Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel toepassing artikel 3.3, lid 3 Wabo in verband met het voorbereidingsbesluit buitengebied |
Citeertitel | Beleidsregel toepassing artikel 3.3, lid 3 Wabo in verband met het voorbereidingsbesluit buitengebied |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
geen
Wabo, art. 3.3, lid 3
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2012 | 05-08-2014 | nieuwe regeling | 10-04-2012 D'n Uitkijk, 20-04-2012 | B&W 12-154 |
Op 8 maart 2012 heeft de gemeenteraad op grond van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening besloten te verklaren dat een herziening van het bestemmingsplan wordt voorbereid voor het buitengebied van de gemeente. De begrenzing van het buitengebied is aangegeven op de bij het raadsbesluit behorende tekening van 8 maart 2012.
Het voorbereidingsbesluit is in werking getreden met ingang van 9 maart 2012, 9.00 uur.
Het vervalt binnen een jaar na vaststelling, tenzij binnen die termijn een ontwerpbestemmingsplan ter visie is gelegd.
Het doel van deze beleidsregel is aan te geven hoe ons college ter uitvoering van het voorbereidingsbesluit van 8 maart 2012 wil omgaan met aanvragen voor omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en aanleg, die na 9 maart 2012, 9.00 uur zijn ingediend en waarvan de locaties zijn gelegen in het buitengebied. De raad heeft aangegeven gewenste ontwikkelingen niet te willen frustreren.
Voor alle aanvragen voor omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en aanleg en verzoeken om afwijking van het bestemmingsplan via een binnenplanse ontheffing of wijziging van het bestemmingsplan geldt vanaf 9 maart 2012, 9.00 uur een aanhoudingsplicht. Dat wil zeggen dat besluitvorming over een aanvraag of verzoek wordt opgeschort. Deze aanhoudingsplicht geldt niet alleen voor ontwikkelingen die een relatie hebben met intensieve veehouderijen, maar voor alle aanvragen en verzoeken die gedaan worden en betrekking hebben op het buitengebied. De aanhoudingsplicht geldt voor een jaar. Als er sprake is van een gewenste ontwikkeling kan ons college met toepassing van artikel 3.3, lid 3 Wabo door middel van het opheffen van de aanhoudingsplicht toch vergunning of medewerking aan een verzoek verlenen. Voor niet gewenste ontwikkelingen blijft de aanhoudingsplicht gelden.
De raad is van oordeel dat de gezondheid van mensen centraal moet staan in de gemeente Reusel-De Mierden en dat een goed woon- en leefklimaat voor burgers van groot belang is.
De raad heeft op 28 februari 2012 uitgesproken:
De raad heeft ons college op 28 februari 2012 opgedragen om:
II. zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 2 weken aan de raad een concept-voorbereidingsbesluit ter vaststelling aan te bieden.
Het is dus de wens van de raad om in de toekomst alleen ontwikkelingen in relatie tot de intensieve veehouderij toe te laten die geen onacceptabele effecten hebben op de gezondheid en op een goed woon- en leefklimaat.
Wat verstaan we onder een intensieve veehouderij?
In het bestemmingsplan “Buitengebied 2009” is in artikel 1 “Begripsbepalingen” onder 10 een intensieve veehouderij omschreven als:
een niet grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het houden van vee (mestvee, fokzeugen, mestvarkens), pluimvee of pelsdieren.
Tevens is in het bestemmingsplan “Buitengebied 2009” in artikel 10.1 aangegeven dat de op de plankaart voor “Bedrijf – Agrarisch” aangewezen gronden bestemd zijn voor:
grondgebonden agrarische bedrijven met bijbehorende voorzieningen met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “intensieve veehouderij” op de plankaart tevens intensieve veehouderijen zijn toegestaan.
Met inachtneming van het voorgaande hebben wij de volgende beleidsregel en handelwijze vastgesteld:
A.In die gevallen waar het niet gaat om aanvragen voor omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en aanleg en verzoeken om afwijking van het bestemmingsplan via een binnenplanse ontheffing of wijziging van het bestemmingsplan, betreffende de bestemming “Bedrijf – Agrarisch” met de aanduiding “intensieve veehouderij”, maakt ons college gebruik van artikel 3.3, lid 3 Wabo, tenzij deze aanvragen en verzoeken locaties betreffen die dusdanig dicht bij intensieve veehouderijen liggen dat daarmee risico’s voor de volksgezondheid ontstaan.
In geval van aanvragen omgevingsvergunning BIO woningen maakt ons college gebruik van artikel 3.3, lid 3 Wabo.
In geval van onduidelijkheid beslist ons college.
B.Is er sprake van aanvragen voor omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en aanleg en verzoeken om afwijking van het bestemmingsplan via een binnenplanse ontheffing of wijziging van het bestemmingsplan die ontwikkelingen de bestemming “Bedrijf – Agrarisch” met de aanduiding “intensieve veehouderij” betreffen, dan houden wij de beslissing op die aanvragen of verzoeken aan en maken wij geen gebruik van artikel 3.3, lid 3 Wabo, tenzij het betreft:
Het berekenen van het aantal dieren vindt plaats door het aantal verschillende dieren om te zetten in de Nederlandse grootte-eenheid.
De Nederlandse grootte-eenheid (nge) is een reële economische maatstaf die gebaseerd is op het brutostandaardsaldo (bss, opbrengsten minus bepaalde specifieke kosten). Het is een maat waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven. De nge per technische productie-eenheid (ha, dier) wordt berekend door de bss van de productie-eenheden te delen door een bepaalde deelfactor, die per jaar kan verschillen. De nge wordt zowel gebruikt om de absolute bedrijfsomvang van agrarische bedrijven of sectoren weer te geven (uitgedrukt in nge) als om de specialisatiegraad van bedrijven te bepalen.
Voor varkens gelden de volgende nge’s
Beren, 50 kg of meer, dekrijp 0,261 nge
Beren, 50 kg of meer, nog niet dekrijp 0,058 nge
Biggen tot 20 kg, niet meer bij de zeug 0,044 nge
Biggen tot 20 kg, nog bij de zeug 0,000 nge
Opfokzeugen en -beertjes, 20-50 kg 0,058 nge
Opfokzeugen, 50 kg of meer, niet gedekt 0,058 nge
Overige zeugen, 50 kg of meer, gust 0,261 nge
Vleesvarkens 110 kg of meer 0,044 nge
Vleesvarkens 20-50 kg 0,044 nge
Vleesvarkens 50-80 kg 0,044 nge
Vleesvarkens 80-110 kg 0,044 nge
Zeugen, 50 kg of meer, bij biggen 0,261 nge
Hier wordt alleen gesproken over de toepassing van artikel 3.3, lid 3 Wabo. Aanvragen voor omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en aanleg en verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan via een binnenplanse ontheffing of wijziging van het bestemmingsplan moeten natuurlijk ook nog getoetst worden aan allerlei andere wet- en regelgeving. Denk daarbij ook aan ingediende meldingen en verzoeken op grond van de Wet milieubeheer.