Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota kapbeleid, uitgangspunten en beoordelingscriteria kapaanvragen en compenserende maatregelen |
Citeertitel | Nota kapbeleid, uitgangspunten en beoordelingscriteria kapaanvragen en compenserende maatregelen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
--
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2012 | 23-09-2015 | Bijlage, Hoofdstuk 7.3 | 04-06-2012 | I12.010591 | |
26-04-2012 | 27-02-2007 | 06-11-2012 | Nieuwe regeling | 27-02-2007 | 07.1683 |
Tubbergen, 27 februari 2007
Burgemeester en wethouders van Tubbergen
De secretaris, De locoburgemeester,
drs. ing. G.B.J. Mensink, P.J. van der Vinne
Uitgangspunten en beoordelingscriteria kapaanvragen en compenserende maatregelen
De gemeente Tubbergen is mede verantwoordelijk voor de “groene” kwaliteit van de leefomgeving. Groen en bomen in de openbare ruimte, op zichtbare ruimte (van de openbare weg), maar ook op particuliere terreinen zijn van essentieel belang voor de leefbaarheid in de gemeente. Bomen zijn nodig voor het welzijn en de gezondheid van de bevolking. Vandaar dat voor het kappen van bomen in onze gemeente meestal een vergunning (of soms een kennisgeving) nodig is. Een boom kap je immers slechts eenmaal.
Het beoordelen van kapaanvragen is echter geen routineklus. De gemeente dient iedere aanvraag voor een kapvergunning zorgvuldig af te handelen. Op basis van alle relevante aspecten en belangen moet een afgewogen oordeel worden geveld. Voor een evenredige afweging moeten veel deelvragen worden beantwoord. Wanneer weegt een bepaald belang zwaarder? Hoe zet je bijvoorbeeld het individueel belang van de aanvrager af tegen het algemeen belang? Of wanneer is een boom beeldbepalend of niet? De Algemene wet bestuursrecht (Awb) verlangt van de gemeente dat het weigeren of verlenen van een kapvergunning goed wordt gemotiveerd.
De gemeente Tubbergen heeft tot op heden geen richtlijnen en criteria voor het beoordelen van kapaanvragen vastgesteld. Toch wordt van de gemeente verwacht dat een objectief oordeel wordt gegeven op basis van vastgesteld gemeentelijk beleid en vergelijkbare gemeentelijke besluiten in het verleden. Daarbij kijken andere overheden, burgers, bezwaarcommissies en rechters kritisch over de schouder mee. Het besluit om een (kap)vergunning te verlenen of te weigeren mag niet op subjectieve gronden gebaseerd zijn, maar moet het resultaat zijn van een objectieve afweging en een goede motivatie.
Goede motivering betekent dat het besluit verantwoord en uitgelegd moet kunnen worden. Dat kan het best via vastgelegd beleid. Deze beleidsnota dient hiervoor als leidraad, zodat iedere beoordeling van een kapaanvraag gebaseerd is op consequent beleid.
De algemene regels voor het kappen van bomen zijn vastgelegd in de Kapverordening 1994, laatst gewijzigd door de gemeenteraad op 13 juli 1999. Doel van de Kapverordening is het behoud van waardevolle bomen en houtopstanden. In de Kapverordening is aangegeven dat het zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden is houtopstand te vellen of te doen vellen. Daarnaast is aangegeven dat een vergunningaanvraag geweigerd kan worden in het belang van de handhaving van natuur-, landschaps- of dorpsschoon. Deze weigeringsgronden zijn echter niet uitgewerkt en dat is voor een rechtvaardig oordeel over een kapaanvraag echter zeer wenselijk. Het criterium natuurschoon op zichzelf zegt niet zoveel. Iedere boom heeft immers natuurlijke waarde. Maar wanneer is sprake van een grond om een vergunning te verlenen dan wel te weigeren. Zoals hierboven ook al vermeld biedt deze beleidsnota richtlijnen om het verlenen of weigering van een kapvergunning te motiveren.
Tenslotte geeft de Kapverordening aan in welke gevallen het kappen van een boom geoorloofd is zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Een kapvergunning is bijvoorbeeld niet nodig voor het kappen van bomen binnen de bebouwde kom met een diameter kleiner dan 40 cm aan de voet van de boom.
In hoofdstuk 2 is aangegeven waarom dit beleidsplan is opgesteld. Tevens wordt de relatie tussen dit plan en de gemeentelijke Kapverordening weergegeven. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op de diverse soorten kapaanvragen en dat het beoordelen van een aanvraag maatwerk is. Geen enkele situatie is gelijk. Het volgende hoofdstuk geeft de beoordelingscriteria die overwogen worden bij het behandelen van een kapaanvraag. Mocht tot een positief besluit zijn gekomen, dan is in hoofdstuk 6 te vinden welke compensatiemaatregelen genomen moeten worden.
3 Diverse soorten kapaanvragen
Er zijn kapaanvragen in soorten en maten. Soms gaat het om een grote berk in een kleine achtertuin die al het zonlicht wegneemt. In andere gevallen gaat het om de kapaanvraag voor een rij beeldbepalende bomen als gevolg van een bouwproject. De reden van verwijdering van de boom kan sterk verschillen. En hetzelfde geldt voor de reden van behoud. Kortom: De aanvraag moet in perspectief geplaatst worden.
3.1 Kapaanvragen in perspectief plaatsen
Iedere kapaanvraag moet in zijn context beoordeeld worden. Een kapaanvraag voor een houtwal in het kader van een landinrichtingsproject vraagt een andere afweging dan die van een eik op de camping die plaats moet maken voor een zonneterras. In het eerste geval is de impact van de kap groter en spelen meer en grotere belangen mee. De afhandeling van de aanvraag is zwaarder. Het uiteindelijk besluit vraagt een uitgebreidere motivering.
Een dertigjarige kastanje bijvoorbeeld in de voortuin op de hoek van de straat kan van meer betekenis zijn voor de kwaliteit van de ruimte dan een vergelijkbare boom in een achtertuin. Bij een groot belang tot behoud zal de reden tot verwijdering van groot maatschappelijk belang moeten zijn, om de afgifte van de kapvergunning te kunnen rechtvaardigen. Er moet nog steeds een degelijke afweging en motivering van het besluit plaatsvinden.
4 Kapaanvragen beoordelen is objectiveren
Het beoordelen van een kapaanvraag houdt in dat de redenen van zowel verwijdering als van behoud geobjectiveerd moeten worden. Objectiveren betekent dat de situatie vergeleken wordt met andere situaties binnen de gemeente. Nagegaan wordt wat de waarde is van deze boom[1] ten opzichte van andere bomen. Aan de andere kant beoordeelt de gemeente bijvoorbeeld of de mate van overlast relatief ernstig is ten opzichte van andere plekken binnen de gemeente.
[1]In de volgende paragraaf worden de uitgangspunten weergegeven die de gemeente hanteert bij het beoordelen van een kapaanvraag.
In deze notitie wordt over het algemeen de term boom gehanteerd. Hiervoor kan ook gelezen worden landschapselement, tenzij anders vermeld
4.1 Uitgangspunten bij de beoordeling
Voor het objectiveren wordt zoveel mogelijk verwezen naar concreet beleid, zoals het bestemmingsplan, het (toekomstige) landschapsontwikkelingsplan (LOP), de gebiedsuitwerking de Ruimte en/of het ruimtelijke kwaliteitskader Hezingen-Mander (RKK Hema). Is dit beleid in situationele gevallen onvoldoende aanwezig of ontoereikend, dan wordt gekeken naar algemene beleidsuitgangspunten die op de situatie van toepassing zijn.
Een zorgvuldige beoordeling van een kapaanvraag betekent een afgewogen en reproduceerbare beoordeling. De gemeente mag in redelijkheid niet tot een ander besluit op de aanvraag kunnen komen. Dat vereist een nauwgezette weging tussen de belangen van verwijdering, de belangen van behoud en de landschappelijke compensatie die wordt geboden. Voor de weging en motivering wordt waar mogelijk verwezen naar het gemeentelijk (groen)beleid.
Er moet sprake zijn van een evenredige afweging. Voor een tijdelijke bouwkeet een kapvergunning afgeven voor een monumentale boom is niet uit te leggen. Als in de toelichting op het bestemmingsplan buitengebied staat dat de gemeente streeft naar meer landschapseigen soorten, dan is het weigeren van een kapvergunning voor een Amerikaanse eik naast de boerderij moeilijk te verklaren. Het besluit moet gemotiveerd zijn op basis van vigerend beleid, degelijke feiten en omstandigheden.
Bij monumentale bomen of grootschalige projecten wordt een grondige motivering verlangt van de gemeente. In die gevallen worden criteria voor behoud en voor verwijdering beschreven en wordt met redenen omkleed waarom de gemeente tot het uiteindelijk besluit is gekomen.
Voor kleine projecten of eenvoudige kwesties volstaat een korte motivering. De weging kan dan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op slechts enkele evidente criteria.
Bij een boom met grote waarde is verwijdering alleen te rechtvaardigen indien sprake is van een groot maatschappelijk belang. Bijvoorbeeld: de monumentale boom moet wijken voor de uitbreiding van de bejaardenwoningen. Maar….alleen wanneer alle alternatieven zijn onderzocht en niet haalbaar zijn gebleken. Een essentieel onderdeel van het beoordelen van een kapaanvraag is het onderzoek naar mogelijke alternatieven. Wellicht is de overlast te verhelpen door een snoeiadvies. Of hoeft de boom niet verwijderd te worden door de fundering zwevend aan te leggen.
Een kapvergunning kan ook gedeeltelijk verleend worden, bijvoorbeeld voor een aantal bomen in plaats van voor de hele groep. De vergunning kan tevens onder voorwaarden worden verleend.
Bijzondere voorwaarden betreffen met name de herplantplicht en de bijbehorende voorschriften. Ook kunnen bijvoorbeeld voorwaarden worden opgenomen ter bescherming van de overige bomen tegen beschadiging. Een andere voorwaarde kan zijn dat de kapvergunning niet gebruikt mag worden zo lang de bezwaarprocedure nog loopt of zo lang de bouwplannen niet definitief zijn.
Bij een positief besluit op een kapaanvraag (verlening van kapvergunning) wordt een herplantplicht opgenomen |
5 Beoordelingscriteria kapvergunningen
In artikel 4 van de Kapverordening staat dat burgemeester en wethouders de kapvergunning kunnen weigeren (of onder voorschriften kunnen verlenen) in het belang van het natuur-, landschaps- of dorpsschoon. Hoe deze weigeringsgronden worden beoordeeld wordt in dit hoofdstuk behandeld.
In dit hoofdstuk wordt een opsomming gegeven van criteria die mogelijk een rol kunnen spelen bij de beoordeling van kapaanvragen. De lijst met criteria is zeker niet uitputtend, maar geeft wel een duidelijk indicatie. Niet ieder criterium zal bij een specifieke kapaanvraag relevant zijn. In sommige gevallen kan het voldoende zijn om slechts de meeste ter zake doende criteria te toetsen. Uitgangspunt is dat beoordeling van een kapaanvraag wordt gemotiveerd in de beschikking met behulp van de onderstaande criteria. De criteria zijn weergegeven in willekeurige volgorde.
De criteria zijn gerangschikt in drie categorieën, te weten:
5.1 Belang van behoud van de boom
5.3 Aard en omvang van herplant
Bij de beoordeling van de kapaanvraag wordt ook rekening gehouden met de aangeboden herplant. Als de door de aanvrager aangeboden herplant een meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit betekent kan overwogen worden de kapvergunning toch te verlenen. De inzet van de meerwaarde wordt bepaald in onderling overleg tussen aanvrager en gemeente. In de aanvraag om kapvergunning moet deze meerwaarde van ruimtelijke kwaliteit worden aangetoond.
In de gemeente komt veel hakhout voor. Volgens de definitie in de Kapverordening is hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen. Deze vorm van vellen wordt in de praktijk “afzetten” genoemd.
Gewenst beheer van hakhout bestaat uit het afzetten eens in de 10 tot 15 jaar. Eerder afzetten is niet gewenst omdat hierdoor de gewenste landschappelijke en ecologische kwaliteit niet wordt bereikt. Later afzetten is niet gewenst omdat het regeneratievermogen afneemt. Om goede hergroei op de stobben te garanderen is het noodzakelijk dat berkenhakhout wordt afgezet tussen 1 november en 15 februari en overig hakhout tussen 1 november en 1 april.
Berkenhakhout mag worden afgezet tussen 1 november en 15 februari. Overig hakhout mag worden afgezet tussen 1 november en 1 april |
Het afzetten van 10 tot 15-jarig hakhout in de genoemde periodes is een gewenste onderhoudsmaatregel, daarom is hiervoor geen vergunning vereist. In verband met handhaving en toezicht is een plicht tot kennisgeving in de Kapverordening opgenomen.
Voor het afzetten van hakhout jonger dan 10 jaar en ouder dan 15 jaar en afzetten buiten de genoemde periodes dient kapvergunning te worden aangevraagd.
Voor het afzetten van 10 tot 15 jarig hakhout is geen compensatie in de vorm van herplant van toepassing. De compensatie bestaat uit het voldoende tijd geven van het uitlopen van het afgezette hout.
In hoofdstuk 4 is als uitgangspunt opgenomen dat als compensatie voor het kappen van een boom een herplantplicht wordt opgelegd. De herplantplicht wordt opgelegd, omdat de gemeente het belangrijk vindt dat de grote rijkdom aan natuurlijke waarden in onze gemeente in stand wordt gehouden en waar mogelijk wordt versterkt. De landschappelijke kwaliteit van Tubbergen en het natuurlijk erfgoed moet behouden blijven. Met het opleggen van plicht tot herplanten kan aan deze doelstelling worden voldaan.
Juridisch is deze doelstelling verankerd. In de Kapverordening is namelijk opgenomen dat burgemeester en wethouders als voorschriften aan de vergunning kunnen verbinden, dat binnen een bepaalde termijn over moet worden gegaan tot herplant. In de notitie wordt uitgegaan dat (over)compensatie te rechtvaardigen is. Het verwijderen van een beeld bepalende lindeboom of houtwal ouder dan 100 jaar kan een grote impact op de omgeving hebben. Het herplanten van een nieuwe jonge linde of jonge boompjes in de houtwal geeft een heel andere uitstraling. Met andere woorden bij de herplant is overcompensatie te rechtvaardigen.
In deze paragraaf zijn algemene uitgangspunt opgenomen over de compensatie door herplant. Deze uitgangspunten gelden zowel voor kapaanvragen voor solitaire bomen als voor landschapselementen.
Paragraaf 7.2 en 7.3 geeft de specifieke uitgangspunten aan over de compensatie als een kapvergunning wordt verleend voor solitaire bomen respectievelijk voor landschapselementen.
Bij een positief besluit op een kapaanvraag wordt in principe als compensatievoorwaarde opgelegd dat één of meerdere bomen van dezelfde soort worden herplant. Mocht het wenselijk zijn een andere inheemse boom te herplanten dan kan dit gemotiveerd worden toegestaan. Deze “andere” inheemse boom moet in dezelfde categorie vallen als de te kappen boom. In bijlage 8.1 is een lijst opgenomen met soorten bomen die in dezelfde categorie vallen.
Als een kapvergunning wordt verleend voor een zogenaamde exoot, dan bestaat de compensatie altijd uit het herplanten van één of meer streekeigen soorten. Exoten zijn namelijk bomen die niet thuis horen in Twente.
Als compensatie wordt een boom van dezelfde soort of door het bevoegd gezag geaccepteerde boom uit dezelfde categorie herplant. Is de te kappen boom een exoot, dan wordt een streekeigen boom herplant |
Omvang van de te herplanten boom
Na de kap van een boom dienen één of meerdere bomen van dezelfde soort of een streekeigen bomen uit dezelfde categorie te worden herplant. De boom die hergeplant wordt moet op 1,5 meter hoogte, gemeten vanaf de voet van de boom een stam omtrek van minimaal 10 cm bezitten. Als een boom van deze omvang wordt herplant, dan is het risico dat hij niet aangaat het geringst. Voor het herplanten gelden de normale plantkundige principes.
Als de door de aanvrager aangeboden omvang van de herplant een meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit betekent kan in overleg deze herplant worden toegestaan.
De inzet van de meerwaarde wordt bepaald in onderling overleg tussen aanvrager en gemeente. In de aanvraag om kapvergunning moet deze meerwaarde van ruimtelijke kwaliteit worden aangetoond.
Als de boom die herplant wordt binnen 3 jaar na de herplant dood gaat, dan dient deze boom te worden ingeboet. Dit betekent dat deze boom moet worden vervangen door eenzelfde soort boom met dezelfde omvang.
De locatie van de herplant belangrijk. De compensatie moet er toe leiden dat op termijn de kwaliteiten ten aanzien van landschap, natuur en dorpsschoon die door de velling verloren gaan worden gecompenseerd. De compensatie wordt allereerst gezocht op de locatie of in het gebied waar ook de aantasting heeft plaatsgevonden. Compensatie op de locatie of in het gebied waar ook de schade is aangebracht doet recht aan de doelstelling dat de landschappelijke kwaliteit van Tubbergen en het natuurlijk erfgoed zoveel mogelijk behouden moet blijven.
Als compensatie niet op dezelfde locatie of in hetzelfde gebied kan plaatsvinden, kan overeengekomen worden dat compensatie elders plaatsvindt binnen de grenzen van de gemeente Tubbergen.
Voor het kappen van dode bomen dient een kapaanvraag te worden ingediend. Als een kapaanvraag voor een dode boom wordt ingediend wordt deze altijd verleend. De compensatie bestaat uit het terugplanten van één boom uit dezelfde categorie.
Een kapaanvraag voor een dode boom wordt altijd verleend. De compensatie bestaat uit het terugplanten van één boom uit dezelfde categorie |
Het college van Tubbergen heeft in het integrale handhavingsprogramma 2005 reeds aangegeven dat handhaven van regels de essentie is van het overheidsbestuur. Niet de regel, maar het resultaat –de naleving of uitvoering- is bepalend voor het functioneren van de samenleving. Burgers moeten namelijk op de overheid kunnen rekenen. Door handhaving bewijst de overheid haar geloofwaardigheid.
Dit uitgangspunt is ook van toepassing op het handelen van de gemeente bij het constateren van illegaal gekapte bomen. De gemeente hanteert daarom als uitgangspunt dat altijd melding wordt gedaan bij de politie bij de constatering van een illegaal gekapte boom.
7.2 Compensatie van solitaire bomen
Aan de hand van de beoordelingscriteria uit hoofdstuk 5 wordt bepaald of een kapvergunning verleend kan worden. Als het besluit is de kapvergunning te verlenen dan wordt de mate en omvang van compensatie bepaald door de boomdiameter of omtrek van de te vellen boom.
In de tabel hieronder wordt de mate en omvang van de herplant weergeven.
tabel 1: mate en omvang van de herplant
Als bijvoorbeeld een kapaanvraag wordt verleend voor een boom met een diameter van 61 cm of een omtrek van 219 cm dan is de compensatie 3 bomen met een boomdiameter van 10 tot 12 cm.
Als een kapaanvraag voor 3 bomen met een diameter van 45 cm en 2 bomen met een diameter van 110 meter dan bedraagt de compensatie 19 (3x3 + 2x5) bomen met een diameter van 10 tot 12 cm.
7.3 Compensatie van landschapselementen
(Vervallen; het beleid met betrekking tot de compensatie van landschapselementen is nu opgenomen in de beleidsnota "Cascobenadering in Noordoost-Twente)
Bij herplant is de bodemgesteldheid mede bepalend bij de aan te planten boomsoort
In deze beleidsnotitie wordt verstaan onder:
boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een doorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In het geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het geval van herplant volgens gemeentelijk voorschrift wordt ook dunnere beplanting juridisch als boom aangemerkt.