 2010 te vervallen, met dien verstande dat alle voor 1 januari 2010 verleende eerste bewonersvergunningen, bedrijfsvergunningen, artsenvergunningen, thuiszorgvergunningen en deelautovergunningen worden geacht krachtens dit besluit te zijn toegekend.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Parkeerverordening 2010 en Verordening Parkeerbelastingen 2010
  2. Artikel 225 van de Gemeentewet
  3. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-12-200901-01-2011gewijzigde artikelen

10-11-2009

Stadsberichten 2 december 2009

3143796

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010

 

 

Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota ‘Parkeerverordeningen 2010 en Parkeerbesluiten 2010’ d.d. 24 september 2009 (reg. nr. 3224707?????????);

overwegende dat het gewenst is voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen de volgende regels te stellen;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen:

Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010

PAR. 1 AANTAL UIT TE GEVEN BEWONERS, BEDRIJFS- EN BEZOEKERSVERGUNNINGEN

Maximaal aantal uit te geven vergunningen.

Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Parkeerverordening 2010 wordt het maximum aantal uit te geven bewoners, bedrijfs- en bezoekersvergunningen per vergunninggebied jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend. Deze berekening vindt plaats aan de hand van het aantal vergunningplaatsen en betaald parkeerplaatsen, waarvan wordt verwacht dat deze gedurende het kalenderjaar waarvoor de vergunningen zijn verleend, gehandhaafd blijven of zullen ontstaan.

Als het aantal voor vergunninghouders beschikbare plaatsen in een vergunninggebied gedurende het kalenderjaar met meer dan 5 procent toe- of afneemt, kan door burgemeester en wethouders het maximum aantal uit te geven bewoners en bezoekersvergunningen opnieuw worden vastgesteld.

Het maximaal aantal te verlenen bewoners en bezoekersvergunningen bedraagt per 1 januari 2010 in:

  • -

    Vergunninggebied A1 (binnenstad en Nederberg) 949

  • -

    Vergunninggebied A2 (Schimmelpennickstraat e.o.) 129

  • -

    Vergunninggebied B1 (Bergkwartier) 872

  • -

    Vergunninggebied B2 (Bekenstein) 360

  • -

    Vergunninggebied B3 (Luiaard) 451

  • -

    Vergunninggebied B4 (Kruiskamp-zuid) 511

  • -

    Vergunninggebied B5 (Wijkje 77 en Westerstraat) 122

  • -

    Vergunninggebied B6 (Blekerseiland/Willem III) 360

  • -

    Vergunninggebied B7 (Soesterkwartier) 742

Per deelautoplaats voor commerciële aanbieders (plaats voor bijvoorbeeld Greenwheelsauto’s) als bedoeld in artikel 3 lid 4.2 van de Tarieventabel van de Verordening Parkeerbelastingen 2010, wordt maximaal één vergunning per kenteken en per vergunningplaats uitgegeven.

Het maximaal aantal te verlenen bedrijfsvergunningen bedraagt per 1 januari 2010 voor:

  • - Vergunninggebied A1 (binnenstad en Nederberg) 160

  • - Vergunninggebied A2 2

- Vergunninggebied B1 90

- Vergunninggebied B2 5

- Vergunninggebied B3 10

- Vergunninggebied B4 40

- Vergunninggebied B5 5

- Vergunninggebied B6 40

- Vergunninggebied B7 35

- Alle gebieden (AB-vergunning) 382

Nadere bepalingen betreffende het aantal uit te geven vergunningen.

Het daadwerkelijke aantal uit te geven bewoners- en bezoekersvergunningen per 1 januari 2010 wordt vastgesteld op 90 procent van het in artikel 1 derde lid per vergunninggebied vastgestelde maximum.

In afwijking van het eerste lid, kan het daadwerkelijke aantal uit te geven vergunningen worden verhoogd tot het in artikel 1, derde lid bepaalde maximum. Dit is alleen mogelijk voor aanvragen voor vergunningen als bedoeld in artikel 3, tweede lid sub a.

PAR. 2 UITGIFTECRITERIA BEWONERS- / BEZOEKERS- EN DEELAUTO-VERGUNNINGEN

Uitgiftecriteria bewoners en bezoekersvergunningen

De toetsing van de aanvraag van bewoners- en bezoekersvergunningen vindt plaats aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en het kentekenbewijs. De aanvrager dient zich bij de aanvraag van de vergunning te legitimeren.

De vergunningen worden verleend in de navolgende rangorde:

a.De eerste vergunning: een vergunning op kenteken, of een bezoekersvergunning op medische gronden op kenteken, of een bezoekersvergunning op naam, per zelfstandige woning;

b.De tweede vergunning: een vergunning op kenteken of een bezoekersvergunning op naam per zelfstandige woning.

De aanvragen voor een derde of volgende vergunning worden naar evenredigheid beoordeeld op basis van de beschikbare ruimte die overblijft, nadat de aanvragen als bedoeld onder a en b zijn beoordeeld.

Op één vergunning kunnen maximaal drie kentekens worden opgenomen.

In het vergunninggebied A1 wordt uitsluitend één eerste vergunning op kenteken per zelfstandige woning verstrekt (eigenaar/houder van een motorvoertuig, of bezoekersvergunning op medische gronden).

In het vergunninggebied B2 wordt uitsluitend één eerste vergunning als genoemd onder lid 2, sub a. van dit artikel verleend.

In de vergunninggebieden A2, B1, B3, B4, B5, B6 en B7 geldt, in afwijking van het tweede lid van dit artikel, dat per zelfstandige woning maximaal één bezoekersvergunning wordt verstrekt.

Als twee of meer aanvragen worden ingediend die een gelijke plaats in de rangvolgorde hebben, worden de aanvragen in volgorde van binnenkomst beoordeeld. Bij gelijktijdige binnenkomst wordt de volgorde bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.

Als de aanvrager beschikt over een parkeerplaats op eigen terrein, als bedoeld in lid 9 onder a, b en c, dan wordt deze in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen. Hierbij geldt dat het totaal aantal beschikbare plaatsen op eigen terrein als één parkeerplaats op eigen terrein wordt beschouwd.

Onder een parkeerplaats op eigen terrein wordt (conform de begripsbepaling van de Parkeerverordening) verstaan:

een parkeerplaats – uitgezonderd een parkeerplaats in een openbare parkeergarage die met een abonnement wordt afgenomen - waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

een parkeerplaats waarop de aanvrager aanspraak kan maken in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is of;

een voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen.

  • 10.

    De beoordelingsdatum als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Parkeerverordening 2010 wordt voor het jaar 2010 vastgesteld op 1 december 2009.

  • 11.

    Om voor een deelautovergunning in aanmerking te komen, dient de aanvragers aangesloten te zijn bij de Vereniging voor Gedeeld Autogebruik (www.autodate.nl) en dient de aanvraag via ParkeerService én via deze vereniging te verlopen.

  • 12.

    Als één van de gebruikers woonachtig is in vergunninggebied A1, wordt er alleen een deelautovergunning afgegeven, als de deelauto op naam staat van die gebruiker.

  • 13.

    Als één van de gebruikers woonachtig is in vergunninggebied A1 en er op het adres van die gebruiker al een bewonersvergunning volgens artikel 3 lid 4 is afgegeven, wordt er géén deelautovergunning afgegeven.

Wachtlijst bewoners en bezoekersvergunningen

Als het aantal aangevraagde vergunningen het maximum aantal te verlenen vergunningen overschrijdt, worden de aanvragen als bedoeld in artikel 3, tweede lid sub a op een wachtlijst geplaatst. Aanvragen als bedoeld in artikel 3, tweede lid sub b worden afgewezen. Bij de vergunningverlening is artikel 3, zesde lid van overeenkomstige toepassing.

PAR. 3 UITGIFTECRITERIA DALURENBEZOEKERSVERGUNNINGEN

Toepassingsgebied en regels dalurenbezoekersvergunning

De dalurenbezoekersvergunning kan worden verleend aan de aanvrager van een dergelijke vergunning die bewoner is van een zelfstandige woning in een B-vergunninggebied. Hierbij geldt dat maximaal één dalurenbezoekersvergunning per zelfstandige woning wordt verstrekt. Als op het betreffende adres reeds een bezoekersvergunning is verleend, komt de aanvrager niet in aanmerking voor een dalurenbezoekersvergunning.

Het maximaal aantal uit te geven dalurenbezoekersvergunningen per B-vergunninggebied bedraagt 50.

De vergunningen worden verleend in volgorde van binnenkomst van de aanvraagformulieren. Bij gelijktijdige binnenkomst wordt de volgorde bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.

De dalurenbezoekersvergunning is van toepassing in alle B-vergunninggebieden.

De dalurenbezoekersvergunning is geldig van maandag tot en met vrijdag van 9.00-17.00 uur.

PAR. 4 UITGIFTECRITERIA BEDRIJFSVERGUNNINGEN

Bedrijfsvergunningen

Aan de aanvrager van een bedrijfsvergunning kan een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid van de Parkeerverordening 2010, worden verleend, die geldig is op maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 19.00 uur.

Aan de aanvrager van een bedrijfsvergunning kan een vergunning als bedoeld in artikel 5, vierde en vijfde lid van de Parkeerverordening 2010, worden verleend, als wordt aangetoond dat een (bedrijfs)auto onmisbaar is voor het voeren van een efficiënte bedrijfsvoering en bovendien de noodzaak van de vergunning voor deze auto wordt aangetoond. Hieronder wordt verstaan:

het regelmatig verrichten van werkzaamheden met een spoedeisend karakter, zoals werkzaamheden aan nutsvoorzieningen en storingsdiensten voor bedrijfsmatige activiteiten in het vergunninggebied of;

de noodzaak tot het regelmatig bezoeken van bedrijven, instellingen of personen in het vergunninggebied.

Bij het aanvraagformulier dient de aanvrager een kopie van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel in te dienen. Het uittreksel uit het handelsregister mag niet ouder zijn dan 3 maanden.

Gebruik van een bedrijfsvergunning is alleen toegestaan op basis van de gronden waarop de vergunning is verleend. Hierbij geldt:

de aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gesteld op welke gronden hem een vergunning is verleend;

gebruik van een bedrijfsvergunning anders dan op basis van de gronden waarvoor de vergunning is verleend wordt als oneigenlijk gebruik aangemerkt;

bij constatering van herhaald oneigenlijk gebruik van een bedrijfsvergunning door houder en na een schriftelijke waarschuwing door de parkeercontroleur zijn burgemeester en wethouders gerechtigd de vergunning in te trekken.

Als de aanvrager van een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid van de Parkeerverordening 2010 beschikt over een parkeerplaats op eigen terrein, als bedoeld in lid 7 onder a, b en c, dan wordt deze in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen. Hierbij geldt dat het totaal aantal beschikbare plaatsen op eigen terrein als één parkeerplaats op eigen terrein wordt beschouwd.

Onder een parkeerplaats op eigen terrein wordt (conform de begripsbepaling van de Parkeer-verordening 2010) verstaan:

een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

een parkeerplaats waarop de aanvrager aanspraak kan maken in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning of vestigingsadres van de aanvrager bestemd is;

een voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen.

Voor de bedrijfsvergunningen als bedoeld in artikel 5, eerste tot en met vijfde lid van de Parkeerverordening 2010, wordt uitsluitend één vergunning per vestigingsadres verleend die op naam van het bedrijf is gesteld.

Voor de bedrijfsvergunningen als bedoeld in artikel 5, zevende lid van de Parkeerverordening 2010, wordt per vestigingsadres één vergunning verleend die op naam van het bedrijf is gesteld. De bedrijfsgrootte kan een reden zijn om meer dan één vergunning te verstrekken; hiervoor dient het bedrijf een gemotiveerde aanvraag in te dienen.

De volgorde van de beoordeling van de aanvragen vindt plaats per vergunninggebied op basis van bedrijfsgrootte, waarbij de kleinste bedrijven in rangorde gaan boven de grotere bedrijven. De grootte van het bedrijf wordt beoordeeld aan de hand van het aantal werknemers zoals dat geregistreerd staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bij gelijke grootte vindt de beoordeling plaats op basis van de datum van ontvangst van de aanvraag.

De aanvragen voor bedrijfsvergunningen geldig in zone B1 worden beoordeeld op basis van bedrijfsgrootte, waarbij de kleinste bedrijven in rangorde gaan boven de grotere bedrijven. De grootte van het bedrijf wordt bepaald aan de hand van het aantal werknemers zoals dat is geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

De aanvragen voor bedrijfsvergunningen, geldig in alle vergunninggebieden, worden beoordeeld op basis van het vestigingsadres en vervolgens op basis van bedrijfsgrootte. Hierbij krijgen bedrijven gevestigd in zone A voorrang boven bedrijven gevestigd in zone B en gaan de kleinste bedrijven voorts in rangorde boven de grotere bedrijven. De grootte van het bedrijf wordt bepaald aan de hand van het aantal werknemers zoals dat is geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

12. De beoordelingsdatum als bedoeld in artikel 5, zevende lid van de Parkeerverordening 2010 wordt voor het jaar 2010 vastgesteld op 1 december 2009.

13. Als het aantal aangevraagde bedrijfsvergunningen het maximum aantal te verlenen vergunningen overschrijdt, worden de aanvragen op een wachtlijst geplaatst.

PAR. 5 UITGIFTECRITERIA VERGUNNINGEN VOOR BEPERKTE DUUR

  • Artikel 7 Bezoekersvergunningen voor beperkte duur

    • 1.

      Voor bezoekers van bewoners als bedoeld in artikel 7 vijfde lid van de Parkeerverordening 2010 kan aan de aanvrager een dagvergunning voor bezoekers worden verleend.

    • 2.

      De dagvergunningen worden verleend in de vorm van flexeenheden waarmee een digitale pas (flexpas) kan worden opgewaardeerd. Het activeren van de flexeenheid vindt plaats via de telefoon of via internet. Het opwaarderen van de flexpas vindt plaats via internet of via uitgifte aan de balie.

    • 3.

      Per kwartaal worden maximaal 30 dagvergunningen voor bezoekers per zelfstandige woning verstrekt.

    • 4.

      Het maximum aantal flexpassen dat per zelfstandige woning wordt verleend bedraagt 5.

    • 5.

      Dagvergunningen voor bezoekers kunnen alleen worden aangevraagd door de bewoner(s) van deze zelfstandige woning.

    • 6.

      Dagvergunningen voor bezoekers kunnen niet worden gebruikt door bedrijven die voor bewoners werkzaamheden verrichten. Deze bedrijven dienen gebruik te maken van de bedrijfsvergunningen van beperkte duur als bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 8 van dit besluit.

    • 7.

      De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de dagvergunningen als bedoeld in artikel 7, zesde lid van de Parkeerverordening 2010.

Artikel 8 Bedrijfsvergunningen voor beperkte duur

1.Voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 7 eerste lid van de Parkeerverordening 2010 kan aan de aanvrager een dagvergunning voor bedrijven worden verleend, als wordt voldaan aan de voorwaarden, zoals vastgesteld in het genoemde lid.

2.Voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 7 derde lid van de Parkeerverordening 2010 kan aan de aanvrager een maandvergunning voor bedrijven worden verleend, als wordt voldaan aan de voorwaarden, zoals vastgesteld in het genoemde lid.

3.De dag- en maandvergunning zijn geldig op belanghebbenden- en parkeerapparatuurplaatsen met een maximale parkeerduur van meer dan 1 uur.

4.De maandvergunning wordt uitgegeven voor een vooraf bepaalde locatie.

5.De maandvergunning kan worden verstrekt aan bedrijven die zowel binnen als buiten Amersfoort zijn gelegen.

PAR. 6 HARDHEIDSCLAUSULE

Artikel 9 Hardheidsclausule

In die gevallen waarin het consequent toepassen van het bepaalde in paragraaf 2, 3, 4 en 5 leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), kan het college afwijken van de in dit besluit gestelde voorwaarden.

PAR. 7 PROCEDURE VERLENGING, UITGIFTE OF INTREKKING VAN VERGUNNINGEN

  • Artikel 10 Verlenging van vergunningen

    • 1.

      Alle eerste bewonersvergunningen, bedrijfsvergunningen, artsenvergunningen en deelautovergunningen worden automatisch verlengd, tenzij de criteria voor uitgifte van de vergunning gewijzigd zijn.

    • 2.

      De automatische verlenging van de vergunningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel geschiedt onder de opschortende voorwaarde dat de betaling van het verschuldigde bedrag ontvangen is binnen de termijn, zoals aangegeven in het besluit tot verlenging.

  • Artikel 11 Uitgifte van vergunningen

    • 1.

      Als de aanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen of regels, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze binnen een termijn van ten hoogste twee weken, nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

    • 2.

      Als de aanvrager van de in het vorige lid bedoelde gelegenheid onvoldoende of geen gebruik maakt, verklaart het orgaan hem in zijn aanvraag niet ontvankelijk. Van deze beslissing doet het bevoegde orgaan zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder terugzending van de ingediende bescheiden.

  • Artikel 12 Intrekken of vervanging van vergunningen

    • 1.

      Als een verleende vergunning oneigenlijk wordt gebruikt, kan deze vergunning worden ingetrokken. Wanneer een parkeervergunning is ingetrokken wordt een aanvraag voor een nieuwe parkeervergunning pas behandeld na afloop van het kalenderjaar waarvoor de ingetrokken vergunning was verleend.

    • 2.

      Als een verleende dag- of maandvergunning oneigenlijk wordt gebruikt, kan deze vergunning worden ingetrokken. Wanneer een dag- of maandvergunning is ingetrokken, worden aanvragen voor een nieuwe dag- of maandvergunning pas behandeld na afloop van het lopende kalenderjaar.

    • 3.

      Ingeval van diefstal of vermissing van de vergunning moet hiervan aangifte worden gedaan en kan een nieuwe vergunning worden verleend, tegen betaling van de vastgestelde legeskosten.

PAR. 8 SLOTBEPALINGEN

  • Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

    • 1.

      Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

    • 2.

      De in dit besluit genoemde criteria zijn van toepassing vanaf 1 januari 2010.

    • 3.

      Het ‘Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2009 van 25 november 2008, komt met ingang van 1 januari 2010 te vervallen, met dien verstande dat alle voor 1 januari 2010 verleende eerste bewonersvergunningen, bedrijfsvergunningen, artsenvergunningen, thuiszorgvergunningen en deelautovergunningen worden geacht krachtens dit besluit te zijn toegekend.

    • 4.

      Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2010’.

 

 

Vastgesteld in de vergadering van 10 november 2009.

 

 

De secretaris, De burgemeester,

 

 

PUBLICATIEDATUM: 2 december 2009