Overheidsorganisatie | Provincie Groningen |
---|---|
Officiële naam regeling | Bevoegdhedenbesluit Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2011 |
Citeertitel | Bevoegdhedenbesluit GS provincie Groningen 2011 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie, Mandaat |
Deze regeling vervangt het Bevoegdhedenbesluit GS provincie Groningen 2010, zoals vastgesteld op 15 december 2009. De machtiging tot het meedelen van een voornemen tot het opleggen van bestuursdwang (bestuurlijke waarschuwing), zoals vastgesteld op 15 december 2009. En het verlenen van mandaat tot het besluiten op aanvragen voor ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, zoals vastgesteld op 29 juni 2010. Deze regeling werkt terug tot en met 1 januari 2011.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-02-2011 | 01-01-2011 | 01-03-2015 | nieuwe regeling | 08-02-2011 Provinciaal blad, 2011, 6 | GS-besluit van 8 februari 2011, A.14, zaaknummer 268713, afd. ABJ |
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen
besluiten:
In dit besluit wordt verstaan onder:
mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;
volmacht: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
machtiging: de toestemming die wordt verleend voor het verrichten van feitelijke handelingen.
Dit besluit is van toepassing, voor zover niet door Gedeputeerde Staten in een ander besluit anders is bepaald.
1 Er wordt onderscheid gemaakt tussen bestuurlijk mandaat en ambtelijk mandaat.
2 Bestuurlijk mandaat wordt verleend aan het lid van Gedeputeerde Staten dat het desbetreffende onderwerp in portefeuille heeft.
3 Ambtelijk mandaat wordt verleend aan het hoofd van de afdeling dat met het desbetreffende onderwerp is belast.
4 In incidentele gevallen wordt ambtelijk mandaat verleend aan iemand anders dan het hoofd van de afdeling. Deze gevallen zijn uitdrukkelijk aangegeven in de in artikel 4 bedoelde bevoegdhedenlijst.
1 Bij dit besluit behoort een bevoegdhedenlijst, waarop de bevoegdheden, die namens Gedeputeerde Staten in bestuurlijk of ambtelijk mandaat worden uitgeoefend, nader omschreven zijn, onder de daar genoemde voorwaarden.
2 Voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald wordt de in het eerste lid bedoelde bevoegdhedenlijst onder het verlenen, het aanwijzen, enzovoorts, ook verstaan: het weigeren, het afwijzen, enzovoorts.
Bevoegdheden waarvoor ambtelijk mandaat is verleend, kunnen zonodig ook in bestuurlijk mandaat worden uitgeoefend.
De uitoefening van het verleende bestuurlijk of ambtelijk mandaat geschiedt met inachtneming van het volgende:
Bij afwezigheid van de gemandateerde is de plaatsvervanger bevoegd.
Een gemandateerde stelt Gedeputeerde Staten, dan wel het betrokken lid van Gedeputeerde Staten in kennis van zaken of van door hem genomen beslissingen, waarvan hij redelijkerwijze moet aannemen dat deze informatie bevat waarvan kennisneming door Gedeputeerde Staten dan wel het betrokken lid van Gedeputeerde Staten van belang is.
1 Het bestuurlijk of ambtelijk mandaat wordt niet uitgeoefend indien het om bestuurlijk gevoelige of risicovolle zaken gaat.
2 Het bestuurlijk mandaat wordt niet uitgeoefend als het om zaken gaat waar meer leden van Gedeputeerde Staten bij betrokken zijn.
De artikelen 3 tot en met 7 zijn van overeenkomstige toepassing op de verleende volmacht of machtiging.
Besluiten die in bestuurlijk mandaat zijn genomen, worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris met dien verstande dat onder het besluit komt te staan:
"Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het lid van Gedeputeerde Staten dat het onderwerp in portefeuille heeft."
Besluiten die in ambtelijk mandaat zijn genomen, worden ondertekend als volgt:
"Namens Gedeputeerde Staten van Groningen,
……………..(naam afdelingshoofd),
Hoofd afdeling (naam afdeling voluit)."
Dit besluit wordt aangehaald als: Bevoegdhedenbesluit GS provincie Groningen 2011.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.
Groningen,
Gedeputeerde Staten voornoemd,
, voorzitter.
, secretaris.
In te trekken hun besluit van 15 december 2009, nr. A.32, tot vaststelling van het Bevoegdhe-denbesluit GS provincie Groningen 2010 behoudens voor zover het betreft de toepassing van het Overgangsrecht uit de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening;
In te trekken hun besluit van 15 december 2009 onder A.28, nr. 187536 MTZ, tot vaststelling van de machtiging tot het meedelen van een voornemen tot het opleggen van bestuursdwang (bestuurlijke waarschuwing) op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als-mede de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;
In te trekken hun besluit van 29 juni 2010 onder B.3, nr. 259708, LGW, tot het verlenen van mandaat tot het besluiten op aanvragen voor ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, artikel. 68, zesde lid;
Vast te stellen het Bevoegdhedenbesluit Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2011 luidende als volgt: