Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Verordening op de raadscommissies 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2011
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-201126-03-2014Onbekend

31-03-2011

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES 2011

 

 

______________________________________________________________________

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    lid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • 2.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • 3.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • 4.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

 

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.
    • 1.

      commissie algemeen bestuur en middelen (ABM);

    • 2.

      commissie economie, ruimtelijke ordening en milieu (EROM);

    • 3.

      commissie maatschappelijke aangelegenheden (MA);

 

  • De raadscommissie ABM adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

  • algemeen bestuurlijke zaken;

  • financiële zaken;

  • openbare orde en veiligheid;

  • informatie en automatisering;

  • grondbedrijf;

  • gemeente-archief;

  • intergemeentelijke samenwerking.

 

  • De raadscommissie EROM adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • 1.

      fysieke woon- en leefomgeving;

    • 2.

      milieubeleid;

    • 3.

      riolering/reiniging;

    • 4.

      groen en wegen;

    • 5.

      verkeer en vervoer;

    • 6.

      beheer gemeentelijke gebouwen.

    • 7.

      ruimtelijke ordening;

    • 8.

      volkshuisvesting (bouwen en wonen);

    • 9.

      economische zaken;

    • 10.

      stedelijke vernieuwing;

    • 11.

      reconstructie/revitalisering platteland;

    • 12.

      toerisme en recreatie

 

  • De raadscommissie MA adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • 1.

      sociale ontwikkeling;

    • 2.

      welzijn, onderwijs en cultuur;

    • 3.

      sport en recreatie;

    • 4.

      volksgezondheid;

    • 5.

      monumentenbeleid.

 

 

 

  • Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

 

6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

1. Een raadscommissie heeft de volgende taken:

- het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

- het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

- voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

 

2. Daarnaast zijn aan de raadscommissie ABM zijn de volgende taken toegewezen:

- het fungeren als rekeningcommissie

- het afstemmen van de onderzoeken in het kader van de artikelen 212 en 213a van de Gemeentewet en van de rekenkamercommissie.

 

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste tien leden.

2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

3. Bij de benoeming als bedoeld in het tweede lid worden de volgende regels gehanteerd:

- de plaatsen in de commissies worden verdeeld op basis van het aantal bij de gemeenteraadsverkiezingen behaalde aantal raadszetels;

- elke fractie wordt in de gelegenheid gesteld om tenminste één zetel in elke commissie te doen bezetten;

- elke fractie die bij de gemeenteraadsverkiezingen meer dan twee raadszetels heeft behaald, dient per commissie tenminste één zetel door een raadslid te laten bezetten;

- niet-raadsleden dienen voor te komen op de kandidatenlijst van de betreffende fractie cq. op de gemeentelijke ledenlijst van de gelijknamige landelijke politieke partij cq. op de ledenlijst van de geregistreerde plaatselijke politieke vereniging;

- een fractie mag ten hoogste vier leden voor elke commissie aanwijzen, zulks met inachtneming van het gestelde maximum-aantal voor aanwijzing van leden voor de betreffende fractie.

4. De artikelen 10 t/m 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

5. De raad benoemt op voordracht van een fractie voor ieder lid een plaatsvervangend lid, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het derde en vierde lid genoemde vereisten.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

  • 4.

    het leiden van de vergadering;

  • 5.

    het handhaven van de orde;

  • 6.

    het doen naleven van deze verordening;

  • 7.

    hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde en vierde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1.

    Ter ondersteuning en advisering van iedere raadscommissie fungeert de griffier.

  • 2.

    De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door de waarnemend griffier.

  • 4.

    De griffier kan in iedere vergadering het woord voeren.

 

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en/of één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    De leden van de commissie kunnen tot de maandag voor de vergadering uiterlijk 10.00 uur bij de griffier kenbaar maken alsnog de burgemeester en een of meer wethouders uit te nodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen bij die agendapunten waarvoor eerder geen portefeuillehouders zijn uitgenodigd.

  • 3.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 4.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 5.

    De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en/of één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

 

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

 

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats volgens het door het presidium vastgestelde vergaderschema en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste drie fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden stelt de voorzitter op voordracht van de griffier de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad de Raadhuiskrant en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

  • 3.

    de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

  • 4.

    de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • 5.

    de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

 

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

  • 3.

    een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

  • 4.

    benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • 5.

    een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 6.

    de ingekomen stukken, de lijst van vragen en toezeggingen en de vragen aan het college.

  • 7.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 8.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 9.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 10.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 11.

    De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en een deelnemer aan de vergadering.

Artikel 18 Geluidregistratie ten behoeve van besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor een geluidregistratie van een vergadering.

  • 2.

    De geluidregistratie wordt ondermeer aangewend ten behoeve van het opstellen van een besluitenlijst van de betreffende vergadering.

  • 3.

    De geluidregistratie wordt weergegeven via de gemeentelijke website.

Artikel 19 Besluitenlijst

1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en de besluitenlijst van de vergadering.

2. De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden van de raad toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het concept wordt gelijktijdig aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

3. De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de commissie te doen, indien de concept-besluitenlijst onjuistheden bevat. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.

4. De besluitenlijst bevat tenminste:

a. de namen van de voorzitter, de griffier en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren en van de aanwezige burgemeester en wethouders en overige personen die het woord gevoerd hebben;

b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

c. het advies dat door de commissie is uitgebacht.

5. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna deze door de voorzitter en de griffier wordt ondertekend.

6. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 20 Spreekregels

  • 1.

    Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 21 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2.

    De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 22 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 23 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 24 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 25 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

  • 2.

    de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

  • 3.

    een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog kan afronden.

  • 4.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 5.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 6.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 26 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 27 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 28 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

 

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 29 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

 

Artikel 30 Bijwonen raadsleden niet-commissieleden

Besloten commissievergaderingen mogen door raadsleden niet-commissieleden worden bijgewoond, doch zij mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen.

 

Artikel 31 Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van het verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 32 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 33 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

 

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 34 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 35 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 36 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

 

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 37 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 38 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de ‘Verordening op de raadscommissies 2002’ vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2002 en laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 april 2010.

__________________________________________________________________________

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door

de raad van de gemeente Rucphen

in zijn openbare vergadering van 31 maart 2011

de voorzitter,

mr. M. van der Meer Mohr.

de griffier,

drs. R.A.F. van Pareren.