Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010 |
Citeertitel | Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De Verordening onroerende-zaakbelastingen 2009-1 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor 1 januari 2010.
Gemeentewet artikelen 220 tot en met 220i
1. Beleidsregels m.b.t. de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen 2008; 2. Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige 2009; 3. Regeling met betrekking tot de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen 2008.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2009 | 18-02-2010 | nieuwe regeling | 24-11-2009 Stadsberichten 2 december 2009 | 3212059 |
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010
Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden
Artikel 3 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20 tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
dienst van de gemeente, met uitzondering van onroerende zaken of delen daarvan die worden gebruikt voor het geven van onderwijs;
straatmeubilair, waaronder worden begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
Artikel 7 Termijnen van betaling
Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende zaakbelastingen of andere heffingen minder dan € 5.000,- bedraagt, moet het verschuldigde bedrag worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van het voorafgaande lid, geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen minder dan € 5.000,- bedraagt en zolang het verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld. Eventuele afrondingsverschillen moeten in de laatste termijn worden betaald.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening onroerende-zaakbelastingen 2009' van 10 februari 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij met betrekking tot de heffing van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2009.