Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Papendrecht

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePapendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerptarieven en heffing gebruik gemeentelijke begraafplaats

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2010” wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-201101-01-201101-01-2012Nieuwe regeling

16-12-2010

PN 29-12-2010

2010/087

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats

    :

    de Algemene begraafplaats in Papendrecht;

    b.

    college

    :

    het college van burgemeester en wethouders;

    c.

    graf

    :

    een zandgraf of keldergraf;

    d.

    grafkelder

    :

    een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

    e.

    asbus

    :

    een bus ter berging van as van een overledene;

    f.

    urn

    :

    een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

    g.

    particulier graf

    :

    eigen graf, familiegraf, kindergraf, grafkelder, een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

    2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder

        urnen;

    3. het doen verstrooien van as.

    h.

    algemeen graf

    :

    een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

    i.

    particulier urnengraf

    :

    eigen urnengraf, familie urnengraf, kinder urnengraf, urnentuin, een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder

        urnen;

    2. het doen verstrooien van as.

    j.

    algemeen urnengraf

    :

    een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

    k.

    particuliere urnennis

    :

    een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht tot gebruik is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    l.

    particuliere gedenkplaats

    :

    een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

    m.

    verstrooiingsplaats

    :

    een plaats waarop as wordt verstrooid;

    n.

    particuliere urnenzuil

    :

    een zuil waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht tot gebruik is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    o.

    grafdekking

    :

    gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

 

Artikel 2. Belastbaar feit

  • Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

Artikel 3. Belastingplicht

  • De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikt maakt.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    Het opgraven van een stoffelijk overschat of asbus op rechtelijk gezag.

    2.

    Het begraven van een menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken levenloos ter wereld is gekomen dan wel binnen 24 uur na de geboorte is overleden, die met de overleden moeder of vader in dezelfde kist worden begraven, dan wel waarvan de as in dezelfde asbus worden geborgen.

 

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

    2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7. Ontstaan van belastingschuld

  • De rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 60 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

    2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 9. Kwijtschelding

  • Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

  • Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2010” van 10 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    2.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.

    3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

    4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2011”.

 

TARIEVENTABEL BIJ DE VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2011

 

Hoofdstuk 1. Algemeen graf

a.

Voor het begraven van een lijk, het begraven van een asbus met of zonder urn of het verstrooien van as in een algemeen graf bedraagt

€ 1.430,00

b.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een eenmalig recht geheven van

€    800,00

 

Hoofdstuk 2. Particulier graf

a.

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf voor een periode van 40 jaar wordt een eenmalig recht geheven van

€ 2.230,00

b.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder lid a met 10 jaar wordt een recht geheven van

€    555,00

c.

Het recht voor het begraven van een lijk, het begraven van een asbus met of zonder urn of het verstrooien van as in een particulier graf bedraagt

€ 1.430,00

d.

Het recht voor het bijzetten van een lijk, het bijzetten van een asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van het tweede lijk in een particulier graf bedraagt

€ 1.430,00

e.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 40 jaar een eenmalig recht geheven van

€ 2.140,00

f.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar een eenmalig recht geheven van

€ 1.100,00

 

Hoofdstuk 3. Particulier graf - kindergraf

a.

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf voor een periode van 40 jaar wordt een eenmalig recht geheven van

€ 2.230,00

b.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder lid a met 10 jaar wordt een recht geheven van

€    555,00

c.

Het recht voor het begraven van een lijk, het begraven van een asbus met of zonder urn of het verstrooien van as in een particulier graf bedraagt

€ 1.430,00

d.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 40 jaar een eenmalig recht geheven van

€ 2.140,00

e.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar een eenmalig recht geheven van

€ 1.100,00

 

Hoofdstuk 4. Particulier urnengraf

a.

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier urnengraf voor een periode van 20 jaar wordt een eenmalig recht geheven van

€ 1.100,00

b.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder lid a met 10 jaar wordt een recht geheven van

€    555,00

c.

Het recht voor het begraven van een asbus met of zonder urn of het verstrooien van as in een particulier urnengraf bedraagt

€    720,00

d.

Het recht voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van het tweede lijk in een particulier urnengraf bedraagt

€    720,00

e.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een eenmalig recht geheven van

€    800,00

f.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar een eenmalig recht geheven van

€    400,00

 

Hoofdstuk 5. Particuliere urnennis

a.

Voor het verlenen van een recht tot gebruik van een particulier urnennis voor een periode van 20 jaar wordt een eenmalig recht geheven van

€ 1.100,00

b.

Voor het verlengen van het recht tot gebruik als bedoeld onder lid a met 10 jaar wordt een recht geheven van

€    555,00

c.

Het recht voor het plaatsen van een asbus met of zonder urn in een particulier urnennis bedraagt

€    400,00

d.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een eenmalig recht geheven van

€    800,00

e.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar een eenmalig recht geheven van

€    400,00

 

 

Hoofdstuk 6. Particuliere urnengraf - urnentuin

a.

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier urnengraf voor een periode van 20 jaar wordt een eenmalig recht geheven van

€ 1.100,00

b.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld onder lid a met 10 jaar wordt een recht geheven van

€    555,00

c.

Het recht voor het plaatsen van een asbus in een urn al dan niet in een urnen omhulsel in een particulier urnengraf bedraagt

€    400,00

d.

Het recht voor het bijzetten van een tweede asbus met urn in een reeds aanwezig urnen omhulsel in een particulier urnengraf bedraagt

€    400,00

e.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een eenmalig recht geheven van

€    800,00

f.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar een eenmalig recht geheven van

€    400,00

 

Hoofdstuk 7. Particuliere urnenzuil

a.

Voor het verlenen van een recht tot gebruik van een ruimte in de particulier urnenzuil en afdekplaats voor een periode van 20 jaar wordt een eenmalig recht geheven van

€    750,00

b.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een eenmalig recht geheven van

€    800,00

c.

Kosten voor de afsluitplaat (excl. inscriptie) bedraagt

€    250,00

 

Hoofdstuk 8. Verstrooiingsplaats

a.

Het recht voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats van de begraafplaats bedraagt per asbus

€    105,00

b.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de uitgiftetermijn van 20 jaar een eenmalig recht geheven van

€    720,00

c.

Voor het in algemene zin onderhouden van de begraafplaats wordt over de verlengingstermijn van 10 jaar een eenmalig recht geheven van

€    360,00

 

Hoofdstuk 9. Opgraven en ruimen

a.

Voor het opgraven of ruimen of verwijderen van een lijk, asbus of urn anders dan na beëindiging van de uitgiftetermijn wordt geheven

€ 1.300,00

b.

Het onder lid a bedoelde zijn niet inbegrepen de rechten voor het eventueel herbegraven of bijzetten of plaatsen in een andere grafruimte of in de urnennis of in de urnenzuil of op de urnentuin of het verstrooien van as op de verstrooiingsplaats van de begraafplaats.

 

c.

Voor herbegraven of opnieuw bijzetten of plaatsen in de zelfde graf of in de urnenis of in de urnenzuil wordt geheven

€  1.300,00

 

Hoofdstuk 10. Overige heffingen

a.

Voor het begraven, bijzetten, plaatsen en verstrooien op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in Hoofdstuk 1, lid a, Hoofdstuk 2, lid c en d, Hoofdstuk 3, lid c, Hoofdstuk 4, lid c en d, Hoofdstuk 5, lid c en d, Hoofdstuk 6, lid c en d, Hoofdstuk 8, lid a en Hoofdstuk 9, lid a verhoogd met 50%.

 

b.

Onder buitengewone uren wordt verstaan zondagen, 1e en 2e kerstdag, 2e paasdag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag of de dag waarop Koninginnedag wordt gevierd.