Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
- 2.
commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht;
- 3.
voorzitter: de voorzitter van de commissie;
- 4.
lid – rapporteur: een lid van de commissie, niet zijnde een
raadslid, die (mede) – leiding geeft aan het begeleiden van een
onderzoek.
- 5.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Papendrecht.
Artikel 2 Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een commissie, die wordt aangeduid als de
rekenkamercommissie.
- 2.
De commissie bestaat uit een voorzitter en vier leden.
Artikel 3 Benoeming leden
- 1.
De raad benoemt de voorzitter en twee leden van de rekenkamercommissie
uit externen en twee leden uit zijn midden, te weten één uit de
coalitiepartijen en één uit de oppositiepartijen.
- 2.
De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn, worden
voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.
- 3.
De voorzitter en de leden die geen deel uitmaken van de raad worden
benoemd tot 1 januari 2008.
- 4.
De voorzitter en de leden die geen deel uitmaken van de raad kunnen voor
maximaal drie perioden van vier jaren worden benoemd.
- 5.
De periode zoals genoemd onder lid 3 moet worden beschouwd als de eerste
periode van vier jaren.
Artikel 4 Taken voorzitter
- 1.
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van
de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de
uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige
besluitvorming.
- 2.
De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers, met
de onderzoeksbegeleider en met het secretariaat.
- 3.
Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid
op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode
zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.
Artikel 5 Eed of gelofte
Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Ontslag en non-activiteit
- 1.
De raad ontslaat de voorzitter, de leden en plaatsvervangende leden of
stelt hen op non-activiteit.
- 2.
Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:
- a.
- b.
indien het lid aftreedt als lid van de raad;
- c.
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt
is de functie van de commissie te vervullen.
- 3.
Het lidmaatschap van de voorzitter of een extern lid eindigt:
- a.
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de commissie.
- c.
wanneer de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel
bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden
rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld.
- 4.
De voorzitter en de externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door
de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend
ongeschikt zijn hun functie te vervullen.
Artikel 7 Ambtelijk secretaris en onderzoeksbegeleiding
- 1.
Het secretariaat van de commissie berust bij de raadsgriffier.
- 2.
De raadsgriffier draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging
en de archivering.
- 3.
De begeleiding van een onderzoek kan worden opgedragen aan een lid -
rapporteur.
- 4.
De raadsgriffier staat de commissie bij de uitvoering van haar taken
terzijde.
- 5.
De raadsgriffier legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie
over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.
Artikel 8 Reglement van orde
- 1.
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en
andere werkzaamheden vast.
- 2.
De commissie zendt de missie, haar werkwijze en het reglement van orde
onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de
probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie
ter kennisneming aan de raad verstuurd.
- 3.
De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen
van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen zes weken in
hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan een
verzoek voldoet, zal zij dat motiveren.
Artikel 10 Werkwijze
- 1.
De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering en
sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde
onderzoeksopzet.
- 2.
De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te
informeren.
- 3.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij
alle ambtenaren en bij besturen van door de gemeente gesubsidieerde
instellingen en verbonden partijen de mondelinge en schriftelijke
inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de
onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de
gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de
commissie gestelde termijn te verstrekken.
- 4.
De commissie vergadert zoveel als zij dat nodig acht, ter bespreking van
procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.
- 5.
De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op
grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van
Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of
gedeelten daarvan als geheim aanmerken.
- 6.
De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.
- 7.
Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming
van het beschikbare budget, externe personen of bureaus
inschakelen.
- 8.
De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door
haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun
zienswijze op de nota van bevindingen en op het concept - rapport aan de
commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering
(mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt
verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
- 9.
Na vaststelling door de commissie worden het eindrapport met conclusies
en aanbevelingen, alsmede de in lid 8 van dit artikel bedoelde
zienswijzen van betrokkenen zo spoedig mogelijk ter kennisname aan de
raad aangeboden, onder toezending van een afschrift aan het college en
de betrokkenen.
Artikel 11 Budget
- 1.
De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de Programmabegroting
beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de
uitvoering van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten
gebracht van:
a. de (onkosten-)vergoedingen;
b. externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn
ingeschakeld;
c. de kosten van ambtelijke ondersteuning;
d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de
uitoefening van haar taak.
- 3.
De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend
verantwoording verschuldigd aan de raad.
Artikel 12 Intrekking oude regelingen
Ingetrokken worden:
- a.
De Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente
Papendrecht, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 2004,
nummer 004/2004;
- b.
De 1e wijziging van de Verordening op de
rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht, vastgesteld bij
raadsbesluit van 27 januari 2005, nummer 001/2005.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie
gemeente Papendrecht.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.