Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2012 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | verkeer en vervoer |
Geen
NVT
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-04-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 05-04-2012 | BB-00147 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is |
||
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990; |
||
degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; |
||
parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; |
||
het gebied Vaart NZ (het gedeelte tussen de Kolk en het Kanaal), Kanaal (hetgedeelte tussen Weiersstraat en Vaart NZ), Alteveerstraat, Burgemeester Agterstraat en Weiersstraat (westzijde tussen Alteveerstraat en het Kanaal); |
||
het gebied Vaart ZZ (tussen Gymnasiumstraat en Vaart ZZ huisnummer 149), Gymnasiumstraat, Emmastraat, Prinses Irenestraat, Nassaulaan, Hertenkamp, Van der Feltzpark en Beilerstraat (tussen Kerkplein en Hertenkamp); |
||
het gebied: Zuidhaege, Oosterhoutstraat, Wilhelminastraat, Prinses Beatrixstraat, Prinses Beatrixhof, Prins Clausplantsoen, Esstraat, Parkstraat, Parkplein, Burgemeester Gratamastraat, Bosstraat, Burgemeester Jollesstraat, Beilerstraat (tussen Port Natalweg en Van der Feltzpark) Plataanweg, Vogelkerslaan, Meidoornlaan, Kastanjelaan, Iepenlaan, Gouverneur Hofstedelaan en Port Natalweg. |
||
het gebied: Doevenkamp, Oranjestraat, Julianastraat, Prins Hendrikstraat en Hendrik de Ruiterstraat, Rolderstraat (gedeelte tussen Hendrik de Ruiterstraat en de Julianastraat) |
||
het gebied: Mr. P.J. Troelstralaan (tussen Vaart NZ en Nobellaan), Het Kanaal (tussen de Vaart NZ en de Nobellaan), Einsteinlaan, Sluisstraat, Vaart NZ (tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan), Nobellaan (oneven nummers, tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan) |
||
het gebied: Het Kanaal (tussen de Nobellaan en Groningerstraat), Mr. P.J. Troelstralaan (tussen Nobellaan en Groningerstraat), Nobellaan (tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan), Nansenstraat, Venestraat (tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan) Dr. Schaepmanstraat, Prins Bernhardstraat, Mr. S. van Houtenstraat, Groen van Prinstererlaan (tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan), Molenstraat (tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan), Nobellaan (even nummers, tussen Het Kanaal en Mr. P.J. Troelstralaan). |
||
het gebied: Het Kanaal (tussen Groningerstraat en Industrieweg), Anne de Vriesstraat, Jacob Catslaan, Huygensstraat, Bilderdijk Plantsoen, Vondellaan, Groningerstraat (tussen Het Kanaal en Fokkerstraat/Thorbeckelaan) |
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat 1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegdwaaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd; 2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op devoet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordtaangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijnwil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs nietheeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van gehandicapten dieparkeren met gebruikmaking van een landelijke gehandicaptenparkeerkaart.
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij dezeverordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte.Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werkingstellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Indien de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, een jaartarief betreft en de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel volle maanden als er na het ontstaan van de belastingplicht in het jaar overblijven. Eindigt de belastingplicht van een jaartarief in de loop van het belastingjaar dan wordt ontheffing verleend over het aantal volle maanden dat in het jaar resteert na de beëindiging van de belastingplicht.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet in afwijking van artikel 9, eerste lid,van de Invorderingswet 1990 worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van dienota.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 51,00.
Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering vande parkeerbelasting.
Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen 2012 bij parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt:
op parkeerterrein/weggedeelte bij parkeerapparatuur geschikt voor een parkeertijd van circa 60 minuten: Groningerdwarsstraat, Oude Molenstraat (weggedeelte), Nieuwe Huizen, Ceresstraat (achter Forum), Brinkstraat, Mercuriusplein, Minervalaan, Cereshof,Menning, Brink (Kloosterhof), Stationsplein, Torenlaan, Groningerstraat, (tussen Kloekhorststraat en Nieuwe huizen), Weiersstraat (achter Koopmansplein):
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2012 bijparkeerapparatuurplaatsen, bedraagt: