Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidskader participatiebudget 2010-2013 - Doelgericht aan het werk |
Citeertitel | Beleidskader participatiebudget 2010-2013 herzien |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet participatiebudget
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2012 | 12-12-2013 | nieuwe regeling | 29-02-2012 Molenkruier21-03-2012 | 2011-418 |
Op 17 februari 2010 heeft de gemeenteraad van Nieuwegein het beleidskader participatiebudget 2010 – 2013 ‘Toegerust aan het werk’ vastgesteld. Dit beleidskader heeft als ambitie dat mensen naar vermogen meedoen in de maatschappij. Door middel van duurzame arbeidsparticipatie en als dat (nog) niet mogelijk is door middel van maatschappelijke participatie. Wij faciliteren mensen door hun passende voorzieningen te bieden, zodat zij in staat zijn naar vermogen en duurzaam mee te doen.
Het beleidskader ‘Toegerust aan het werk’ is ontwikkeld en geschreven in een tijd dat de rijksoverheid ruime budgetten beschikbaar stelde voor participatie. De door het rijk aangekondigde bezuinigingen, vragen om bijstelling van onze werkwijze en prioriteiten ten aanzien van de inzet van voorzieningen.
Deze notitie beschrijft hoe de gemeente Nieuwegein in 2012 met minder budget haar burgers kan faciliteren om naar vermogen mee te doen: we gaan ‘doelgericht aan het werk’. Het participatiebudget bestaat uit het W-deel voor re-integratie, het WI-deel voor inburgering en het WEB-deel voor educatie. We beperken ons in deze notitie tot het W-deel voor re-integratie omdat op dit terrein de bezuinigingen voor 2012 het meest ingrijpend zijn. Door de bezuinigingen is het noodzakelijk om het aanbod van re-integratievoorzieningen fundamenteel anders vorm te geven.
Op 30 september is het voorlopige budget voor re-integratie (W-deel) bekend geworden. Het budget voor Nieuwegein was € 3.512.184 en wordt in 2012
€ 1.529.158. Uitgangspunt voor 2012 is dat de uitgaven voor het voorzieningen-pakket re-integratie het beschikbare budget niet te boven gaan.
De middelen voor inburgering worden in 2012 ingezet zoals aangegeven in de notitie ‘Evaluatie Inburgering 2010 en doorkijk naar 2011-2015’ van 30 mei 2011. Het aanbod van educatie kan in 2012 nagenoeg op dezelfde wijze uitgevoerd worden als in 2011.
Het aanbod re-integratievoorzieningen dat in deze notitie beschreven wordt, is voor de periode tot de invoering van de Wet Werken Naar Vermogen. Deze nieuwe wet zal naar verwachting ingaan op 1 januari 2013 en zal ons opnieuw vragen om een andere kijk op de inzet van onze participatiemiddelen. In 2012 gaan wij beleid ontwikkelen voor het totale participatiebudget vanaf 2013: voor re-integratie, inburgering, educatie én sociale werkvoorziening.
De aanpassingen die in deze notitie beschreven zijn, lopen zoveel als mogelijk vooruit op de Wet Werken Naar Vermogen en zijn in lijn met hetgeen ons te wachten staat.
Eén van de aanpassingen die beschreven zijn, is de invoering van de tegenprestatie. Hiermee anticiperen wij op de wet tot wijziging van de WWB en samenvoeging van de WIJ, die met ingang van 1 januari 2012 van kracht wordt.
In het huidig beleidskader biedt Nieuwegein een breed scala aan participatie-voorzieningen voor re-integratie, inburgering en educatie. Binnen dit scala onderscheiden wij voorzieningen gericht op:
Door de omvang van het budget leek het mogelijk om binnen deze kaders bijna ongelimiteerd re-integratievoorzieningen in te zetten. De meeste middelen zijn ingezet voor:
Deze voorzieningen zijn voor het overgrote deel uitgevoerd door externe bureaus.
In 2011 is gebleken dat ongelimiteerde inzet van re-integratievoorzieningen binnen de huidige financiële kaders niet mogelijk is. Wanneer het huidige ruime budget voor re-integratievoorzieningen (W-deel) al vraagt om het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes, dan is deze noodzaak nog veel dringender nu het W-deel in de komende jaren fors zal afnemen.
In lijn met de maatschappelijke trend is een focus op uitstroom uit de uitkering naar betaald werk evident. Om deze uitstroom te realiseren moeten we ons niet beperken tot voorzieningen voor directe arbeidsinschakeling. Ook activering voor mensen met arbeidspotentieel moet een plaats krijgen in onze activiteiten.
Waar betaald werk niet mogelijk is, kunnen wij participatie realiseren door een aanbod van maatschappelijk nuttige taken te organiseren. Via deelname aan dit aanbod kunnen mensen met een uitkering een tegenprestatie verrichten die ten goede komt aan de stad.
Met een beperkt budget voor re-integratievoorzieningen (ongeveer 43% van ons huidige budget) kunnen wij in 2012 uitstroom én maatschappelijke participatie realiseren door een aanbod gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Vergoeding van kosten van scholing[1] en andere noodzakelijk kosten gelimiteerd continueren.
De hiervoor geformuleerde uitgangspunten hebben als consequentie dat wij een deel van ons huidige aanbod laten vervallen. Het gaat om:
Alternatief aanbod: stages met behoud van uitkering bij reguliere werkgevers in de profit- en non-profit sector.
De huidige loonkostensubsidieregeling vervalt omdat deze verbonden was aan Work-First-trajecten[2].
Subsidie voor begeleiding van stages kan vervallen omdat in de praktijk blijkt dat deze geen toegevoegde waarde heeft.
Door de invoering van de Wet Werken Naar Vermogen bieden de voortrajecten geen perspectief op plaatsing in de Sociale Werkvoorziening. Alternatief aanbod: stages en activering.
Deze zorg brengen we onder bij maatschappelijke organisaties.
[1] Waaronder geïntegreerde trajecten voor jongeren tot 27 jaar met een taalachterstand. Via deze trajecten kunnen zij instromen in regulier onderwijs met studiefinanciering en een startkwalificatie behalen. Deze trajecten voorkomen instroom in de uitkering, zijn effectief en bieden perspectief op doorstroom.
[2] Het huidige uitvoeringsbesluit kent re-integratiesubsidies voor werkgevers die reguliere banen aanbieden aan werkzoekenden die ondersteuning nodig hebben. De algemeen gebruikelijke term voor dit soort subsidies is loonkostensubsidie. In het nieuwe uitvoeringsbesluit handhaven we de re-integratiesubsidie onder de algemeen gebruikelijke term ‘loonkostensubsidie’. Deze loonkostensubsidie dus een andere subsidie dan de huidige loonkostensubsidieregeling i.v.m. Work-First.
Wij gaan niet meer actief op zoek naar nuggers om hen te motiveren voor deelname aan een traject. Er blijft wel een aanbod voor nuggers.
Gemotiveerde inwoners die niet (volledig) werken en die zichzelf melden met een ondersteuningsvraag, bieden wij onze dienstverlening in eigen beheer.
De vergoeding van kosten beperken wij tot de doelgroep voor het gemeentelijk minimabeleid (een huishoudinkomen tot 110% van het netto bijstandsniveau).
Voor de vergoeding van de kosten van geïntegreerde taaltrajecten blijven wij de oude norm hanteren (200 % van de bijstandsnorm) om te voorkomen dat te veel jongeren uitvallen uit het reguliere onderwijs (zie artikel 8 lid 4 van de Verordening Participatievoorzieningen 2012).
Er zijn nu premies voor het aanvaarden van fulltime werk of scholing, het behouden van parttime werk, voor het werken met behoud van uitkering, voor vrijwilligerswerk en voor deelname aan participatieplaatsen. Deze premies zijn een leuke extra, maar hebben geen aantoonbaar motiverend effect op de uitstroom naar werk of de inzet in onbetaald werk. Daarom komen deze premies niet meer voor in het nieuwe aanbod. Het budget voor de premies wordt toegevoegd aan het budget voor persoonsgebonden flankerende voorzieningen. Bijvoorbeeld: cursusgeld of representatiekosten noodzakelijk voor arbeidsaanvaarding.
We verwijzen naar het reguliere aanbod.
We ontwikkelen een basisaanbod waarbinnen maatwerk mogelijk is. Individuele inkoop van voorzieningen en vergoeding van kosten blijft mogelijk voor specifieke gevallen. Hiervoor komt een budgetplafond.
Bij de inzet van re-integratievoorzieningen gebruiken we de Participatieladder. Dit is een meetinstrument waarmee we vaststellen in hoeverre de klant meedoet in de samenleving. Vanuit deze meting stellen we vast wat de mogelijkheden van de klant zijn. Uitgaande van de startpositie van de klant bepalen we het doel:
Het doel bepaalt de inzet van re-integratievoorzieningen.
Wanneer we doel en voorzieningen combineren ontstaat het volgende overzicht:
Vooruitlopend op de vaststelling van het nieuwe voorzieningenaanbod, is de afdeling Werk & Inkomen gestart met de ontwikkeling van dienstverlening in eigen beheer: ‘Nieuwegein@work’. Na een korte training starten de klantmanagers met een pilot die er op gericht is om klanten door intensieve begeleiding (duurzaam) te laten uitstromen naar betaald werk.
De pilot “Nieuwegein@work” heeft de volgende uitgangspunten:
(in plaats van een CV met een vacature)
Het programma “Nieuwegein@work” bestaat uit:
Het programma kent flexibele in- en uitstroom. De deelnemers besteden minimaal 20 uur per week aan re-integratieactiviteiten.
Naar verwachting start dit aanbod in december.
Zoals vermeld in de inleiding, is ons uitgangspunt voor 2012 dat de uitgaven voor het voorzieningenpakket het beschikbare budget niet te boven gaan. Het beschikbare budget is € 1.529.158.
Het hiervoor beschreven voorzieningenpakket is binnen het beschikbare budget te realiseren door:
Instellen van budgetplafonds voor persoonsgebonden voorzieningen (waaronder de kosten van scholing) en voor geïntegreerde trajecten waarbij geldt dat voorzieningen verstrekt worden in volgorde van aanvraag tot het plafond is bereikt. Het maximumbedrag wordt jaarlijks in het uitvoeringsbesluit vastgelegd.
Bij onderbesteding van het budget voor bijzondere bijstand kan overwogen worden om een deel van dit budget over te hevelen naar het participatiebudget voor de inzet van persoonsgebonden voorzieningen voor minima om belemmeringen bij de instroom op de arbeidsmarkt weg te nemen.
Dit herziene beleidskader wordt verwerkt in de Verordening Participatievoorzieningen 2012 en het Uitvoeringsbesluit Participatievoorzieningen. De nieuwe regels zijn van toepassing tot de invoering van de Wet Werken Naar Vermogen.