Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Wormerland |
Citeertitel | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Wormerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
van rechtswege vervallen per 01-01-2007
Wet inburgering, art. 18, lid 7
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2017 | intrekking | 01-01-2007 - | - | |
01-02-2005 | 01-01-2007 | Nieuwe regeling | 21-12-2004 - | - |
Artikel 2 Besluit tot opleggen bestuurlijke boete
Het college neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van dezeverordening in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid, van de wet.
Artikel 3 Hoogte van de bestuurlijke boete
De bestuurlijke boete bedraagt 20 procent van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnormgedurende 1 maand, genoemd in paragraaf 3.2, van de Wet werk en bijstand (WWB), nadat dezebijstandsnorm is vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 van de WWB doorhet college vastgestelde verhoging of verlaging.
Indien de nieuwkomer zich binnen twaalf maanden nadat aan hem het besluit tot opleggen van eenbestuurlijke boete bekend is gemaakt, zich opnieuw gedraagt in strijd met de artikelen 2, 4, vierde lid,8, eerste volzin, 9, eerste lid, 10, derde lid, of 12, eerste lid, van de wet, wordt de duur van demaatregel als bedoeld in artikel 3 verdubbeld.
De raad van de Gemeente Wormerland,
gelezen het voorstel nummer XX van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2004; gelezen het positieve advies van de Adviesraad Wormerland d.d. …………. 2004; gehoord het positieve advies van de Commissie WSB d.d. 6 december 2004;
Besluit: Vast te stellen: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers Wormerland.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 december 2004,
De voorzitter,
P.C. Tange
De griffier,
Mr. I.P. Vrolijk
Artikel 18 van de Wet inburgering nieuwkomers bepaalt dat indien de nieuwkomer een aantal in de wet genoemde verplichtingen niet nakomt, het college de nieuwkomer een bestuurlijke boete oplegt. Het betreft dan de verplichtingen zich te melden voor en zijn medewerking te verlenen aan een inburgeringonderzoek zich te laten inschrijven bij een instelling voor het volgen van een educatief programma; aanwezig te zijn bij alle onderdelen van het educatieve pregramma; de verplichting tot het afleggen van een toets en de verplichting om medewerking te verlenen aan de overige onderdelen van het inburgeringsprogramma.
In de artikelen 18, 19 en 20 van de WIN is geregeld waaraan het boetebesluit moet voldoen, hoe de boete geïnd moet worden en op welke gronden kan worden afgezien van het opleggen van een boete.
Artikel 18, zevende lid, WIN bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete. Deze bepalingen stonden altijd in de wet maar met de overgang van de Algemene bijstandswet naar de Wet werk en bijstand is de oude Wet Boeten en Maatregelen vervallen. De Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Wormerland geeft uitvoering aan deze opdracht aan de gemeente.
De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WIN.
Artikel 2 Besluit tot opleggen bestuurlijke boete
Dit artikel bepaalt dat het college niet zonder meer de standaardboete als bedoeld in artikel 3 kan opleggen, maar dat op grond van artikel 18, tweedee en vierde lid van de WIN, de boete afgestemd moet worden om op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid.
Daarnaast kan het college afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Van dringende redenen is slechts sprake als het verlagen van de uitkering onaanvaardbare gevolgen heeft voor de belanghebbende. Duidelijk is dat slechts in uitzonderlijke gevallen sprake kan zijn van dringende redenen. Wat concreet een dringende reden kan opleveren is op voorhand niet vast te leggen. Gedacht kan worden aan financiële en sociaal/psychische omstandigheden.
Artikel 3 Hoogte van de bestuurlijke boete
De beoordeling van de ernst van de gedraging is in deze verordening geobjectiveerd door voor de gedragingen een standaardboete voor te schrijven. Dit neemt uiteraard niet weg dat indien individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, ten voor-of ten nadele van de klant, een andere dan de standaardboete kan worden opgelegd.
Voor gedragingen waarvoor in het kader van de WIN een bestuurlijke boete opgelegd kan worden, kan ook, indien de belanghebbende een bijstanduitkering ontvangt, de bijstand worden verlaagd op grond van artikel 18, tweede lid, van de Wet werk en bijstand. Ingevolge artikel 18, vijfde lid, WIN, kan geen boete worden opgelegd als de uitkering ook al is verlaagd. Om te garanderen dat nieuwkomers zonder bijstandsuitkering dezelfde sanctie krijgen als nieuwkomers met een bijstandsuitkering, is de hoogte van de boete gelijkgesteld met hetgeen geregeld is in de Afstemmingsverordening Wormerland.
De gedragingen die ingevolge de WIN boetewaardig zijn, vallen onder de gedragingen genoemd in van de Afstemmingsverordening Wormerland.
Artikel 4 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
Niet alle zich mogeliljk in de praktijk voordoende sitauties kunnen in een verordening worden vastgelegd. Vandaar dat het college de bevoegdheid krijgt, hierin te voorzien.
Indien de nieuwkomer binnen één jaar nadat zijn boetebesluit bekend is gemaakt (of besloten is hiervan af te zien wegens drigende redenen), opnieuw zijn verplichtingen niet nakomt, is er sprake van recidive en wordt de grotere mate van verwijtbaarheid van de tweede schending van de verplichting tot uitdrukking gebracht in een verdubbeling van periode.
De beoogde datum van inwerkingtreding van de Boeteverordening Win is 1 februari 2005. De Boeteverordening Win valt onder de Tijdelijke referendumwet doordat de raad in december 2004 beslist. Dat betekent dat de inwerkingtreding wordt opgeschort als binnen 6 weken na aankondiging ervan een geldig verzoek is gedaan tot het houden van een referendum. Indien dit het geval is, zal er een referendum gehouden moeten worden en moet de gemeenteraad, met inachtneming van de uitkomsten van het referendum, (opnieuw) een besluit nemen over de inwerkingtreding van de Boeteverordening Win. Uiteraard dient de vastgestelde verordening tijdig, d.w.z. minstens zes weken voor 1 februari 2005, in het gemeenteblad te staan.