Organisatie | Gennep |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Gennep |
Citeertitel | Controleverordening gemeente Gennep |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | controle financiën |
Deze verordening vervangt de verordening ex artikel 213 Gemeentewet vastgesteld d.d. 15-11-2003.
Deze verordening is ingetrokken bij besluit van de raad van 29 maart 2016
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2012 | 01-01-2012 | 21-04-2016 | nieuwe regeling | 22-11-2011 Gemeenteblad, nr. 2012-04 | 2011/5256 |
De gemeenteraad van de gemeente Gennep:
gelet op het besluit van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 13 september 2011 en 1 november 2011;
gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 26 september 2011;
gehoord de commissie Bestuur en Organisatie d.d. 10 oktober 2011;
gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole gemeenten;
B: Vast te stellen de verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Gennep.
In deze verordening wordt verstaan onder:
accountant: een door de Raad benoemde:
- accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of
- organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken,
accountantscontrole: de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de Raad benoemde accountant van:
- het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;
- het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;
- het in overeenstemming zijn van de door het College opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 Gemeentewet;
- de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
De Raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:
a. de toe te passen goedkeuringstoleranties en afwijkende rapporteringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;
b. de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);
c. de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;
d. de eventueel aanvullend uit te voeren controles,
e. de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering; 1. en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:
f. de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;
g. de gemeentelijke producten en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.
In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan de Raad in het programma van eisen opnemen, dat de Raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de gemeentelijke producten en de gemeentelijke organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiging uit) de Raad (het auditcomité), de portefeuillehouder financiën, het afdelingshoofd bedrijfsvoering en de concerncontroller. In dit overleg wordt jaarlijks het verloop van de accountantscontrole geëvalueerd. (Een vertegenwoordiger van) De rekenkamercommissie wordt voor dit overleg uitgenodigd.
Artikel 5. Toegang tot informatie
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het College draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.
Het College draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
Het College kan de door de Raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het College informeert het auditcomité vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten voor zover deze werkzaamheden niet voortvloeien uit wettelijke taken en/of subsidievoorwaarden.
Het College draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het College is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de Raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
Het College draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het College bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de Raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de Raad en zendt een afschrift hiervan aan het College. De accountant treedt onverwijld in overleg met het College en/of de Raad al naar gelang de aard van de afwijkingen.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang, in een zogenoemde managementletter aan de gemeentesecretaris en de concerncontroller. Overige constateringen van niet bestuurlijk of concernbelang worden gemeld aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de afdeling waar de ambtenaar werkzaam is, de gemeentesecretaris en de concerncontroller dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.