Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding
Terugwerkende kracht tot en met
Datum uitwerkingtreding
Betreft
Datum ondertekening
Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
01-01-2012
01-01-2013
nieuwe regeling
06-12-2011
het Kompas, 20-12-2011
Z-1105897
Tekst van de regeling
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012
De raad van de gemeente Oud-Beijerland;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van xx november 2011, nr. Z-1105897;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012
Artikel1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel2 Belastingplicht
1
Belastingplichtig is de houder van een hond.
2
Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
1.
die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
2.
die door de ‘Stichting Hulphond Nederland’ als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;
3.
die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
4.
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
5.
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
6.
die gehouden worden door ambtenaren van de politie, ter verrichting van opsporingsdiensten, mits de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Politiehondenvereniging.
Artikel4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel5 Belastingtarief
1
De belasting bedraagt per belastingjaar:
1.
voor een eerste hond € 98,76;
2.
voor iedere hond boven het aantal van één € 150,72;
2
In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad
van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel € 296,28.
Artikel6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
4
Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.
5
Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vierde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel9 Termijnen van betalen
1
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 90,-- en minder dan € 2.500,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend ter zake van een tweede, derde en/of meerdere honden die worden gehouden.
Artikel11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel12 Inwerkingtreding en citeerartikel
1
De ‘Verordening hondenbelasting 2011’ van 30 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening hondenbelasting 2012'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oud-Beijerland van 6 december 2011.
De griffier, de voorzitter,
E. G. Bunt K. Tigelaar
Toelichting1 Toelichting op de 'Verordening hondenbelasting 2012'
Aan de raad,
Toelichting op de 'Verordening hondenbelasting 2012'
Er is, zoals gebruikelijk, gekozen voor een volledig nieuwe verordening. Hierdoor wordt de duidelijkheid van de verordening bevorderd en de kans op fouten in de verordening verminderd.
Kwijtschelding wordt uitsluitend mogelijk voor de eerste hond.
Inhoudelijk is de verordening verder niet gewijzigd.
Overeenkomstig het vastgestelde beleid zijn de tarieven ten opzichte van 2011 verhoogd met 2 %.
( 2 % inflatie).
Onderstaand zijn de gehanteerde en te hanteren tarieven weergegeven.