Organisatie | Gennep |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening organisatie financieel beleid en beheer gemeente Gennep |
Citeertitel | Financiele verordening gemeente Gennep |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financieel beleid |
Deze verordening vervangt de verordening ex artikel 212 Gemeentewet vastgesteld d.d. 15-11-2003.
Deze verordening is ingetrokken bij besluit van de raad van 29 maart 2016
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2012 | 01-01-2012 | 21-04-2016 | nieuwe regeling | 22-11-2011 Gemeenteblad, nr. 2012-04 | 2011/4237 |
De gemeenteraad van de gemeente Gennep:
gelet op het besluit van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 13 september 2011 en 1 november 2011;
gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 26 september 2011;
gehoord de commissie Bestuur en Organisatie d.d. 10 oktober 2011;
A. vast te stellen de geactualiseerde 'Verordening organisatie financieel beleid en beheer gemeente Gennep'.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het College.
b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Gennep en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
De Raad stelt op voorstel van het College per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten (prestatie-indicatoren) en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid (effect-indicatoren).
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 4. Kaders ontwerpbegroting
Het College biedt jaarlijks aan de Raad een voorstel aan voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming, met daarin een actualisatie van het lopende begrotingsjaar en de kaders voor het volgende begrotingsjaar. Tevens wordt de Voorjaarsnota aangeboden met daarin de beleidsvoornemens voor komend jaar.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Het College informeert in ieder geval vooraf de Raad en neemt pas een besluit, nadat de Raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het College te brengen voor zover het betreft niet passend binnen de bij de programmabegroting vastgestelde budgetten inzake:
a. investeringen groter dan € 100.000,=.
b. aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 100.000,=.
c. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 10.000,=.
d. het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 10.000,= .
Beleidsvoorstellen gedurende het begrotingsjaar met financiële gevolgen zijn voorzien van een begrotingswijziging, waardoor de begroting in evenwicht blijft. Besluiten tot wijziging van de vastgestelde begroting kunnen tot uiterlijk bij de vaststelling van de jaarrekening over het betreffende begrotingsjaar worden genomen.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
Het College informeert de Raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de lopende begroting van de gemeente over de eerste vier en de eerste acht maanden van het begrotingsjaar. Deze tussentijdse rapportages worden tegelijk met de nota zoals omschreven in artikel 4 voor het komende begrotingsjaar resp. met de begroting van het komende begrotingsjaar aangeboden aan de Raad.
De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:
a. de baten en lasten per programma;
b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;
c. het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;
d. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;
e. het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d, alsmede een realisatie en raming van de productenrealisatie en de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.
Artikel 7. Jaarlijkse verantwoording
Het College legt verantwoording af over de uitvoering van de programma's. In de verantwoording, die is opgebouwd uit een beleidsmatig (programma- en paragraafverantwoording) en een financieel deel (balans, staat van baten en lasten en toelichting), geeft het College aan:
- hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen;
Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa
Het College biedt eenmaal per vier jaar een nota afschrijvingsbeleid aan. De Raad stelt de nota vast.
Artikel 10. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Artikel 12. Financieringsfunctie
Het College zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor: a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de Raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;
b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;
c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;
d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
4. Financieel beheer en interne controle
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;
c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;
d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Het College zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het College maatregelen tot herstel.
Artikel 18. Financiële organisatie
Het College zorgt voor en legt vast:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;
e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.