Organisatie | Rucphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Gemeente Rucphen |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Gemeente Rucphen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2012 | 25-05-2016 | Onbekend | 09-02-2012 Onbekend | Geen |
De raad van de gemeente Rucphen;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 januari 2012, nummer BA11/00872, inzake de Algemene subsidieverordening gemeente Rucphen;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
het van belang is in het kader van deregulering, vermindering van de administratieve lasten voor de aanvragers, vermindering van de bestuurlijke lasten voor de gemeente en in het kader van de doelmatigheid om een heldere en klantgerichte subsidieprocedure vast te stellen;
het van belang is dat de algemene subsidieverordening aansluit bij het gemeentelijk beleid, waaronder de herziening van het welzijnsbeleid;
vast te stellen de volgende verordening:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Raad: de raad van de gemeente Rucphen;
b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen;
c. Eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot, of aanvullend zijn op de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een door haar te bepalen termijn van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;
d. Jaarlijkse subsidie: subsidie die per (kalender)jaar of voor een door het college te bepalen termijn van maximaal vier jaar aan een instelling wordt verstrekt.
Artikel 2. Reikwijdte verordening
1. De raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:
2. Het college kan nadere regels stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en
de verdeling van het subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden
Artikel 3. Bevoegdheid college
1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
2. Het college is bevoegd om voorwaarden en verplichtingen aan de subsidieverlening te verbinden.
HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD
Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN HET SUBSIDIE
Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens
1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
2. Het college kan toestemming verlenen om af te wijken van de uiterste indieningsdatum als bedoeld in lid 1.
3. Het college stelt de uiterste indieningsdatum vast voor het indienen van een aanvraag tot eenmalige subsidie.
HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN HET SUBSIDIE
1. Geen subsidie wordt verleend voor activiteiten van godsdienstige of politieke aard;
2. Het college kan besluiten geen subsidie te verlenen indien:
wet, het algemeen belang of de openbare orde;
HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN HET SUBSIDIE
1. Bij het besluit tot verlenen van subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.
2. Het college kan aan de beschikking tot subsidieverlening voorwaarden verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van het subsidie.
3. Het college bepaalt de looptijd van de subsidieverstrekking.
Artikel 10. Betaling en bevoorschotting
Het college is bevoegd te bepalen op welke manier betaling en (eventuele) bevoorschotting van het subsidie plaatsvindt.
HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 11. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.
Zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor het subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden zal worden voldaan, doet de subsidieontvanger hiervan onmiddellijk melding aan het college.
Artikel 13. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten waarvoor het subsidie is verleend.
2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend;
b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;
d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon;
e. ontbinding van de rechtspersoon
3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.
HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN HET SUBSIDIE
Artikel 14. Verantwoording subsidie
Het college is bevoegd te bepalen op welke wijze verantwoording over het subsidie wordt verwacht.
Artikel 15. Vaststelling subsidie
1. Het college is bevoegd te bepalen wanneer een verzoek tot vaststelling van subsidie ingediend dient te worden.
2. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling het subsidie vast.
3. Indien uit de aard van het subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van het subsidie een langere termijn nodig is dan de in het tweede lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
4. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor het subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.
5. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het door het college conform het eerste lid vastgesteld tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.
HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
De volgende regeling wordt ingetrokken per inwerkingtreding van deze verordening:
De Algemene subsidieverordening gemeente Rucphen, vastgesteld d.d. 13-12-2007.
Artikel 18. Overgangsbepalingen
Aanvragen om eenmalige subsidie die zijn ingediend voor het subsidiejaar 2012 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Rucphen, vastgesteld d.d. 13-12-2007.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is voor het eerst van toepassing op subsidieaanvragen voor het jaar 2013.
Deze verordening wordt aangehaald als “Algemene subsidieverordening Gemeente Rucphen”.