Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- b.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt
gegeven;
- c.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of
inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk
beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder
vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij
het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid
heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de
Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van
de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen
in de samenleving.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure, vermeld in de artikelen 3:10 tot en met
3:16 van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing, met dien verstande dat:
- a.
de termijn, genoemd in artikel 3:16 lid 1 vier weken
bedraagt;
- b.
de inspraakgerechtigden hun zienswijze schriftelijk naar voren
kunnen brengen.
- 2.
Het bestuursorgaan kan per beleidsvoornemen gemotiveerd bepalen dat een
andere inspraakprocedure geldt. Dit besluit wordt vooraf
gepubliceerd.
Artikel 5 Besluitvorming
- 1.
Ter afronding van de inspraak vindt besluitvorming plaats door het
bestuursorgaan.
- 2.
Deze besluitvorming bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak naar
voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed
wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van
het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
- 3.
Het bestuursorgaan maakt deze besluitvorming op de gebruikelijke wijze
openbaar.
- 4.
De burgemeester maakt melding van deze besluitvorming in zijn
burgerjaarverslag.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
De Inspraakverordeningen d.d. 26 januari 1995 en 12 april 2000 worden
ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in
werking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2004