Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2012 |
Citeertitel | Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2012’. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Heffing en invordering van belastingen oproerende woon- en bedrijfsruimten 2012 |
De verordening blijft van toepassing op belastbare feiten van voor 1-1-2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2012 | 01-01-2013 | intrekking | 20-12-2012 Groot Voorschoten, 27-12-2012 | 2786 | |
30-12-2011 | nieuwe regeling | 15-12-2011 Groot Voorschoten, 29-12-2011 | 1868 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 4. Maatstaf van heffing
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,--, doch minder dan € 5.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
De ‘Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2011’, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.