Organisatie | Bunnik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffing 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2010 | Nieuwe wijziging | 04-12-2008 Nieuwsbode, 10-12-2008 | Onbekend |
De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2008, nr. 08- A t/m H;
gelet op artikel 229,eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
"Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009".
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, met uitzondering van grof bedrijfsafval waaronder wordt verstaan: afvalstoffen welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt per belastingjaar per perceel:
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien in de loop van het belastingjaar de leefomstandigheden wijzigen van een belastingplichtige, die is aangeslagen voor een meerpersoonshuishouden als bedoeld in artikel 5, onder b, waardoor de belastingplicht dient te worden gebaseerd op een eenpersoonshuishouden als bedoeld in artikel 5, onder a, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het verschil tussen het tarief voor een meerpersoonshuishouden en het tarief voor een eenpersoonshuishouden ais er in dat jaar, na de wijziging in de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 200,- doch minder is dan € 2.500,-, en, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in acht termijnen, waarvan zeven gelijke termijnen en een achtste termijn waarin de compensatiebetaling plaats zal hebben. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor door het gemeentebestuur beschikbaar stellen, het gebruik dan wei ledigen van (een) door de gemeente verstrekte container(s) voor bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan we! ten behoeve van wie de dienst wordt verricht.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten bedragen € 241,20 per container per belastingjaar, te verhogen met de wettelijk verschuldigde omzetbelasting.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 200,-doch minder is dan € 2.500,- en, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in acht termijnen, waarvan zeven gelijke termijnen en een achtste termijn waarin de compensatiebetaling plaats zal hebben. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Indien door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening door te besluiten, geheel of gedeeltelijk, geen afvalstoffenheffing op te leggen dan wel geen reinigingsrechten te heffen.