Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reïntegratieverordening |
Citeertitel | Reïntegratieverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling. | 27-03-2012 De Staphorster, 17-04-2012 | 12-6997 |
De raad van de gemeente Staphorst;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. datum 14 februari 2012;
overwegende dat de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2005 aanpassing behoeft;
Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de Wet werk en bijstand artikel 8, lid 1, sub a, artikel 7, lid 1, sub a, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, artikelen 34 en 35 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikelen 34 en 35.
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids-ongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. De wet: de Wet werk en bijstand;
b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst;
c. ondersteuning: het geheel van activiteiten, al dan niet onderdeel uitmakend van een volledig traject of plan van aanpak en opgenomen in een door de gemeente opgesteld trajectplan of plan van aanpak, dat bijdraagt aan de bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt dan wel aan het leveren van een tegenprestatie voor de uitkering, met activiteiten wordt in dit verband hetzelfde als instrumenten bedoeld;
d. tegenprestatie:onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, welke worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
e. Algemeen geaccepteerde arbeid : alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;
f. voorliggende voorziening: de voorziening als bedoeld in artikel 5, sub e, WWB;
g. aanvrager: de personen in de leeftijd van 18 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, genoemd in artikel 10, lid 1 en lid 2, WWB onderscheidenlijk artikel 5, lid 1, Ioaw en artikel 5, lid 1, Ioaz;
h. Nugger: niet uitkeringsgerechtigde, jonger dan 65 jaar, zonder eigen inkomen dan wel met uitsluitend een inkomen uit de Algemene nabestaanden wet (Anw) of alimentatie
i. arbeidsovereenkomst: een overeenkomst conform artikel 7: 610 van het Burgerlijk Wetboek;
j. bijstandsnorm: de norm als bedoeld in artikel 5, onder c, WWB;
k. grondslag: de bedragen als bedoeld in artikel 5, lid 3, Ioaw dan wel artikel 5, lid 5, Ioaz;
l. startkwalificatie: een afgeronde opleiding op MBO 2-niveau dan wel HAVO- of VWO-niveau.
Hoofdstuk 2 Opdracht aan het college
Artikel 4 Verplichtingen belanghebbende
Bij de reïntegratie van niet uitkeringsgerechtigden gelden de volgende eisen:
a. de aanvrager dient zich voor minimaal 20 uur per week beschikbaar te stellen voor algemeen geaccepteerde arbeid;
b. de noodzaak voor ondersteuning dient aanwezig te zijn en wordt door het college vastgesteld;
c. de ondersteuning dient te allen tijde gericht te zijn op uitstroom;
d. de aanvrager is verplicht ingeschreven te staan als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf.
Hoofdstuk 3 De vorm van de ondersteuning
Uitkeringsgerechtigden waarvan is vastgesteld, dat zij door medische, sociale of psychische belemmeringen geen dan wel voorlopig geen realistisch perspectief hebben om arbeid in welke vorm dan ook te verrichten, kan door het college de verplichting worden opgelegd naar vermogen een tegenprestatie te leveren.
Ten aanzien van het aanbieden van scholing en/of opleiding als vorm van ondersteuning bedoeld in artikel 7 gelden de volgende regels:
a. de scholing / opleiding moet noodzakelijk zijn voor het slagen van het traject of plan van aanpak;
b. de scholing / opleiding kan alleen ingezet worden als dit de kortste weg is naar algemeen geaccepteerde arbeid;
c. de scholing / opleiding dient bij voorkeur te worden ingezet voor het alsnog behalen van een startkwalificatie.
Hoofdstuk 4 Eigen bijdragen, subsidies en premies
De niet-uitkeringsgerechtigde die, al dan niet tezamen met een partner, een inkomen heeft hoger dan 110% van de voor zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht. Voor de eerste € 2.500,- bedraagt de eigen bijdrage 50%. Voor het meerdere (boven de € 2500,-) wordt er 25% van de trajectkosten berekend.
De niet-uitkeringsgerechtigde die een vermogen heeft dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens voor bijstandsgerechtigden, komt niet in aanmerking voor ondersteuning door de gemeente. Tenzij het vermogen enkel uit onroerend goed bestaat en de niet-uitkeringsgerechtigde zijn onroerend goed verkoopt om maandelijks een inkomen rond bijstandsniveau te verwerven.