Overheidsorganisatie | Gemeente Groningen (Gr) |
---|---|
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Brandbeveiligingsverordening |
Geen.
Brandweerwet 1985, art. 12
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2011 | 01-04-2012 | intrekking | 30-11-2011 Gemeenteblad, 2011, 111 | GR 11.2771075 | |
04-12-2008 | 01-04-2012 | nieuwe regeling | 26-11-2008 Gemeenteblad, 2008, 87 | R 310 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
(bijlage raadsverslag nr. 310);
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2008;
gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985;
overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, voor zover daarin niet bij of krachtens de Woningwet of enige andere wet is voorzien;
HEEFT BESLOTEN:
de Brandbeveiligingsverordening vast te stellen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
een inrichting : een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;
bouwwerk : elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt
3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en de gewenste brandveiligheid door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander terrein, dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
De brandbeveiligingsverordening van 29 september 1993 (Raadsbesluit nr. 16) wordt ingetrokken.
1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening van 29 september 1993 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.
2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening van 29 september 1993 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening van 29 september 1993 wordt beslist met toepassing van deze verordening.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot de dag van inwerkingtreding van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken indien en voor zover dat Besluit op een eerder tijdstip in werking treedt.
Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening.
Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 26 november 2008.
De griffier, De voorzitter,
D.H. Vrieling. J. Wallage.