Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Bevoegdhedenbesluit Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2010 |
Citeertitel | Bevoegdhedenbesluit GS provincie Groningen 2010 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie, Mandaat |
Externe bijlage | Bevoegdhedenlijst Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2010 |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | intrekking | 08-02-2011 Provinciaal blad, 2011, 6 | GS-besluit van 8 februari 2011, A.14, zaaknummer 268713, afd. ABJ | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 15-12-2009 Provinciaal blad, 2009, 47 | GS-besluit nr. 2009-223403 |
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen Overwegende dat het gewenst is om het Bevoegdhedenbesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2010, in verband met invoering van bestuurlijk mandaat te wijzigen en in zijn geheel vast te stellen: a. invoering van bestuurlijk mandaat; b. wijziging van het ambtelijk mandaat met het oog op het door afdelingshoofden kunnen verlenen van subsidies van kleine omvang. Gelet op artikel 166 van de Provinciewet en de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht. Besluiten: Vast te stellen hetgeen volgt:
In dit besluit wordt verstaan onder:
mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;
volmacht: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om
in zijn naam privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
machtiging: de toestemming die wordt verleend voor het verrichten van feitelijke handelingen.
Dit besluit is van toepassing, voorzover niet door Gedeputeerde Staten in een ander besluit anders is
Artikel 5 Verhouding ambtelijk mandaat bestuurlijk mandaat
Bevoegdheden waarvoor ambtelijk mandaat is verleend, kunnen zonodig ook in bestuurlijk mandaat
Artikel 6 Voorwaarden uitoefening mandaat
De uitoefening van het verleende bestuurlijk of ambtelijk mandaat geschiedt met inachtneming van het
Artikel 8 Volmacht en machtiging
De artikelen 3 tot en met 7 zijn van overeenkomstige toepassing op de verleende volmacht of machtiging.