Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening gemeente Olst-Wijhe 2005 |
Citeertitel | Afstemmingsverordening gemeente Olst-Wijhe 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, art. 8
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2012 | 01-01-2012 | 23-05-2013 | Hoofdstuk 4A | 23-01-2012 Huis-aan-Huis, 01-02-2012 | Raadsstuk 2012/06 |
01-01-2005 | 30-03-2012 | Nieuwe regeling | 11-10-2004 Huis-aan-Huis, datum onbekend | Onbekend |
Artikel 1. Begripsomschrijving
Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze verordening wordt verstaan onder:
aanvullende verplichtingen: de, overige, aan de bijstand verbonden verplichtingen gebaseerd op de artikelen 55, 56 lid 1 en 57 onder a van de WWB alsmede de individueel opgelegde verplichtingen die in de beschikking en het door de gemeente en belanghebbende ondertekende trajectplan en trajectovereenkomst zijn opgenomen;
Artikel 2. Het opleggen van een maatregel
Wanneer de belanghebbende naar het oordeel van het college een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid toont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet (artikel 17) of de artikelen 28, tweede lid, of artikel 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 5. Horen van belanghebbende
Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien:
de belanghebbende niet (tijdig) heeft voldaan aan een verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 7 van de wet werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 van de wet; of
Artikel 6. Ingangsdatum en tijdvak maatregel inzake het niet verstrekken van inlichtingen (artikel 17, eerste lid WWB)
Voor zover de maatregel niet het gevolg is van het niet verstrekken van inlichtingen, wordt de maatregel opgelegd met ingang van de eerst volgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm.
Indien verlaging van de bijstand overeenkomstig lid 1 van dit artikel niet mogelijk is, wordt de bijstand verlaagd gedurende de eerstvolgende maand(en) nadat aan belanghebbende binnen een jaar na de beëindigingsdatum van de uitkering opnieuw een uitkering is toegekend. De termijn van een jaar vangt aan op de verzenddatum van het beëindigingsbesluit.
Artikel 11. Te laat verstrekken van gegevens
Indien de belanghebbende de voor de verlening van de bijstand van belang zijnde gegevens of de gevraagde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt, dan wel indien de belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent, kan het college het recht op bijstand voor de duur van ten hoogste 8 weken opschorten vanaf de eerste dag van de periode waarop het verzuim betrekking heeft, dan wel vanaf de dag van het verzuim indien niet kan worden bepaald op welke periode dit verzuim betrekking heeft. Het college doet mededeling van de opschorting aan de belanghebbende en nodigt hem uit het verzuim binnen een door hem gestelde termijn te herstellen.
Wanneer het te laat verstrekken van gegevens zonder gevolgen voor de bijstand plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing voor deze gedraging is gegeven, wordt een maatregel opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende één maand.
Artikel 12. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgenvoorde bijstand
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet dan wel het niet verlenen van de gevraagde medewerking die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering (artikel 17, lid 2 WWB) niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt eenmalig een schriftelijke waarschuwing gegeven.
Wanneer het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zonder gevolgen voor de bijstand plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing voor deze gedraging is gegeven, wordt een maatregel opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende één maand.
Artikel 13. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand
De maatregel wegens het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht wordt afhankelijk gesteld van de hoogte van het totale bedrag aan bijstand dat als gevolg van de schending van die verplichting ten onrechte of te veel aan de belanghebbende is betaald het benadelingsbedrag). Onverminderd de terugvordering van het benadelingsbedrag alsmede het gestelde in artikel 2, tweede lid van deze verordening, wordt de maatregel als volgt vastgesteld:
Artikel 14. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Indien een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet, wordt een maatregel opgelegd die wordt afgestemd op de periode dat de belanghebbendeals gevolg van zijn gedraging eerder of langer recht heeft op bijstand.
Artikel 15. Zeer ernstige misdragingen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college, zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt een maatregel opgelegd van 20% van de bijstandsnorm gedurende één maand.
4A. Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
Artikel 16B. Onvoldoende meewerken aan plan van aanpak
Onder ‘het in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling’ als bedoeld in artikel 9, lid 2 onder c, wordt vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren dan wel evalueren van een plan van aanpak.
Onder ‘gedragingen die de inschakeling in arbeid belemmeren’ als bedoeld in artikel 9 lid 3 onder a, wordt vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het in onvoldoende mate invulling geven aan de verplichting om gedurende de periode van 4 weken na melding, zoals bedoeld in artikel 44 van de wet, te zoeken naar mogelijkheden voor werk of scholing.
Artikel 17. Afzien van het opleggen van een maatregel
Het college ziet af van het opleggen van een maatregel indien:
a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of
b. de gedraging meer dan twee jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte bijstand is verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Artikel 2. Het opleggen van een maatregel
Artikel 3. Berekeningsgrondslag
Artikel 4. Het besluit tot opleggen van een maatregel
Artikel 5. Horen van belanghebbende
Artikel 6. Ingangsdatum en tijdvak maatregel inzake het niet verstrekken van inlichtingen (artikel 17, eerste lid WWB)
Artikel 7. Ingangsdatum en tijdvak ingeval van overige maatregelen
Artikel 8. Samenloop van gedragingen
2. GEEN OF ONVOLDOENDE MEDEWERKING VERLENEN AAN HET VERKRIJGEN OF BEHOUDEN VAN ALGEMEEN GEACCEPTEERDE ARBEID
Artikel 10 Indeling in categorieën
3. NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT
Artikel 11. Te laat verstrekken van gegevens
Artikel 12. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgenvoorde bijstand
Artikel 13. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand
4. OVERIGE GEDRAGINGEN DIE LEIDEN TOT EEN MAATREGEL
Artikel 14. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Artikel 15. Zeer ernstige misdragingen
4A. Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
Artikel 16A. Wijziging betekenis begrippen
Artikel 16B. Onvoldoende meewerken aan plan van aanpak
Artikel 17. Afzien van het opleggen van een maatregel
Artikel 19. Beslissingsbevoegdheid college