Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidieverstrekking Schoon vervoer |
Citeertitel | Beleidsregel subsidieverstrekking Schoon vervoer |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | subsidie |
Geen
artikel 4:81 Algemene wet Bestuursrecht
artikel 3, tweede lid Algemene Subsidieverordening 2008
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-05-2012 | 31-12-2012 | nieuwe regeling | 17-04-2012 Gemeenteblad van Utrecht 2012, nr. 25 | Besluit college van B&W van 17 april 2012 |
Beleidsregel subsidieverstrekking Schoon vervoer
(collegebesluit van 27 maart 2012)
Burgemeester en wethouders van Utrecht;
overwegende dat zij krachtens de Algemene Subsidieverordening 2008 (ASV 2008) bevoegd zijn tot verstrekking van subsidies;
dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies met betrekking tot activiteiten die schoon vervoer bevorderen;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht en op artikel 3, tweede lid van de Algemene Subsidie-verordening 2008;
BELEIDSREGEL subsidieverstrekking stimulering schoon vervoer
Schoon vervoer: Alle vormen van niet-gemotoriseerd vervoer en vormen van gemotoriseerd vervoer die voldoen aan minimaal de EURO 6/VI norm.
Artikel 1.2 Doel van de subsidie
Bijdragen aan de doelstelling van zo schoon mogelijk vervoer.
Zo min mogelijk kilometers met gemotoriseerd vervoer in de stad en als dat toch gebeurt, zo schoon mogelijk:
Artikel 1.4 Vaststelling en reservering budget
Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de ASV 2008 geldt op grond van artikel 4 van de ASV 2008 het subsidieplafond per deelbudget stimulering schoon vervoer zoals per subsidie en per periode vermeld in de volgende hoofdstukken.
Indien in een periode niet het volledige budget aan subsidie is toegekend, dan wordt dit budget toegevoegd aan het beschikbare budget voor de daaropvolgende periode zoals per subsidie bepaald in de volgende hoofdstukken tenzij het college hierover binnen een maand na afloop van de periode een ander besluit hierover neemt.
Artikel 1.5 Volgorde Subsidieverlening
Subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen.
Artikel 1.8 Subsidievoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor één subsidie op grond van deze beleidsregel geldt voor bedrijven of bewoners dat moet worden voldaan aan de voorwaarden voor subsidieverlening zoals per subsidie vermeld in de volgende hoofdstukken.
Het college verstrekt geen voorschotten in het kader van de uitvoering van deze beleidsregel, met uitzondering van de regelingen waarbij dit expliciet wordt vermeld. De financiële bijdrage wordt verstrekt na vaststelling van de subsidie.
De gereedmelding van de activiteit of het werk waarvoor subsidie is toegekend moet plaatsvinden binnen één jaar na het besluit tot verlening van de subsidie, met uitzondering van de regelingen waarbij expliciet een andere termijn wordt vermeld.
De inzending van de factuur en overig vereist bewijsmateriaal wordt beschouwd als datum gereedmelding van de activiteit of het werk en het verzoek tot vaststelling van de subsidie.
Hoofdstuk 2 Elektrisch Vervoer
Paragraaf 2.2 Stimulering initiatieven gebruik elektrisch vervoer
De subsidieregeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven of instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht en aannemelijk kunnen maken hun initiatief te richten op Utrechtse klanten, gebruikers en zakenpartners en inwoners van Utrecht.
Een bedrijf of instelling dat/ die subsidie ontvangt in het kader van de stimuleringsregeling initiatief gebruik elektrisch vervoer komt datzelfde jaar niet in aanmerking voor een subsidie in de categorie e-scooterregeling veelgebruikers (zie paragraaf 2.3)
Conform artikel 7, derde lid van de Algemene Subsidieverordening 2008 kan op basis van deze beleidsregel subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met het oogmerk tot het maken van winst.
Artikel 2.2.2 Subsidieplafond initiatieven gebruik elektrisch vervoer
Voor initiatieven gebruik elektrisch vervoer geldt in 2012 een subsidieplafond van EUR 400.000,00. Er is subsidie beschikbaar op twee thema's:
Samenwerkingsinitiatieven gebruik elektrisch vervoer
Per nieuw samenwerkingsinitiatief van een bedrijf of instelling is maximaal EUR 5.000,00 (per aangeschaft voertuig) beschikbaar voor stimulering van het daadwerkelijk gebruik van het aangekochte elektrische voertuig met een maximum van EUR 35.000,00 subsidie per initiatief.
De subsidie is bestemd voor een bijdrage aan samenwerkingsinitiatieven die zijn gericht op het gebruik van het voertuig/de voertuigen.
De subsidie is niet bestemd voor het (co)financieren van de aanschaf van een of meer elektrische voertuigen.
Promotie gebruik elektrisch vervoer
Voor promotie of communicatie in het kader van dit initiatief is maximaal EUR 5.000,00 beschikbaar.
De subsidie is bestemd voor een bijdrage in de promotie bij initiatieven die erop zijn gericht het gebruik van het voertuig/de voertuigen te vergroten.
De subsidie is niet bestemd voor het (co)financieren van de aanschaf van een of meer elektrische voertuigen.
In totaal is dus per aanvraag maximaal EUR 40.000,00 subsidie beschikbaar.
Artikel 2.2.3 Subsidieverplichtingen
Daadwerkelijk aanschaffen voertuig(en) Alleen initiatieven die gepaard gaan met de daadwerkelijke, gegarandeerde, aanschaf/lease of het bezit/de lease van elektrische voertuigen binnen drie maanden na verzending van de subsidiebeschikking kunnen aanspraak maken op ondersteuning door de gemeente Utrecht.
Eigen investering/cofinanciering De initiatiefnemer(s) dient/dienen zelf een minimaal even groot bedrag te investeren vanuit eigen middelen (geen stapeling van subsidies) in het kader van het initiatief gebruik elektrisch vervoer. Kosten voor aanschaffing van het voertuig/de voertuigen kunnen binnen deze subsidieverplichting niet worden opgevoerd als eigen investering/cofinanciering.
Paragraaf 2.3 E-scooterregeling veelgebruikers
doelgroep: de subsidieregeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht en de scooters dagelijks en frequent gebruiken voor het bereiken of bedienen van Utrechtse klanten, gebruikers en zakenpartners. Een bedrijf of instelling dat/ die subsidie ontvangt in het kader van de e-scooterregeling veelgebruikers komt datzelfde jaar niet in aanmerking voor een subsidie in de categorie stimuleringsregeling initiatief gebruik elektrisch vervoer (zie paragraaf 2.2) Conform artikel 7, derde lid 3 van de ASV 2008 kan op basis van deze beleidsregel subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met het oogmerk tot het maken van winst.
Artikel 2.3.2 Subsidieplafond e-scooterregeling
Voor de e-scooterregeling geldt een subsidieplafond voor 2012 van EUR 150.000,00.
De totale bijdrage vanuit de gemeente bedraagt maximaal EUR 1.500,00 (3 jaar x EUR 500,00) per e-scooter voor een leaseperiode van minimaal drie jaar met een maximum van EUR 50.000,00 per bedrijf.
Paragraaf 2.4 Opladen op semiopenbaar terrein
De subsidieregeling is gericht op alle Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente Utrecht met een bijbehorend parkeerterrein in particulier eigendom met minimaal drie parkeerplekken.
Artikel 2.4.2 Subsidieplafond oplaadpunten semiopenbaar terrein.
Voor oplaadpunten op semiopenbaar terrein geldt een subsidieplafond van EUR 80.000,00 in 2012.
Een bedrijf of instelling ontvangt per adres maximaal EUR 2.000,00 subsidie voor installatie van het eerste oplaadpunt na de datum van aanvraag van subsidie en EUR 1.000,00 per extra oplaadpunt.
Na twee jaar gebruik krijgt de betreffende organisatie maximaal EUR 500,00 extra subsidie als het oplaadpunt/ de oplaadpunten groene stroom levert/ leveren.
Voor de bijdrage geldt in 2012 een maximum van EUR 5.000,00 per adres.
Artikel 2.4.3 Subsidieverplichtingen
Daadwerkelijke beschikbaarheid oplaadpunt(en) gedurende openingstijden Het bedrijf of de instelling dient er voor te zorgen dat de oplaadpunten zoveel als mogelijk openbaar toegankelijk zijn voor bezoekers gedurende openingstijden en niet in gebruik zijn door (eventuele) eigen elektrische voertuigen.
Paragraaf 2.5 Veilig opladen op privaat terrein
De subsidieregeling is gericht op bewoners van Utrecht en op Utrechtse bedrijven en instellingen die als zodanig geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel in Utrecht en beschikken over een vestiging binnen de gemeente en niet beschikken over mogelijkheden om op eigen terrein voertuigen te parkeren en op te laden.
Artikel 2.5.2 Subsidieplafond veilig opladen op privaat terrein
Voor veilig opladen op privaat terrein geldt een subsidieplafond van EUR 25.000,00 in 2012.
Een bedrijf, instelling of bewoner ontvangt per adres maximaal EUR 500,00 subsidie voor installatie van een veilig oplaadpunt. Er geldt een maximum van drie oplaadpunten per adres.
Hoofdstuk 3 Algemene en bijzondere bepalingen
Artikel 3.1 Subsidieplafond Overige categorieën en jaren na 2012
Voor de jaren na 2012 en voor categorieën schoon vervoer waarvoor in deze beleidsregel geen subsidieplafond is opgenomen, geldt het subsidieplafond uit de subsidiestaat bij de begroting of indien hier geen bedrag is opgenomen het subsidieplafond nul euro.
Artikel 3.2 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de in deze beleidsregel genoemde getallen binnen een marge van 10 % af te wijken, indien dat in een bijzonder geval in het belang van zowel de aanvrager als de doelstelling schoon vervoer is en er geen dringende redenen zijn voor het aanhouden van de in deze beleidsregel genoemde getallen.
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de betreffende raadscommissie die tot taak heeft het college daaromtrent te adviseren, in bijzondere gevallen, waarin toepassing van het bepaalde in het eerste lid ontoereikend zou zijn voor verstrekking van een bijdrage, in het belang van de doelstelling schoonvervoer en de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel.
BIJLAGE BEHORENDE BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2012, NR. 25
Artikelgewijze toelichting bij hoofdstuk 1
Een groot deel van de organisaties die nu actief is in de aanschaf en het gebruik van elektrisch vervoer zijn bedrijven. Om deze groep niet uit te sluiten en het gebruik van elektrische voertuigen daadwerkelijk te kunnen stimuleren zijn deze regelingen, mits anders vermeld, ook gericht op bedrijven.
De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Wanneer een aanvraag voldoet aan de criteria kan direct subsidie worden verleend, zonder te wachten tot andere aanvragen binnen zijn. Gelet op het innovatieve karakter van het elektrisch vervoer is dit van belang.
De subsidieverordening maakt het mogelijk om voorschotten te verstrekken. In de voorgestelde beleidsregel gaat het om relatief kleine bedragen en is het de bedoeling om dit met zo min mogelijk administratieve handelingen mogelijk te maken. Door de subsidie pas na gereedmelding en vaststelling daadwerkelijk over te maken is daarnaast een garantie ingebouwd dat de prestatie daadwerkelijk is geleverd.
Artikelgewijze toelichting bij hoofdstuk 2
Paragraaf 2.1 Elektrisch vervoer algemeen
Het college beschouwt de aanschaffing van elektrisch voertuigen door particulieren en organisaties in eerste instantie als een zaak van de 'markt'. Het college heeft de overtuiging dat een succesvolle marktontwikkeling van elektrische auto's alleen mogelijk is als de 'markt' in staat is elektrische voertuigen aan te bieden die qua prijs aansluiten bij de wensen van de klant. Een subsidie op aanschaf kan op korte termijn lokaal zorgen voor de aanschaf van meer elektrische voertuigen maar verstoort op langere termijn de marktontwikkeling.
Paragraaf 2.2 Stimulering initiatieven gebruik elektrisch vervoer
De gemeente Utrecht stimuleert initiatieven op het gebied van elektrisch vervoer op de volgende thema's:
1.Samenwerking met andere bedrijven of bewoners ter bevordering van gebruik elektrische voertuigen
De gemeente stimuleert het gebruik van in bezit zijnde en/of aan te schaffen dan wel te leasen elektrische voertuigen door particulieren en bedrijven in Utrecht. Via deze maatregel ondersteunt de gemeente initiatieven die het vaker en door meer organisaties en particulieren gebruiken van elektrische voertuigen tot doelstelling hebben; bijvoorbeeld:
NB. De gemeente geeft in het kader van deze regeling geen bijdrage in de kosten voor aanschaf of lease van elektrische voertuigen .
2.Promotie/communicatie in het kader van het initiatief gericht op organisaties in en bewoners van Utrecht
De promotie en communicatie die deel uit maakt van het initiatief draagt bij aan de kennis over en vertrouwdheid met elektrisch vervoer bij bedrijfsleven en publiek en de acceptatie van deze vorm van vervoer; bijvoorbeeld door:
Aansluitend op het in deze artikelgewijze toelichting bij 2.1.2 beschrevene geeft de gemeente geen subsidie voor de aanschaf van elektrische auto's. Ook voor het gedeelte van de investering dat in het kader van het initiatief uit eigen middelen wordt gefinancierd mag de aanschaf van elektrische voertuigen niet gelden als cofinanciering uit eigen middelen.
Uitvoering van het initiatief binnen een jaar na toekenning subsidie zorgt ervoor dat tijdig kan worden bepaald welk deel van het subsidiebudget is verleend en welk deel terugvloeit naar het beschikbaar budget en dus voor een ander initiatief kan worden ingezet.
Artikel 2.2.3 Rapportageverplichtingen aanvragers
De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk:
-het aankoopbewijs of leasecontract van een of meer aan het initiatief gerelateerde elektrische voertuigen
Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIETOEKENNING)
Stap 2a: De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het aanvraagformulier en bijgevoegd bewijsstuk voldoen aan de voor de regeling gestelde voorwaarden.
Stap 2b: De gemeente informeert de initiatiefnemer in beschikking over het al dan niet toekennen van de subsidie.
Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)
Stap 3a: Binnen een jaar na datum beschikking dient de initiatiefnemer via een bijbehorend formulier een gereedmelding te doen om de toegekende bijdrage te declareren door het leveren van de volgende bewijsstukken:
Stap 3b: De gemeente informeert de initiatiefnemer over het al dan niet vaststellen/ uitkeren van de subsidie.
Paragraaf 2.3 E-scooterregeling veelgebruikers
Bij de overstap van een zakelijke veelgebruiker naar e-scooters zijn een aantal partijen betrokken. De daadwerkelijke beschikbaarheid van het toegekende subsidiebudget bij aanvang van dit traject is noodzakelijk bij opzetten van een succesvolle samenwerking tussen deze partijen. Naar aanleiding van dit argument is gekozen om voor deze regeling wel een voorschot te verlenen. Hiermee wordt afgeweken van het in artikel 1.9 beschrevene ten aanzien van het niet verlenen van voorschotten.
Een full operational leaseconstructie voor tenminste drie jaar (36 maanden) heeft de volgende voordelen voor betrokken partijen:
Artikel 2.3.3 Rapportageverplichtingen aanvragers
De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk:
-kopie van full operational leasecontract voor een of meer elektrische scooters voor minimaal drie jaar.
Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIEVERLENING)
Stap 2a: De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het aanvraagformulier en bijgevoegd bewijsstuk voldoen aan de voor de regeling gestelde verplichtingen.
Na goedkeuring van de aanvraag stelt de gemeente subsidie voor de volledige drie jaar van het leasecontract (twaalf maanden) beschikbaar.
Stap 2b: De gemeente informeert de initiatiefnemer in beschikking over het al dan niet toekennen en uitkeren van de subsidie.
Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)
Jaarlijks aan het begin van het jaar (te beginnen in januari 2013 over 2012) tot het einde van de looptijd van het leasecontract dient de aanvrager via een bijbehorend formulier een tussenrapportage aan te leveren. Tegelijkertijd vindt in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar monitoring van de verplichtingen plaats over het afgelopen kalenderjaar op basis van het volgende bewijsstuk:
-leasejaaroverzichten voor de bij het initiatief betrokken e-scooters.
Niet nakomen van de afgesproken verplichtingen kan er toe leiden dat de gemeente de uitgekeerde subsidie voor het betreffende jaar (EUR 500,00 per jaar) terugvordert.
Stap 3b: Na het derde jaar van het leasecontract dient de aanvrager via een bijbehorend formulier een gereedmelding te doen waarna de gemeente initiatiefnemer informeert over het vaststellen van de subsidie.
Paragraaf 2.4 Opladen op semiopenbaar terrein
Parkeerplekken behorende bij de oplaadpunten dienen daadwerkelijk openbaar toegankelijk te zijn voor gebruikers gedurende de openingstijden van de aanbieder. De kans dat dit niet het geval is, neemt toe als de aanbieder slechts over een of enkele parkeerplekken beschikt.
Veel semiopenbare parkeerterreinen zijn niet 24 uur per dag toegankelijk. Om de eisen voor de aanbiedende organisaties niet onoverkomelijk te maken en onduidelijkheid de momenten waarop wel of niet geladen kan worden bij de gebruikers te voorkomen wordt de openbare toegankelijkheid beperkt tot de openingstijden. Deze tijden dienen te worden gecommuniceerd via de website van de aanbieder. Vanzelfsprekend is 24 uur per dag toegankelijkheid van het semiopenbare oplaadpunt voor gebruikers de meest gewenste situatie.
Artikel 2.3.3. Rapportageverplichtingen aanvragers
De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert het volgende bewijsstuk:
-kopie van een offerte voor specificatie, levering, installatie en beheer van het betreffende aantal oplaadpunten.
Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIETOEKENNING)
Stap 2a: De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of het aanvraagformulier en bijgevoegd bewijsstuk voldoen aan de voor de regeling gestelde voorwaarden.
Stap 2b: De gemeente informeert de initiatiefnemer in beschikking over het al dan niet toekennen van de subsidie.
Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)
Stap 3a: Twee jaar na de ingebruikname dient de aanvrager een gereedmelding te doen via een bijbehorend formulier en vindt monitoring van de verplichtingen plaats op basis van het volgende bewijsstuk:
-jaarrapportages gebruik stroom van de betreffende oplaadpunten in afgelopen twee jaar.
Uit deze rapportage dient ook te blijken of het oplaadpunt wel of niet wordt beleverd met groene stroom.
Stap 3b: De gemeente informeert de initiatiefnemer over het al dan niet vaststellen/uitkeren van de subsidie.
Paragraaf 2.5 Veilig opladen op privaat terrein
Het plaatsen of aanbrengen van voorwerpen of stoffen aan, op, in of boven de weg is verboden volgens artikel 2.9 van de Utrechtse APV (Algemene Plaatselijke Verordening) De kabels voor het opladen van elektrische auto's behoren niet tot de uitzonderingen genoemd bij dit artikel. Dit betekent dat deze subsidie alleen kan worden aangevraagd voor een oplaadpunt en het opladen van elektrische auto's op eigen terrein.
Op privaat terrein is het niet verplicht een oplaadpunt te realiseren met twee aansluitingen. Bij deze regeling geldt dus een uitzondering op de bepaling in de definitie van een oplaadpunt in 2.1.1f.
Artikel 2.5.3 Rapportageverplichtingen aanvragers
De initiatiefnemer doet aanvraag via aanvraagformulier en levert de volgende bewijsstukken:
Stap 2: (SUBSIDIEBESCHIKKING en SUBSIDIETOEKENNING)
De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt vast of de bijgevoegde bewijsstukken voldoen aan de voor de regeling gestelde verplichtingen.
Stap 3: (SUBSIDIEVASTSTELLING)
De gemeente informeert de initiatiefnemer over het al dan niet toekennen, vaststellen en uitkeren van de subsidie.