Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel handhavingsprotocol opiumwet Helmond 2012 |
Citeertitel | Beleidsregel handhavingsprotocol opiumwet Helmond 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet m.b.t. woningen Helmond 2008 en de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2012 | 01-11-2013 | nieuwe regeling | 17-04-2012 | Collegebesluit, 2012, 1202109 |
Per 1 januari 2012 is de Aanwijzing Opiumwet aangepast met nieuwe gedoogcriteria. Aan de bestaande AHOJG-criteria worden het Besloten-clubcriterium (B-criterium) en het Ingezetenencriterium (I-criterium) toegevoegd. Voor de gemeente Helmond worden deze criteria per 1 mei 2012 van kracht. Per 1 januari 2013 wordt het maximum aantal van 2000 leden per coffeeshop van kracht en per 1 januari 2014 wordt ook het Afstandscriterium toegevoegd.
In het protocol staat beschreven onder welke omstandigheden en op welke wijze gebruik zal worden gemaakt van de bestuurlijke dwangmiddelen bij overtreding van de Opiumwet. In dit protocol staan de verschillende, in zwaarte oplopende, in te zetten middelen beschreven. Dit betekent dat in het kader van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit de gemeente eerst zou moeten putten uit minder vergaande maatregelen. Vandaar dat er gekozen is voor een getrapt optreden. In het kader van de integrale aanpak werkt de gemeente samen met politie en het Openbaar Ministerie. Ook hun inzet is inzichtelijk gemaakt. Verder wordt in deze beleidsregel aangegeven wat de toezichtsinspanningen zijn.
De Opiumwet richt zich primair op de preventie en beheersing van de uit drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de gezondheid. De uitbreiding van de Opiumwet met artikel 13b (Wet Damocles) is gericht op de beheersing van de effecten van de handel in het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden.
Tot de inwerkingtreding van de Wet Damocles was het Openbaar Ministerie de enige handhaver van de Opiumwet en kon tegen overtredingen uitsluitend strafrechtelijk worden opgetreden. Met de Wet Damocles is het bestuurlijke instrumentarium uitgebreid en kan een geïntegreerde bestuurs- en strafrechtelijke aanpak bij de handhaving van de Opiumwet gestalte krijgen.
De volledige tekst van artikel 13b van de Opiumwet luidt:
De bestuursrechter eist van de burgemeester een gedegen onderbouwing, bij voorkeur door middel van beleidsregels, in geval van sluiting van (voor publiek toegankelijke) lokalen op grond van artikel 13b Opiumwet. Hetzelfde geldt voor zijn andere bestuursbevoegdheden.
In dit protocol worden de voor coffeeshops geldende (BIA)AHOJG-criteria gehanteerd:
Een besloten club: dit houdt in dat uitsluitend toegang kan worden verleend en verkocht mag worden aan leden van de coffeeshop, waarbij bepaald is dat de coffeeshop in één kalenderjaar maximaal tweeduizend lidmaatschappen mag uitgeven en dit documenteert in de vorm van een controleerbare ledenlijst. Een coffeeshop heeft maximaal 2000 leden.
Ingezetenen. Dit houdt in dat lidmaatschap voor de coffeeshop uitsluitend toegankelijk is voor ingezetenen van Nederland van achttien jaar of ouder. Onder ingezetene wordt verstaan een persoon die zijn woonadres heeft in een gemeente van Nederland. Het ingezetenschap wordtaangetoond middels een uittreksel van de Gemeentelijke Basisadministratie van de woonplaats dat bij het aangaan van het lidmaatschap niet ouder is dan vier weken.
Onder "transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.
Dit handhavingsprotocol heeft tot doel:
De bestuursdwangbevoegdheid van de burgemeester is een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het gebruik van deze bevoegdheid geen verplichting is. In de artikelen 5:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn de procedureregels opgenomen, die gevolgd moeten worden, indien tot toepassing van bestuursdwang wordt overgegaan.
Het is van belang dat slagvaardig kan worden opgetreden in het geval van overtredingen door coffeeshops, dan wel illegale verkoop op andere plekken, en in gevallen dat drugs en/of hennepplanten worden aangetroffen. Door adequaat handhavingsbeleid is het sneller mogelijk om over te gaan tot sluiting. Met onderliggend beleid zal de rechter eerder een sluiting accepteren.
Uit jurisprudentie is gebleken dat naast de handel in harddrugs ook ten aanzien van andere overtredingen van de (BIA)AHOJGplus-criteria hardere maatregelen zijn te nemen. Dit geldt in ieder geval voor de verkoop aan en de aanwezigheid van minderjarigen in coffeeshops; verkoop aan minderjarigen is voldoende reden om aan te nemen dat de openbare orde in het geding is. Dit geldt ook voor overtredingen van de en vijfhonderd-gram-norm (handelsvoorraad).
Woningen of bijbehorende erven
Al dan niet voor publiek toegankelijk zijnde lokalen en bijbehorende erven
Onder de in deze rubriek bedoelde panden, vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals winkels en horecabedrijven, en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten.
Gedoogde coffeeshops met exploitatievergunning
Het overtreden van de vergunningsvoorschriften uit de exploitatievergunning is geregeld in het handhavingsprotocol horeca.
Er is voor een uitgewerkt protocol gekozen waarbij de overtreding van de (BIA)AHOJG-criteria wordt gesanctioneerd. In beginsel sluit de zwaarte van de sanctie aan op de ernst van de overtreding. De getrapte sanctionering wordt in de matrix weergegeven. Zo worden bestuursrechtelijk de overtredingen van de H-, J- en G-criteria strenger bestraft.
Er zijn echter situaties die dermate ernstig zijn dat van de matrix afgeweken moet kunnen worden. Bijvoorbeeld als er een enorme overschrijding is van de maximale handelsvoorraad.
Ook indien niet dezelfde overtreding voor de 2e of 3e keer is begaan, maar een overtreding uit een andere (matrix)categorie, kan er aanleiding zijn van de matrix af te wijken.
Van het in de matrix vervatte arrangement zal dan ook in bepaalde gevallen worden afgeweken door burgemeester en wethouders dan wel door de burgemeester op grond van zijn discretionaire bevoegdheid, bijvoorbeeld door 1 of 2 stappen van de matrix over te slaan, dan wel door spoedshalve bestuurlijke maatregelen te treffen of door te kiezen voor een (al dan niet strengere) andere matrixcategorie.
Een vervolgstap uit de matrix wordt alleen genomen indien de overtreding plaatsvindt binnen 2 jaar na de eerdere overtreding.
Er wordt toezicht gehouden door de politie. Eventuele handhavingstrajecten en strafrechtelijke handhaving op basis van artikel 13b Opiumwet worden op basis van de politierapportages en processen verbaal opgestart. Hiertoe worden gedoogde coffeeshops minimaal eenmaal per maand bezocht door de politie en zal er tweemaal per jaar een uitgebreide integrale controle plaatsvinden in HIT-verband. Daarnaast zal zo nodig vaker gecontroleerd worden op grond van signalen en meldingen.
Voor woningen of bijbehorende erven en al dan niet voor publiek toegankelijk zijnde lokale en bijbehorende erven wordt handhavend opgetreden indien er redelijke vermoedens van overtredingen aanwezig zijn.
Met vervolging wordt de strafrechtelijke interventie bedoeld, gelet op onder meer de tekst van artikel 74 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Er zal tevens driemaal per jaar een evaluatie van de handhaving plaatsvinden in een ambtelijke werkgroep. Zij brengen verslag uit aan het Driehoeksoverleg.
Bij de exploitatie van (gedoogde) coffeeshops kan sprake zijn van strafbare feiten. Indien zich overtredingen of misdrijven voordoen op grond van bijvoorbeeld het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de economische delicten, de Vreemdelingenwet en de Wet Arbeid Vreemdelingen ligt de verantwoordelijkheid voor de vervolging en de opsporing door de politie bij het Openbaar Ministerie. Van belang is dat het Openbaar Ministerie de gemeente tijdig inlicht over zaken die zich hebben voorgedaan zodat indien mogelijk als flankerend beleid ook bestuurlijke maatregelen kunnen worden getroffen.
De gemeente wil goede afspraken maken met de bevoegde instanties met betrekking tot de gewenste handhaving.
Dit betekent dat de beleidsregel is afgestemd in het Driehoeksoverleg (overleg tussen burgemeester, de officier van justitie en de politiechefs). Elk van de partijen committeert zich aan de uitvoering van de afspraken en draagt er zorg voor dat binnen de eigen organisatie zorg wordt gedragen voor effectuering van de afspraken.
Op 11 april 2012 heeft het Driehoeksoverleg ingestemd met deze beleidsregel.