Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2012 |
Citeertitel | Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2012 |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005.
Aanvragen die zijn gedaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden beoordeeld aan de hand van de beleidsregels uit 2005. Voor vergunninghouders die gedurende een jaar of langer een standplaats innemen in strijd met de beleidsregels geldt een overgangstermijn van een half jaar.
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2012 | nieuwe regeling | 27-03-2012 Gemeenteblad Westland, 26-04-2012 | Gbw 2012, 19 |
Het college van burgemeester en wethouders van Westland,
. het op grond van artikel 5:18 de Algemene Plaatselijke Verordening Westland 2010 (APV) verboden is om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben;
. het een bevoegdheid voor het college is om op de in artikel 1:8 APV en artikel 5:18 APV genoemde gronden een aanvraag om vergunning te weigeren;
. een harmonisering en actualisering van de geldende beleidsregels wenselijk is;
. het met het oog op de rechtszekerheid en zorgvuldigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen.
Bij aanvragen om standplaatsvergunning past het college de weigeringsgronden als in artikel 1:8 APV (algemeen) en artikel 5:18 APV (bijzonder) als volgt toe.
Door een standplaats komt het redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in het gedrang als inname van de standplaats naar alle waarschijnlijk leidt tot sluiting van winkels, omdat daar dezelfde producten als in de standplaats worden verkocht. Daarbij moet het gaan om winkels die producten verkopen die niet door andere winkels in de omgeving worden verkocht en door de verkoop van betreffend producten in een standplaats hun bestaansrecht verliezen. Van belang daarbij mede is het aantal dagen dat de standplaats wordt ingenomen.
Het college heeft op basis van de in artikel 1 genoemde uitleg van de weigeringsgronden locatieonderzoek toegepast in de gemeente Westland. Op basis van dit onderzoek is er een lijst (bijlage I) vastgesteld van de locaties die in aanmerking komen voor het innemen van vaste standplaatsen, omdat er geen strijdigheid is met de genoemde weigeringsgronden (en de daaraan verbonden uitleg).
De onder 1 en 2a vermelde bepalingen gelden niet voor incidenteel ingenomen standplaatsen. Van het incidenteel innemen van een standplaats is sprake als een vergunning wordt aangevraagd voor een vooraf bepaalde beperkte duur van maximaal drie maanden per jaar op één of meerdere dagen in de week op een bepaalde locatie. In deze gevallen toetst het college de door de aanvrager gewenste locatie direct aan de weigeringsgronden in de APV.